Bij risiconemen is er geen gulden middenweg.
Een stelling:
Je neemt of te veel of te weinig risico in je leven. Het gemiddelde risico is dat risico dat de maatschappij - binnen een land of natie - neemt. Maar dat is natuurlijk een abstractie. De maatschappij neemt geen risico en vooral de Oostenrijkse school leert ons dat de economie iets is van ondernemen. Human action is het doelgericht handelen van het individu.
Nu ben ik zo iemand en ik wil dingen ondernemen, ik heb kennis opgedaan en wil die gaan uitbaten. Een deel van die kennis heeft te maken met het begrip risico, want mijn kennis is vooral financieel-economisch. Wanneer ik risico neem dan kan ik rendement "maken." Dat gebeurt in een markt met andere spelers of deelnemers die ook net als ik risico nemen. We vissen in dezelfde vijver.
Maar hoeveel risico moet ik nu precies nemen?
Wanneer ik hoor over de nieuwe pensioenplannen, zonder detail te kennen dat gaat het om beleggen en de toekomst. En "individueel." Pensioen is niet langer een concept voor het collectief waar je een deel van uit maakt, maar het is iets persoonlijks geworden. Jij bouwt pensioen op, los van de rest en de wereld.
En dan denk ik dat vooral particuliere belegger te veel risico nemen. Het is geld dat ze niet nodig hebben, in theorie, maar vermogen - zoals het geld in beleggingen heet - fluctueert en is een bron van consumptie, door het vertrouwen dat de particuliere belegger heeft gekregen in de toekomst. Zijn de beleggingen gestegen dan neemt dat vertrouwen toe en gaat deze meer uitgeven. En visa versa.
Sinds de klassieke oudheid weten we dat er en gulden middenweg is. Dat je gevaar loopt wanneer je de extremen op zoekt. Het midden is het veiligst. Niet te weinig maar ook niet te veel.
Maar als je te weinig belegt, verdien je ook weinig. Dus zal iedereen proberen om meer risico te nemen, zonder precies te weten waar de grens ligt van wat hij of zij persoonlijk goed vindt. Die grens is namelijk relatief en beweegt mee met de markt. Maar die markt is niet egalitair, want hier zit de crux, die markt bestaat net zoals bij andere bedrijven uit marketing. Een index waartegen je je rendement toetst, is niet een neutraal instrument, maar die index beweegt steeds mee met het succes van uit het verleden. Bedrijven - en daarmee aandelen en potentiele rendementen - die goed presteren verdringen bedrijven die het slechter doen, en daar mee stijgt de index meer dan dat deze daalt op lange termijn. Maar dat is maar een deel van het verhaal. Natuurlijk is er ergens ook het gehele verhaal, zoals een wereldindex, maar die gebruikt niemand. En dan is er nog de verdeling van vermogen in verschillende categorieën waardoor het nog lastiger is om die index als maatstaf te gebruiken.
Maar kan je niet gewoon tevreden zijn met het rendement dat je maakt en is dat niet deze middenweg? Gewoon tevreden zijn?
[Lees hiervoor verder over maximizers en satisficers in de keuzeparadox. Een probleem met risiconemen is dat je vaak achteraf, je echte risicovoorkeur begrijpt. Je stated en revealed risk preference verschilt nu eenmaal van elkaar]
Is er bewijs voor deze stelling?
Ik denk in de financiële wereld is het bewijs overweldigend: het eeuwenlange bestaan van hypes en crashes, manie en paniek of hoe je deze fenomenen noemen wilt, zoals de tulpenkoorts. [Op mijn todolijst staat het boek van Charles Kindleberger, manias, panics & crashes]. Of we de huidige beweging van crypto's en Bitcoin in dat licht moeten bezien is nog de vraag, maar de mens heeft, de neiging om de middenweg uit de weg te gaan, om het zo maar cryptisch te omschrijven. Het bewijs is was onzorgvuldig, maar waarom zijn er mensen die in plaats van drie procent rente bij een Nederlandse bank, hun geld aanbieden bij een bank in IJsland? Of het gebrek aan tevredenheid is, of dat ieder van ons in zeer beperkte mate manisch-depressief is, is niet duidelijk, maar het gemiddelde is saai. Laten we het daarop houden.
Dat dit verder gaat dan de financiële wereld, lijkt me ook duidelijk. Je kan overal risico nemen. Een te grote stap zetten op je werk, zodat je daarna uitgepromoveerd bent, of jezelf buiten spel zet. Een loopbaan is iets wat mensen willen plannen en bij plannen gaan dingen fout, het typische projectplan duurt te lang en kost te veel geld. No guts no glory*
In het algemeen geldt dat je pas realiseert wanneer je te ver bent gegaan (en dat je echt voorkeur voor een risicohouding achteraf altijd lager ligt. Behalve in de succesgevallen natuurlijk. Taleb heeft hier veel over geschreven, maar ook economen zelf: de gemiddelde ondernemer verdient minder dan een professional met een salaris. Maar, en dat blijft de uitdaging, er is een klein gezelschap, van ondernemers, en schrijvers die alle gemiddelden doen verbleken...
* - "No guts no glory. De theorie: dominantie en prestige... Om het verband tussen risiconemen en leiderschap te verklaren, gebruikten de wetenschappers een theoretisch model dat ze in hun experimenten en veldstudie toetsten. Deze gaat er kort gezegd vanuit dat een actor door risiconemen kwaliteiten blootlegt die anders moeilijk waarneembaar zijn, namelijk ‘dominantie’ en ‘prestige’. Door risico te durven nemen laat iemand enerzijds zien dat hij of zij relevante vaardigheden en kennis heeft die mogelijk nuttig zijn voor de groep en daardoor respect afdwingen (prestige). Anderzijds toont de actor dat hij/zij niet terugdeinst voor de mogelijke gevolgen van het risico, wat een zekere mate van kracht en overheersing zichtbaar maakt (dominantie). Prestige en dominantie zijn zo twee belangrijke routes richting macht, invloed en leiderschap." (bron: https://www.uva.nl/shared-content/faculteiten/nl/faculteit-der-maatschappij-en-gedragswetenschappen/nieuws/2021/02/no-guts-no-glory.html?cb)
Reacties