De toerist is ook maar een mens

En dan opeens is het strand leeg. De boulevard is nog niet verlaten, maar je hoeft niet te zigzaggen om doorgang te vinden. Het einde van het seizoen. De toerist van nu, september is anders dan die van augustus. Je ziet relatief meer kleine kinderen die nog niet naar schoolgaan, denk ik dan, en waar de ouders kunnen profiteren van een laag-seizoen.

Daar zie je al een soort noodzaak, want de structuur van ons leven maakt dat we ons massaal bewegen. En kan je het dan die ene toerist kwalijk nemen dat hij opgaat in de massa en opeens een onderdeel is van een probleem?

Ik zie een vrouw ijsberend heen en weer lopen en in haar telefoon uitlegt dat hier alles goed is. Haar echtgenoot zit iets verderop op een bankje. De communicatie met het thuisfront. Je bent weg, maar nooit helemaal los van je woonplaats. 

Verderop zie ik een terras met landgenoten. Hoe het komt dat juist daar veel gelijksoortige toeristen zitten is me altijd een raadsel. Het establishment is niet typisch Nederlands. Veel Nederlanders zie of hoor ik nooit, ze gaan op in het algemene geroezemoes. Engelsen "overheersen." Of het Engels. En er komen hier veel Fransen. Het Frans merk ik dan , is toch een mooie taal. ik ben geneigd om denken dat het een mooiere taal is dan het Spaans, maar dat is natuurlijk subjectief. En dan is er ook het Arabisch, te onderscheiden.

Er is een moment en plaats waar je geen toerist meer tegenkomt. In het hoogseizoen loop ik namelijk nooit op de boulevard, maar zoek ik de nabijgelegen heuvels op. Daar zie je enkel resident-toeristen, als je ze al tegenkomt. Een resident-toerist kan van alles zijn, iemand die hier zes maanden woont, tot degene die hier zijn of haar tweede leven, meestal in pensioensvorm, aangesneden heeft.

Maar ook aan het einde van de boulevard, wanneer je maar lang genoeg doorloopt komt je de eenzaamheid tegemoet. Er is dan niemand meer, anders dan een natuurlijke bewoner van het gebied Die eenzaamheid zie je overigens ook wel op het terras. Veel toeristen kijken naar andere toeristen, maar je ziet ook veel telefoongebruikers, mensen die hun berichten of Facebook checken voor iets nieuws, en dat terwijl elke boulevard nieuw is. El moment een nieuwe stroom van mensen, zoals de Griekse waarheid, er is geen enkele promenade hetzelfde. Maar ook bij de gewone toerist gaat het leven door op vakantie. En soms heb je elkaar niets te zeggen. Dat kan mooi zijn dat het ook niet hoeft. Het leven is namelijk geen first-date waar je steeds maar weer jezelf moet opmaken voor een eerste indruk.

Heel veel mensen. Heel veel gewone mensen. En allemaal hier in de zon. Ook al gaat het (verkoop) verhaal dat het Zuiden niet meer aantrekkelijk is en mensen afscheid nemen van de zon en het noorden opzoeken... maar, "na een week-lang regen komen ze toch weer terug".

En waarom niet. Het leven is al moeilijk genoeg, en die zon, die is heilzaam, als je maat weet te houden. Hoewel dat natuurlijk moeilijk is wanneer de tijd dringt.

Zelf ben ik steeds vaker een virtuele toerist. Ik kijk naar Poolse, en Australische series en geniet van een onbekend woestijn of een dorp in de leegte. Zo op afstand is het wel lekker veilig, want als je er zelf komt wordt je gebeten door muggen of horzels of gestoken door een ronddwalende schorpioen, waar je wakker schrikt van de realiteit. Op afstand leef ik ook mee met het reizen van een hoofdpersoon die op zoek ik naar zijn identiteit. Misschien doet de toerist dat ook. Dat zoeken. Je zoekt ten slotte de zon op.

Zo mijmer ik soms ook wel eens over kamperen, zoals vroeger. Ik vond hier toevallig een camping vlakbij. Een afgeschermd vlak dat meer een braakliggend terrein leek waarop verdwaalde kampers stonden. Ik liep langs en besloot het terrein op te gaan. Even verderop kwam ik een vrouw tegen van ongeveer mijn leeftijd. Ze kwam uit België en vertelde dat ze hier permanent woonde. Dat is wel rustig, "en niemand kent je." Daar begreep ik pas later van waarom dat belangrijk voor haar was. Ze was met haar man ook een maand in Portugal geweest in juli, daar was het niet zo erg warm. Een bijzondere vorm van toerisme. Terug thuis vond ik even later een muis op de keukenkast. Hoe komt zo'n beestje hier binnen vroeg ik me een second later af, maar met alle ramen altijd open, was dat raadsel snel opgelost. Hoe is het mogelijk dat ik bang of op zijn minst schrik ben voor zo'n klein knaagdiertje?* Ik lees een dag later op het internet dat vrouwen sneller bang zijn omdat ze gevoeliger zijn - omdat ze meer dwarsverbanden hebben in hun hersenen en sneller details signaleren en sneller sociale verbanden kunnen doorgronden. De "biologische verklaring," voor die angst is dat de diertjes bekend  staan als overbrengers van ziektes. Maar daar denk je dan toch niet aan,wanneer je van zoiets schrikt? Zo zie ik mezelf dus ook op een verlaten camping, midden in de rimboe. Verlaten van iedereen, waar de natuur op de loer ligt. Op de weg ernaar toe had ik al een groep wilde katten gezien en een everzwijntje die lekker in de troep zat te wroeten. Ook daar moest ik met een boog omheen lopen. Je denkt dan toch dat dat beestje opeens op je af komt stormen. Dan liever veilig op de boulevard bij de meute. Daar ben ik niet bang.  

Dan nog even een filosofische touch. Byung-Chul Han schrijft in The Agony of Eros, dat de toerist en de pelgrim tegenpolen zijn. Toerisme creëert non-sites, terwijl pelgrimage  (juist) gebonden is aan plaatsen. Die plekken zijn tot stand gekomen door de geschiedenis, geheugen en identiteit. Dat zijn precies de kenmerken die ontbreken bij de non-sites van toerisme, waar mensen passeren en doorlopen in plaats van ronddwalen en tijd spenderen...

* - zo'n knaagdiertje kan een piloot doen besluiten om een vlucht af te breken en een noodlanding te maken (https://www.theguardian.com/world/2024/sep/20/mouse-crawling-out-of-meal-forces-plane-to-make-early-landing)

-- "Een toerist wil het leven ontvluchten, een reiziger wil het leven ervaren," quote uit een romantische film.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa