#1. Opgestaan, plaats vergaan

Bij het pakken had ik een boek meegenomen. Ik voelde me schuldig toen ik wegging. 

Inderdaad, ik had beloofd om een ventilator te plaatsen in “haar” kamer. Een ventilator draait, een airco staat stil, ogenschijnlijk. Dat is een van de grote verschillen. Altijd maar die beweging aan het plafond, waar geen eind aan kwam, maar ook niet enige emotie uitdrukt. Het ding draait rond, meer niet. Met die plaatsing had ik zo lang mogelijk gewacht. Het was namelijk niet haar kamer, zo meende ik, en dat gaf me het recht om mijn belofte niet gestand te doen.

De reis was vermoeiend, maar terwijl ik mijn stap in de bus had gezet, voelde het als een vakantie. Dat was het niet. Ik had twee boeken bij me die ik tot op het bot zou uitlezen, maar eerlijk gezegd kwam ik een dag en zeven uur later, geen letter verder. De reis was voorbijgegaan zonder dat een enkele gedachte was blijven hangen. Wat deze trip wel was kon ik moeilijk uitleggen. Ik besloot toch maar een berichtje naar Irene te sturen.

- Ik ben goed aangekomen.

Zonder verdere toelichting, zonder enige emoticons. Wat ik eigenlijk wilde weten was of haar vriendin al weg was, maar dat maakte nu in feite niet meer uit.

In haar laatste berichtje had ze verteld, dat ze ze samen met haar vriendin naar de tv zat ze kijken. In de enige kamer waar een ventilator aan het plafond hangt. Ik vond het al zo vreemd.  Ik voelde al dat er weinig ruimte was thuis, dat was een van de redenen dat ik weg ging, maar toen ik dus daadwerkelijk vertrokken was, werd die ruimte nog kleiner. Ik had er blijkbaar goed aangedaan om te vertrekken. Mijn plaats werd per direct ingenomen.

“Ze heeft me nu nodig,” zei ze onlangs. Ik kon best begrijpen dat iemand uit Nederland langs komt om te praten en dat je na jaren elkaar niet gezien te hebben heel wat te zeggen hebt, maar het bezoek van deze vriendin was niet meer dan een gewone vakantie, het leek allemaal te permanent. 

‘s Morgen zaten we aan de koffie. Dat ritueel om samen te ontbijten is een vast patroon geworden de laatste jaren in Spanje. De meeste mensen doen het al voor ze gaan werken. Ontbijten in een cafĂ©. En die gewoonte namen we over. Er waren vele gewoontes die we niet overnamen. Maar dit was iets dat ons verbond. Samen koffie drinken en brood met olijfolie en geraspte tomaat. Als je dat aan Nederlanders uitlegt begrijpen ze het niet. Echt ontbijt is het niet, en ik had meestal om elf uur ‘s morgens weer honger.

De laatste maanden merkte ik dat de conversatie steeds moeilijker werd en dat ik meer en meer in mijn telefoon dook, met twitter of een boek. We waren ook steeds minder echt samen. Voor het ontbijt kwam de vriendin nog wel eens vroeg haar bed uit, en dan ging ze met ons mee, of kwam ze later als nog. En de gesprekken gingen toen niet meer over wat er in de wereld gebeurde of over de kleine observaties, maar altijd over psychologische problemen. Dat was de reden van mijn vertrek, vroeger dan verwacht. Altijd maar weer die persoonlijke crisis van haar, of van relatieproblemen.

Los van dit intermezzo in ons leven, had het “buiten ontbijten” wel iets. Juist dat idee van een ritueel begon me wel aan te spreken. Je doet het zonder nog precies te weten waarom. Het was een vast patroon en ook al zat ik vaak op hete kolen omdat ik dingen wilde doen, was de afspraak om stil te zitten en te genieten van de vogels buiten. Overigens kon je niet altijd buiten zitten. Op sommige momenten was er geen plaats en moesten we naar binnen. Daar was het altijd vreselijk lawaaiig. In Spanje is er nu eenmaal veel lawaai. Alleen al de koffiemachine die leek alsof deze steeds luidruchtig zijn keel schraapte alvorens melk klaar te stomen irriteerde me soms mateloos.

Binnen hadden we dan een tafeltje bij het raam, achterin. In Nederland had ik ooit een stamcafé, daarmee was het te vergelijken. Dat was ook misschien een ritueel, maar met een duidelijk doel: contact te zoeken. De vriendin van Irene was ik overigens zo tegengekomen, in mijn eigen stamcafé. Destijds.

De busreis was het goedkoopste en het meest flexibele alternatief. De trein was duurder en het prijzige imago van Zwitserland drong zich op en dus werd het al snel de bus. Ik had een hekel gekregen aan vliegen, maar wist van te voren dat Geneve nog wel met de bus te bereiken was, maar om mijn uiteindelijke doel te bereiken zou ik op vluchten aangewezen zijn. Daar had ik dan nog even voor om aan die gedachte te wennen. In mijn beperkte voorbereiding, ik had een jaar lang gedacht om deze reis te beginnen, maar nooit een goed moment gevonden, en ook geen goed verhaal om thuis uit te leggen, had ik iets over Geneve gelezen. Als het zover komt dan vind ik wel een bibliotheek of ga ik met mensen praten over de stad. Zo dacht ik. Ik had niet verwacht dat ik op stel en sprong toch deze reis zou ondernemen.

Ik wist dat het een kostbare onderneming zou worden. Maar dat vooral weten en ter plekke aanvoelen zijn toch twee verschillende dingen. Wanneer het je zelf overkomt dan merk je hoe groot het verschil tussen theorie en praktijk is. Iedereen heeft vaak een ideale plek, in mijn geval is dat het oerwoud, maar toen ik in de het regenwoud van Borneo kwam en met een smal houten bootje over een rivier voer merkte ik dat er ook vervelende kanten zijn aan een ideaalbeeld. Muggen bijvoorbeeld.

In Geneve waren geen muggen. Het was net zomer, en de hitte voelde je wel in de droge straten. Een verschil met Malaga diende zich direct aan: de zeelucht die altijd toch iets voor verkoeling zorgt, tegenover een stilstaande warmte die als een deken over je heen gelegd wordt. Het meer van Geneve, tegenover de Middellandse zee. OM de verschillen te beschrijven zou ik niet weten waar ik moest beginnen.

Ik ging op zoek naar een kamer, in de hoop iets eenvoudigs te vinden. Het idee om van te voren eenkamer via een van die organisaties te regelen was me niet gelukt. Dit alles was engszins tegen mijn eigen natuur in. Normaal gesproken zou ik wel van te voren iets aan planning hebben gedaan. Het was wel is waar geen carrière die je uitstipt, maar toch. In hoogseizoen aankomen in Geneve was vragen om moeilijkheden.

Op mijn telefoon vond ik de toeristen informatie. Al snel kwam het beeld naar voren van “Capital of Peace,” de vredeshoofdstad. Vrede. Tja. Waar? Ik was benieuwd.

--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa