Egel, Vos en ... pokken?
Wat is de essentie van het boek, the HEDGEHOG, the FOX, and the MAGISTER’S POX van Stephan Gould
Copilot: Het boek “The Hedgehog, the Fox, and the Magister’s Pox” van Stephen Jay Gould onderzoekt de historisch complexe relatie tussen de wetenschappen en de geesteswetenschappen in een wetenschappelijke verhandeling. Gould gebruikt een metafoor om de verschillende manieren van reageren op kennis te illustreren:
- De egel (hedgehog): De egel gaat systematisch te werk, onderzoekt één ding met een gemeten tempo en volhardt in één effectieve strategie.
- De vos (fox): De vos is bedreven in veel dingen, intuïtief en snel. Hij past verschillende strategieën toe.
- De pokken van de magister (magister’s pox): Dit verwijst naar een veroordeling door de Katholieke Kerk die betrokken was bij de ondergang van Galileo. Het symboliseert een angstige reactie op kennis.
Gould benadrukt de gemeenschappelijke aspecten tussen de geesteswetenschappen en de wetenschappen, zoals creatief denken en de psychologie van transcendentie en ontdekking. Hij weerlegt het vaak aangenomen onvermijdelijke conflict tussen wetenschap en kunst als twee tegenovergestelde domeinen van kennis. In plaats daarvan benadrukt hij de gevaren van het presenteren van eenvoudige dichotomieën en polarisaties. Het boek behandelt vier historische perioden waarin de zogenaamde “Science Wars” verkeerd zijn gekarakteriseerd. Gould pleit voor een meer genuanceerde benadering en het erkennen van de overeenkomsten tussen deze twee manieren van weten1234. (1 en.wikipedia.org 2 amazon.in 3 penguin.co.uk 4 books.google.com 5 goodreads.com)
[Vervolgvraag:] Relevantie?
Copilot: Deze concepten zijn nog steeds relevant omdat we nog steeds worstelen met de vermeende tegenstelling tussen wetenschap en geesteswetenschappen. Gould’s pleidooi voor een genuanceerde benadering en het vermijden van eenvoudige dichotomieën blijft waardevol. Het boek biedt inzichten die ons helpen de complexiteit van kennis en menselijk begrip te begrijpen, zelfs in onze moderne tijd
[en ... U:] wat zegt het boek Hedgehog van Gould over de theorie van Snow over Two Cultures?
Copilot: In Hedgehog van Gould, een boek geschreven door Stephen Jay Gould, wordt de theorie van C. P. Snow over de “Two Cultures” besproken. Deze theorie stelt dat er een diepe kloof bestaat tussen de wetenschappelijke en literaire culturen, waarbij mensen in beide culturen elkaars taal niet begrijpen en er weinig wederzijdse waardering is12.
C. P. Snow hield in 1959 een invloedrijke Rede Lecture waarin hij deze tweedeling benadrukte. Hij beweerde dat de scheiding tussen wetenschap en geesteswetenschappen een ernstige belemmering vormde voor het oplossen van wereldproblemen. Snow illustreerde dit met een treffende anekdote: hij vroeg aan een gezelschap hoogopgeleide mensen hoeveel van hen de Tweede Wet van de Thermodynamica konden beschrijven. De reactie was koud en negatief. Hij concludeerde dat de meeste hoogopgeleiden in de westerse wereld net zo weinig inzicht hebben in moderne natuurkunde als hun neolithische voorouders1.
Deze discussie over de “Two Cultures” heeft nog steeds relevantie en wordt vaak aangehaald in debatten over onderwijs en intellectuele diversiteit. Het is een oproep tot een beter begrip en samenwerking tussen wetenschap en geesteswetenschappen. (1 en.wikipedia.org 2 mens-en-samenleving.infonu.nl 3 oxford-royale.com
- Te simplistisch en dualistisch: Critici beweren dat Snow’s tweedeling tussen wetenschap en geesteswetenschappen te simplistisch is. De echte wereld is complexer en laat zich niet gemakkelijk in twee afzonderlijke culturen verdelen. Er zijn talloze overlappingen en interacties tussen disciplines.
- Culturele waarde: Sommigen betwisten het idee dat wetenschap en geesteswetenschappen gelijkwaardig zijn in culturele waarde. Ze stellen dat wetenschap een grotere impact heeft op technologische vooruitgang en praktische problemen, terwijl geesteswetenschappen een diepere menselijke betekenis bieden.
- Verwaarlozing van andere disciplines: Snow concentreerde zich voornamelijk op wetenschap en literatuur, maar er zijn vele andere disciplines zoals sociale wetenschappen, kunst, muziek en filosofie. Deze werden niet expliciet meegenomen in zijn tweedeling.
- Historische context: Sommige critici beweren dat Snow’s theorie specifiek gericht was op de Britse samenleving in de jaren 1950. Ze betwijfelen of dezelfde tweedeling vandaag de dag nog steeds relevant is.
- Overschatting van wetenschappelijke superioriteit: Hoewel Snow pleitte voor meer wederzijds begrip, wordt zijn theorie soms geïnterpreteerd als een impliciete superioriteit van de wetenschappelijke cultuur ten opzichte van de geesteswetenschappen.
- Herwaardering en kritiek: De tweedeling tussen wetenschap en geesteswetenschappen blijft relevant. Sommigen prijzen Snow’s oproep tot wederzijds begrip en samenwerking, terwijl anderen kritiek hebben op de simplistische scheiding tussen de twee culturen1. Er zijn ook hedendaagse discussies over hoe deze tweedeling zich manifesteert in onderwijs, politiek en maatschappij.
