Filosofie op school - Ortega y Gasset
Ook hier weer het patroon:
- - historische, culturele en filosofische context van de filosoof
- - primaire ideeën van het denken van de auteur
- - Vergelijking met andere filosofen
- - actualiteit
- - een tekst, voorbeeldexamen en
- - conceptuele map
I Context. OyG (1883 - 1955) heeft twee wereldoorlogen meegemaakt die veel invloed hebben gehad op de politieke en economische ontwikkeling in de twintigste eeuw. Omdat het hier om een inwoner uit Spanje gaat zal de analyse daar ook meer op betrekking hebben. OyG was vijftien toen Spanje haar kolonies (Filipijnen, Cuba en Puerto Rico) in proces van afkalvende wereldmacht. In Spanje werd dit het catastrofe (desastre) del 98 genoemd. Het weer een startpunt voor een interne reflectie over politiek en sociaal vlak en die intellectueel een groep vormt die generatie 98 als naam krijgt, waar OyG maar ook Unamuno vertegenwoordigers zijn. Het is de tijd waarin de Bourbon opnieuw de macht krijgen in de figuur van Koning Alfonso XIII en die overgaat naar een dictatuur van Primo de Rivera. Dit is direct van invloed op OyG die door zijn oppositie tegen de dictatuur zijn leerstoel op de universiteit verliest. Aan het einde van deze periode wordt de tweede republiek uitgeroepen. IN Europa is het intussen ook crisis, in Duitsland, de WOI, maar ook in Italië waar het fascisme de macht krijgt in 1922. In Rusland gaat het stalinisme over in een bolchiviskische revolutie, maar ook in polen en Portugal ontstaan dictaturen. En in de VS is er de Crash van 1929.
IN de tweede republiek wordt OyG politiek actief als gedeputeerde (). Dit duurt echter niet meer dan een jaar omdat hij het niet eens is met het beleid. In 1936 ontstaat er een burgeroorlog waarin de principale ideologieën in conflict raken. Een voorspel voor de WOII in de rest van Europa. De dictatuur van Franco duurt ca. 4 decennia. OyG vraagt asiel aan in diverse landen, waaronder Argentinië. Maar hij verblijft uiteindelijk ook in Duitsland waar zijn intellectuele prestige gewaardeerd wordt.
Cultureel is het een rijke periode van eerder genoemde generatie 98, maar ook novecentismo en generatie van de jaren 14. Daarna is er nog die van 27 waar Lorca een belangrijke rol speelt.
De filosofische context... De context qua stromingen is divers. De fenomenologie van Husserl is prominent die uitte kritiek op het hegeliaans idealisme en probeert kennis terug te richten op het object. OyG kon ook het existentialisme niet ontlopen waar Heidegger de leidende figuur was en waar OyG een draai aan geeft voor zijn eigen ratiovitalisme, maar de belangrijkste invloeden komen van het vitalisme en het historicisme. In de eerste verdedigt hij het leven zelf, en is een manifeste rebellie van op het objectivisme en rationalisme die de Europese filosofie domineerden voor lange tijd. Zijn belangrijkste vertegenwoordiger was Nietzsche, met zijn concept van het leven waar de rest van zijn denken op gebaseerd was.
Bij het historicisme is de geschiedenis essentieel (primordial) en bepaalt de mens. Zijn primaire vertegenwoordiger is Dilthey, die het bestaan van een historische rede verdedigde als iets definiërend en bepalend voor de menselijke rede. In Spanje was daarnaast een beweging die het Krausisme genoemd werd (Giner de los Rios) als ook de Vrij institutie van het onderwijs.
De diversiteit van zijn werk kan opgedeeld worden in fase te vergelijken met kunstschilders, zoals het objectivisme (1900 - '10), het perspectivisme ('10 - '23), en later het ratiovitalisme dat als het idiosyncratische product van de filosoof gezien kan worden. En als laatste het historicisme.
II Primaire idee.
Filosofie is even belangrijk als het leven zelf en hij stelt een even rigoureuze methode voor als die voor de wetenschap. In het objectivisme keert hij zich tegen het subjectivisme en het gevaar dat dit tot dogmatiek leidt. OyG zoekt integrale oplossingen voor problemen waarin alle visies en perspectieven nodig zijn. Hij ziet het als een militaire aanval (asedio). Op deze fundamentele manier moet de waarheid boven kunnen komen. Hierin zit ook invloed van het positivisme, waarin hij ziet dat afstand nemen tot het probleem helpt bij het vinden van een oplossing.