- Uitbreiding naar andere disciplines: Hedendaagse denkers breiden het debat uit naar andere disciplines, zoals technologie, kunst, sociale wetenschappen en milieuwetenschappen. Ze benadrukken dat een holistische benadering nodig is om complexe problemen aan te pakken.
- Technologische vooruitgang: De opkomst van technologie heeft de kloof tussen wetenschap en cultuur verder vergroot. Discussies over kunstmatige intelligentie, ethiek van technologie en digitale geletterdheid zijn nauw verbonden met Snow’s thema’s.
- Culturele diversiteit: Hedendaagse discussies richten zich ook op culturele diversiteit en de rol van inheemse kennis, taal en tradities. Dit gaat verder dan de traditionele tweedeling en benadrukt het belang van inclusiviteit.
Een passage uit het boek van Gould, gaat als volgt (G translate):
Gezien mijn inzet voor wederzijdse verlichting tussen wetenschap en... geesteswetenschappen, en niet zo grondig mijn eigen collega's willen hekelen of mijn gerespecteerde beroep, laat mij deze tirade afsluiten door erop te wijzen, opdat mijn humanistische lezers worden zelfvoldaan, dat hebben wij wetenschappers ook vos-achtige dingen ondekt hebben over communicatie, en dat zou je er goed aan doet te luisteren naar de plattelanders en naïeven die vanuit hun broek in de wereld opereren van de wetenschap. Over het algemeen schrijven we misschien slecht, en volgens regels van onze eigen constructie die onder geen enkel ideaal van stilistische gelukzaligheid zin hebben. Maar wij over het algemeen praten [wij] zoveel beter – en om een paar redenen die daarmee verband houden het omgekeerde van onze fouten op het gebied van schrijven: omdat, op dit gebied, in tegenstelling tot ons schrijven, wij hebben geen slechte regels opgesteld voor valse doeleinden, terwijl u dat wel heeft gedaan, en hebben daarom gefaald door een natuurlijke neiging tot het juiste communicatie te negeren .
Als bedrijfsgeheim van de academische kunsten en geesteswetenschappen, wetenschappers in deze disciplines lezen hun papers vrijwel altijd uit eerder voorbereide teksten. Ik vind deze vreemde procedure contraproductief, een term die de sterke labels maskeert die ik anders in de verleiding zou brengen om toe te passen, voor een tal van redenen. Bovenal – en mensen in de geesteswetenschappen die woorden als hun handelspartners zouden dit principe beter moeten kennen dan wie dan ook; geschreven en gesproken Engels zijn totaal verschillende talen, en mogen nooit zo zijn verward. Geschreven teksten zijn sober, formeel en op zijn best niet-recursief (voor een lezer) kan altijd terugkeren naar iets dat de eerste keer gemist is). Gesproken Engels, moeten daarentegen herhaling gebruiken om punten te versterken die zijn vervaagd tot een niet-herstelbare tijdelijke leegte, en moet met grotere informaliteit te werk gaan, anders er ontstaat een barrière voor menselijk contact met een gezicht en lichaam direct voor de ogen.
Ik daag iedereen uit die het verschil ontkent om Maarten Luther King’s ‘I Have a Dream’-toespraak te lezen is zonder twijfel een van de grootste redevoeringen uit de twintigste of welke andere eeuw dan ook. Maar de tekst faalt als geschreven Engels vanwege de poëtische herhalingen, gebaseerd op ‘laat de vrijheid klinken’ en ‘Ik heb een dromen” werken niet zoals het in stilte lezen van proza. Voor een minder krachtig voorbeeld zou ik dat kunnen doen kom er nooit achter waarom rijmelarij als 'Casey at the Bat' het meest werd beroemd van Amerikaanse honkbalgedichten – totdat ik iemand het hardop hoorde voorlezen, en besefte dat het stuk was gecomponeerd voor declamatie, een gebruikelijke feestactiviteit in negentiende-eeuwse salons, en niet voor stil lezen. Het klungelige maar perfect rijmende metrum en de lijnen zijn volkomen logisch (en drama) in verbale presentatie, maar niet voor de stille ogen in schvartz.
- G. K. Chesterton - die schreef: “Art is limitation; the essence of every picture is the frame.”
- In mijn favoriete voorbeeld van maximale fusie, de Duitse bioloog Ernst Haeckel werkte ook als een zeer bekwaam schilder en graficus artiest. (Natuurlijk hebben veel wetenschappers hun amateurkunsten uitgeprobeerd, maar alleen als ‘zondagsschilders’ in de gebruikelijke afwijzende omschrijving. Goethe, voor produceerde bijvoorbeeld grote aantallen bij uitstek vergeetbare aquarellen. Maar bij Minstens twee gevierde natuuronderzoekers bezaten ook de gelukkige gave van echtheid artistieke vaardigheid, en hun technische publicaties, met hun eigen illustraties, krijgen grote kracht door de conjunctie – Ernest Haeckel en de groten Franse natuuronderzoeker Georges Cuvier.)
- Over Bacon's paradox [dat onze cultuur de klassieke Gr. en R. wereld aanbidden want..]: "Bij deze grote scheiding van onszelf, Plato en Aristoteles lijken oud en vol wijsheid. Maar, zo merkte Bacon vervolgens op, zo’n boekhouding Het zou heel goed kunnen worden gezien als een ontwikkeling die precies de verkeerde kant op gaat. [want als kennis toeneemt met de tijd, dan moeten Plato en A. toch minder waard worden?, vrij vertaald]
Reacties