Bij perspectivisme gaat het om het overkomen van idealisme en realisme dat tot lange tijd de filosofie overheerst. Bij het idealisme hebben de dingen en de realiteit een bestaan dat eigen is aan het onderwerp / subject op het moment van kennen. De werkelijkheid staat centraal bij het onderzoek. En het subject en haar faculteiten is minder van belang in het proces van kennisverwerving. Bij het idealisme gaat het als bij Descartes en later Kant om het subject die de dingen denkt. Ortega is echter kritisch op deze dualiteit. Hij richt zich meer op het idealisme, omdat het realisme al voldoende kritiek heeft gekregen in de filosofie van en tot die tijd. Over het idealisme stelt hij dat het subject belangrijk is om het object (de externe wereld) te kennen. De wereld bestaat niet zonder dat ik er over nadenkt. En het is dus volgens hem principieel onmogelijk het denken en de wereld van elkaar te scheiden: ik ben ik en mijn omstandigheden (yo soy yo y mi circunstancia).
Na beide stromingen behandeld te hebben gaat het om kennisverwerving en om het leven te kennen en daarin vervult het Ratiovitalisme de basis. Het vitalisme is al bekend sinds Nietzsche en het rationalisme is in gang gezet door Descartes. Hij schrijft het boek Het Thema van onze tijd, waarin hij pure rede wil vervangen door vitale rede. Hij wil beiden fuseren: rede en leven. De eerste werkt goed bij abstracte problemen als wiskunde maar minder goed om het leven zelf te begrijpen. Het leven voor Ortega is radicale werkelijkheid (realidad radical) als som van objecten die ons omringen en ons zelf. Deze vitale rede is ook een historische rede want naar mate de mens voortleeft wordt deze gevormd.
In het boek, wat is filosofie voegt hij een aantal attributen van het leven toe, zoals: zich levend voelen, zichzelf vinden, als ook het bezig zijn (occupacion - professie), en kiezen tussen mogelijkheden en als laatste futurisme: je bent altijd bezig met de toekomst. De toekomst is wat het meest de mens karakteriseert.
III De vergelijking tussen Ortega en Nietzsche ligt voor de hand omdat Ortega beïnvloed is door hem en het vitalisme beiden verbindt. Nietzsche leeft gedurende een rumoerige tijd waar hij het begrip decadentie gebruikt om de sociale ontwikkelingen te karakteriseren. Ortega leeft in een even buitengewone periode van het begin van de twintigste eeuw.
Antropologie. Voor Nietzsche is de mens in ontwikkeling, een project waar het rationele het meest zichtbare is, de mens wordt mede bepaalt door de cultuur terwijl het vitale deel lange tijd buiten beschouwing is gebleven. Voor Ortega is de mens ook continue in beweging / proces en interactie met de wereld om hem heen. De mens is afhankelijk van de tijd en de situatie waarin bepaalt het gewicht in die ontwikkeling naast dat de toekomst belangrijk is voor de mens.
Epistemologisch. Voor Nietzsche is de rede slechts een van de factoren in het leven en hij zoekt een uitwijk voor het beperkte zicht van het gevoel voor de mens. De mens heeft irrationele kanten die in het rationele proces buiten beschouwing blijven. Instincten zijn even belangrijk. Voor Ortega is verandering (en daarin de toekomst) essentieel voor het begrip van de mens. De rede is ook de basis om de mens en zijn omgeving te begrijpen. Maar voor Ortega is het ook het tijdperk en de geschiedenis die bepalend zijn voor de mens en de kennis van de mens.
Bij Ortega is de tijd lineair, generaties volgen elkaar op en de mens is afhankelijk van die historische ontwikkeling. Bij Nietzsche is de tijd cyclisch en voor hem is het eeuwige begin of terugkomst belangrijk. De ontwikkelingen herhalen zich. In essentie lijken beide filosofen op elkaar voor het vitalisme-element waar Ortega Ratiovitalisme benadrukt.
IV Actualiteit. Europa en het nationalisme. Spanje is het thema geweest voor Ortega en hij wilde Spanje ver-europeaniseren. Dit kan ingegeven zijn door een half leven in exile in o.a. NL en Frankrijk. Voor Ortega was Europa en de EU een noodzaak omdat deze landen een gezamenlijke geschiedenis hebben. Zijn zorg was de desintegratie van Spanje (nog actueel) en in een essay (España Invertebrada) vraagt hij zich af wat de oorsprong is van separatisme en nationalisme
Multiculturalisme en globalisering. Zijn filosofie die met een metafoor te verduidelijken is van twee mensen die naar een landschap kijken, verdedigt hij de verschillen aan visies van de mensen. De stroming cultureel relativisme gaat tegen zijn visie waarin de situatie bepalend is voor de mens en hij vecht tegen het etnocentrisme. Hier ziet [toch iets van idealisme...] een dialoog tussen de verschillende visie en het ontstaan van een global village (Marshall Mcluhan).
Conceptuele kaart:
- niet verder uitgewerkt.
Boek: El tema de nuestro tiempo (Is in geen andere taal beschikbaar op Wikipedia dan in het Spaans!: https://es.wikipedia.org/wiki/El_tema_de_nuestro_tiempo), deel / thema: "la doctrina del punto de vista."
In deze tekst die gekozen is (dit onderdeel laat ik meestal achterwege, gaat het om deze doctrine van het perspectief in het thema van onze tijd) en daarin vond ik het idee van primitieve filosofie, te vergelijken met de primitieve kunststroming waarin schilder een primitief beeld schetsen juist omdat ze zich concentreren op een (beperkte) visie. Echter in de filosofie is er vooruitgang...
-- Dit is de laatste filosoof uit deze serie, echter in deze blog komt deze voor Nietzsche, Marx en Rawls.
Wat mij het onder andere gebracht heeft, los van de kennis, is mijn eigen idee tegenover filosofie als vak. Als filosoof moet je goed kunne formuleren. En daarvoor is het nodig niet te emotioneel tegenover je onderwerp te staan, maar gedegen en in detail rustig nadenken over wat je schrijft en of je formulering klopt. Dat gaat natuurlijk ook wel op voor elk ander vak waarvoor je een soort van uittreksel of samenvatting maakt, maar hier gaat het om het denken zelf. En dat kan alleen maar met de juiste taal (gebruik). Bij andere vakken, anders dan de exacte vakken is taal meer een noodzakelijk kwaad, hier is de taal ook de basis van het vak zelf.
Over Ortega y Gasset, die heb ik zelf wel vanuit andere optiek bestudeerd enige tijd geleden...
-- bron: Historia de la Filosofia. Bachillerato, McGraw-HIll, 2013.
-- Op YouTube staat een presentatie van DeBalie, met diverse visies van deskundigen over Ortega:
https://youtu.be/XJ4vQCWX8go?si=fsy9wwVy-8LxeIAs
-- Een ander boek van deze filosoof, "de opstand der massa / horden" behandelt (volgens Bing AI):
[Geef een samenvatting van het boek opstand der mass van Ortgea y Gasset]
"In zijn hoofdwerk “De opstand van de massamens” (1930) doordenkt José Ortega y Gasset in welke richting onze democratische maatschappij zich zou kunnen ontwikkelen. Hij ziet een groeiende rol van de massacultuur, een overwaardering van de overheid, een falende elite en een bevolking die vooral tevreden is met zichzelf123. Ortega zag in de op drift geraakte massa’s een grote bedreiging voor de christelijk-grieks-romeinse erfenis. Hij erkent dat de grote bevolkingsgroei Europa ver had gebracht; democratisering acht hij bovendien een groot goed. Maar de explosieve toename van zowel welvaart als bevolking creëerde in zijn opvatting het gevaar dat de beschaving van binnenuit opgegeten zou worden. De massamens wil alleen nog maar de geneugten van de economische welvaart. Hij verheft zichzelf als maat der dingen en accepteert geen autoriteit meer. Hij is er met andere woorden trots op te zijn wie hij is: massamens. Met die observaties sluit Ortega aan bij een geluid dat in de negentiende eeuw overal hoorbaar was geworden: de kwaliteit van leven en beschaving werd ernstig in gevaar gebracht door de kuddegeest, een woord dat denkers als Kierkegaard en Nietzsche graag in de mond namen."1. (1 nexus-instituut.nl, 2 lemniscaat.nl, 3 standaardboekhandel.be, 4 en.wikipedia.org)
Reacties