The New Spaniards (Hooper)

 Terwijl ik zocht naar reviews of een samenvatting van dit boek, zag ik bij Goodreads (reviewer David) een lijst van Must Reads over Spanje. Ik ken alleen nummer 6 en 7. Maar dit boek had ik al wat langer in huis en ben ik nu aan het lezen (juli 2023), aan het strand. 

  1. The New Spaniards (TNS) by John Hooper, 2nd edition, 2006 [ik las de editie uit 1993].
  2. Ghosts of Spain : Travels through Spain and its Silent Past by Giles Tremlett, 2006.
  3. The Ornament of the World : How Muslims, Jews, and Christians Created a Culture of Tolerance in Medieval Spain by Maria Rosa Menocal, 2002.
  4. Spain in Mind (an Anthology) edited and with an introduction by Alice Leccese Powers, 2007.
  5. Homage to Catalonia by George Orwell, 1938.
  6. South from Granada by Gerald Brenan, 1957.
  7. Driving Over Lemons by Chris Stewart, 1999.
... Zelf heb ik nog een boek over Spanje, dat niet in deze lijst staat, maar wel uniek is, van zelf een Spanjaard, die altijd over zijn land heeft geschreven: Juan Goytisolo.

TNS is een leuk boek, met een wat gemoderniseerde cover van het schilderij van Velasquez. Het eerste deel (The making of the new Spain) geeft in vogelvlucht een geschiedenis update over het land. Die zal ik hier proberen samen te vatten. Het boek begint overigens met een korte introductie waar de grote geschiedenis (de romeinen bij Gibraltar, 711 en de moslims, 1492, 1808 invasie door Frankrijk, Franco, en wat geografische details). 

Hoofdstuk een gaat over een van de vele transities, die van jaren van honger naar de jaren van ontwikkeling. Terwijl ik dit boek lees en dit verslag schrijf kijk ik ook naar de Spaanse serie, De patiƫnten van dokter Garcia, waar de burgeroorlog, Franco - generalissimo of Caudillo - en de rol van de Nazi's verteld wordt. Dit hoofdstuk begint met Franco. Hooper verzacht het idee dat Franco puur fascistisch was, en dat de Falange, de fascistische partij maar een van de regeringspartijen werd onder Franco. De andere facties waren de monarchisten en de (katholieke) Kerk, en tezamen werden ze het Movimiento Nacional genoemd. Van al deze groepen zat er iemand in de regering die meer of minder banden had met Franco. De Falangisten echter namen de leiding over en dat kwam o.a. omdat de basis van de fascistische filosofie gebaseerd was op nationaal economische onafhankelijkheid die gebaseerd was op landbouw in plaats van industriƫle ontwikkeling, deze ontwikkeling paste beter bij het beleid van Franco. Omdat Spanje neutraal was in WOII en ook geen overwinning had behaald zoals Frankrijk en Engeland kon Spanje ook niet op steun rekenen [zie hier ook het verhaal van Dokter Garcia van Almuneda]. Hierdoor was de economische neergang in het land - aƱos de hambre - erger dan in de andere Europese landen, waar katten en honden zomaar van de straat verdwenen.
Ondanks de inzet op landbouw viel de output hiervan tegen na de oorlog en de industriƫle werd ook nog eens tegengewerkt door de hoge importtarieven van de omringende Europese landen. Het Nationale Inkomen kwam in 1954 pas hoger uit als voor de oorlog in 1936. In het land kwam een migratie op gang van de armere gebieden (Sevilla in en de rest van Andalucia) naar de meer ontwikkelde gebieden zoals Bilbao en Barcelona, dat leidde tot "huizenbouw" in de voorsteden zonder water en elektriciteit, de chabolas. De Falangistische droom was een leven op land waar boeren een klein stuk grond bewerkten, maar deze droom werkte niet. De exodus kon door de regering aanvankelijk niet tegengehouden worden, maar toen licenties werden uitgegeven voor nederzetting die al gebouwd waren, maar waar nieuwe licenties niet meer te verkrijgen waren, stopte de migratie enigszins.
Inmiddels echter (1957) was het regime bankroet, en begon Franco met een regimechange waarin technocraten de leiding kregen. Deze waren van gegoede burgerij, hoog opgeleid en behoorden tot de kerk: Opus Dei. De Oprichter (EscrivƔ) meende dat met een werkethiek van de katholieken een verandering mogelijk was ook al was het gevaar dat bij economische succes de aanhang van de kerk daalde. De nieuwe regering wilde eerst de inflatie beteugelen en later de afhankelijkheid van het buitenland (betalingsbalanstekort) oplossen. Uiteindelijk lukte dit met zeer grote sociale kosten. Veel Spanjaarden begonnen aan een migratie naar het buitenland (vooral Frankrijk met meer dan 600,000 migranten en West Duitsland ca. 200 duizend, Nederland slechts 33 duizend...). Desondanks kwam er economische groei die vaak de zeven procent haalde: tussen 61 en 73 kwamen de aƱos de desarrollo. Omdat Spanje meer moest betalen voor energie en materialen, was het tekort meestal groot (2/3) maar dat werd gecompenseerd door het toerisme. Ook kwamen de buitenlandse investeringen op gang, waardoor Chrysler, Westinghouse en John Deer "het land binnentrok." Door deze migratie, het opkomend toerisme (die ook de bouw aanwakkerde) en de investeringen werd Spanje als groeiland ontdekt. [voor antropologische studie over effect van deze verandering, zie Dr. Richard Barrett]. De migratie van land naar stad en de kust zette door en liet grote delen onbevolkt achter. Ondanks een "Pole" beleid (Engels) kon deze bevolkingsongelijkheid niet gestopt worden.
Vooral de Baskische en Catalaanse communes werden sterk geĆÆndustrialiseerd. De booming jaren zorgde voor grote veranderingen. Een van de verklaringen waarom er geen democratie in Spanje te vinden was terwijl die in Europa al wel wortelde eind negentiende eeuw en begin 20ste. was dat er geen middelklasse was in het land. Door de boom kwam die klasse er wel, en dat leidde tot extra groei. De groei van deze jaren zorgde voor een politieke verandering in de jaren en het decennium dat volgde.
De groei eindigde echter in een crisis die samenviel met de oliecrisis in 1973.

Kan komt de grote verandering, van dictatuur naar democratie. De economische ontwikkeling had hiervoor de weg geƫffend, maar het moest nog wel gebeuren. Franco had goede banden met de monarchie en zijn opvolger was al bekend voor zijn dood, maar dat was niet de koning maar zijn zoon, Juan Carlos. Deze koos vervolgens Adolfo Suarez als premier en dat werd als een grove fout gezien bij de bevolking. De leiders wilde wel verandering maar geleidelijk (aperturistas) en geen "ruptura."
Ook kregen de eerste politieke partijen ruimte om zich te ontwikkelen. Dat werd El Partido Popular die nog bestaat, de nog conservatievere AP Alianza Popular (Manuel Fraga) de PSOE en de UCD. De socialisten (PSOE) werden geleid door een jonge advocaat uit Sevilla [Hooper vergelijkt die stad met het Napels van Italie], Felipe Gonzalez.  Al snel ging het land richting een twee-partijen systeem.

Dan - beschrijft Hooper mooi - valt het centrum uiteen. Spanje werd traditioneel door en vanuit Madrid geregeerd en nu wanneer alles opnieuw ontworpen kan worden, krijgen de autonome communities / gebieden decentrale rechten. Hooper beschrijft het proces van de opkomst van de Generalitat in Catalunya en de regering in het Baskenland, en Galiciƫ die vooroplopen in de decentrale ontwikkeling [hier geeft het boek een vrij algemene beschouwing van dit proces, terwijl de feitelijke details er niet alleen erg toe doen, maar juist ook de verschillen in ontwikkeling van de gebieden in Spanje verklaren.]
 
Gedurende Suarez regering komen er veranderingen maar de constitutie is de belangrijkste pijler. Echtscheiding levert nog grote discussie op en laat zien wie dan nog de baas is (de Kerk) en hoe veranderingen tijd nodig hebben. Ook kost het tijd om van de ene regering de overgang te bespoedigen naar de nieuwe waar geen draaiboek voor is, en juist in die periode (1982) komt er dan ook nog een staatsgreep, van een Luitenant-Kolonel Tejero. Door het snelle optreden van Juan Carlos kan deze snel opgelost worden. De partij UCD van Suarez werd gedecimeerd omdat men daar juist door die coup geen vertrouwen meer in had. Het nieuwe Spanje kon zo beginnen.

Dat begon met Socialist Spain, die begon met "El Cambio." [Dit was overigens toen ik voor het eerst in 1986 zelf in Spanje kwam.] Spanje komt in 1986 bij de EEC, en Gonzalez probeert het land te moderniseren, komt met sommige moeilijke beslissingen (ontmanteling van Rumasa) en met het probleem dat door de autonome structuur er een verdubbeling van de ambtenaren zijn gekomen en waar de socialisten ook nog eens hun eigen achterban op overheidsposities plaatst. Hij zette jonge mensen op overheidsposities die de oudere garde van Franco-gedienden gingen leiden. daarnaast kwam ca. 20% van de nieuwe bestuurslaag van onderwijzers en universitaire docenten. het probleem was dat de bestuurders weliswaar jong waren, maar ook onervaren en zeker niet bedrijfskundige ervaring hadden. In 1982 komt Spanje ook bij de Navo. Bekende leider uit die tijd (PSOE) was Enrique Tierno GalvƔn: https://en.wikipedia.org/wiki/Enrique_Tierno_Galv%C3%A1n

Dan volgt het hoofdstuk en de periode, Not so socialist Spain. Ook al is er een middenklasse, Spanje kent een oligarchische structuur. Rijkdom groeit in de jaren tachtig en daarmee een stijl van glamour.
Model staat b.v. Mario Conde, de eigenaar van Banesto, een aristocratische bank, en hij wordt gezien als de nieuwe klasseloze financier. Onder de financiƫle elite verschijnen nieuwe figuren zoals de Two Albertos (ConyCon), waar de echte eigenaars hun vrouwen Esther en Alicia Koplowitz zijn (nog steeds grote namen in Spanje). Het grote geld bereikt de Costa del Sol waaronder Marbella dat zich als financiƫle trekpleister ontwikkelt. In 1992 (waar de Expo en Barcelona olympische spelen nieuwe aandacht trekken) is de ontwikkeling van het BBP 40% hoger dan in 1980.
Wat dan nog niet opgelost is is het terroristische probleem van ETA. De Expo in Sevilla werd door de socialisten gevierd als het jaar van Spanje, door de afkomst van hun leider en ideologische zetel van de partij van het meer onderontwikkelde Zuiden.
Dat er niet veel verandert omschrijft Hooper aan het eind van het hoofdstuk dat Spanje niet van radicale veranderingen houdt. Twee decennia na Franco stoeit de regering echter nog met een regeringscrisis, die ook dan al afhankelijk is en werd van de nationalisten in Cataloniƫ en Baskenland.

The spirit of the new Spain gaat verder met 1992. Dat is om meer (en wel bekende) redenen het jaar der jaren. Hij schrijft over de topos (mollen) van Franco en dat de welvaartstaat zoals die zich ontwikkelt in noordelijke landen in Spanje minder aanslaat. O.a. omdat betutteling over roken en Aids niet past bij de laissez faire houding in Spanje (mijn vertaling). De technocraten ewten hun macht niet te consolideren. Franco's rule made Spaniards more reliant on themselves and on the state than on each other, is een kernachtige zin die veel van de cultuur verklaart. Hooper schrijft dat als het om Franco gaat - in tegenstelling tot Duitsland en haar Nazi's) het om vergeten en vergeven gaat. Omdat vergeven niet mogelijk was, moesten de Spanjaarden hun episode maar zien te vergeten. 
Wat dit misschien mogelijk heeft gemaakt is de passie die vooral na 1992 het topjaar ontstond voor feesten en viering in Spanje. Het hebben van een goede tijd [dat is iets dat ik ook goed herken hier in mijn omgeving]. Er moest echter nog veel gebeuren.

... Bij deel Twee, na het lezen ervan, overvalt me de vraag: hoeveel moet je eigenlijk weten van de geschiedenis van een land, alvorens het goed te kennen. Of, maar als inwoner ervan: wat maakt je tot een typische Nederlander, of in dit geval een typische Spanjaard. De rol van de religie is in dit geval een grote factor.
De pijlers van de samenleving - Deel twee dus - begint met een "bescheiden monarchie." Deze monarchie kost volgens de auteur ongeveer de helft van de Britse en kost ook minder dan alle andere Europese Monarchieƫn. De koning moet hier rekening mee houden, dat hij er meer instopt dan dat hij eruit haalt, staat er plastisch. Het is business dus. Typisch in die periode na Franco is dat het niet direct de monarchie is die meer goedkeurende stemmen heeft (ca. 2/3 stemt toe, ene kleine minderheid is of blijft tegen) maar men is meer Juancarlistas, dan monarchistas.

Voor de burgeroorlog heeft de (vorige) koning Alfonso XIII het ongeveer een jaar uitgehouden alvorens de republiek werd uitgeroepen, in de Baskische regio Eibar, waar de koning om bloedvergieten te voorkomen asiel aanvroeg. De zoon Juan Carlos (vader van de nieuwe koning na Franco) ging nar een militaire school in Dartmoouth, maar tijdens Franco werd Spanje een monarchie zonder monarch. Junior werd geboren in 1938 en zijn vader wilde hem naar een Europese universiteit sturen, maar Franco eiste een militaire onderwijs [Nu kiest de dochter van Felipe overigens zelf voor een militaire opleiding, blijkbaar als traditie]. De prins trouwt met prinses Sofia van Griekenland en de relatie met zijn vader verloopt moeizaam totdat hij in de eerste jaren als koning laat zien dat hij kan optreden. De nieuwe koning is sportief en houdt van technologische nieuwigheden. Ook de geschiedenis van Felipe komt aan bod, die studeert rechten en wil op een moment iemand buiten de koninklijke orde trouwen, maar dat wordt gestopt.

Dan het leger. Spanje werd na Franco pacifistische, schrijft Hooper, want op het moment van Irak heeft het moeilijk om betrokken te raken. Waarschijnlijk was deze legacy te danken aan de coup in 23 en 24 februari 1982. Qua geschiedenis zoomt Hooper in op de situatie voor 1900 wanneer Spanje Cuba moet loslaten. En ook de tijden veranderen na WOII wanneer Franco merkt dat kolonialisme weerstand krijgt en Marokko onafhankelijk wordt. Later wanneer de socialisten voor het eerst aan de macht komen wordt de dienstplicht afgeschaft, maar is het nog niet duidelijk hoe een rekrutering van een beroepsleger betaald moet gaan worden, want de socialisten willen er geen geld aan uitgeven. Ook de NAVO uitgaven zijn voor Spanje lager dan alle anderen landen.

Na de monarchie, en het leger komt... De Kerk. George Borrow probeerde tegen de "Popery" in te gaan en bijbels te verkopen, maar dat lukte maar deels. 

The Bible in Spain, published in London in 1843, is a travel book by the British writer George Borrow (1803–1881). It was a popular work when it appeared, running through several editions.Borrow tells of his travels through Spain while working as a Bible salesman in 1835–1838, during the Carlist Civil War. His activities on behalf of the Bible Society encountered much opposition from the Roman Catholic Church and from politicians. (wikipedia)

Spanje is anders, en hier betekent dat dat de Paus en het katholieke geloof voorop staan. Stonden. En historisch gezien is de reden hiervoor dat de Spaanse klerken als de meeste conservatieven beschouwd konden worden van alle naties. De Contrareformatie kwam uit Spanje, laat Hooper ons nog even weten [hoe ver moet je terug om een land te begrijpen...?] De katholieken zijn vaak links (Curas Rojas) en specifiek voor Spanje is het eerder genoemde Opus Dei. Omdat deze klerken in normale kleren door het leven gingen konden zo zoveel invloed uitoefenen. Zelf zegt de organisatie enkel spirituele ambities te hebben en geen politieke, maar omdat hun doel vooral was om de katholieke werk ethiek te promoten en kapitalistische groei te krijgen te vergelijken met de protestante ethiek waar het kapitalisme door kon groeien, kreeg het verder niet veel aandacht meer.
In Spanje heerst er of heeft er tot die tijd een moreel vacuĆ¼m geheerst. De katholieke waarden waren niet prefect, maar het waren de enige waarden die er waren.

Deel drie, "the coming to terms with freedom."

Dat begint met sex. "The lid comes off, ... or not," zo klinkt het zo leuk, maar behalve de grap, kan je de het eenvoudig samenvatten dat "el destape," even nieuw was, maar verder weinig spectaculair. Het verhaal begint zelfs met de brothels langs de rijkswegen met bijzonder neonlichten die je bijna in geen andere landen ziet, maar dat heeft ook met de uitgestrektheid van het land te maken. Abortus krijgt veel aandacht en het heeft lang geduurd voordat de rol van de kerk verminderd werd, en voordat de eerste bikini geaccepteerd werd. maar dat is toch wel water on de brug, in het heden is Spanje nauwelijks anders, zelfs LHBTQI of hoe heet het wordt rustig omarmt.

Feminisme volgt, en dat is wel een hoofdstuk dat nog niet ten einde is. Machismo ("een term geĆÆmporteerd uit Mexico") bloeit nog wel, en de strijd om vrouwenrechten en emancipatie gaat door. maar op een andere manier dan in Nederland  [ik volg hier niet het boek]. Vrouwelijke scheldwoorden, (Puta, Hija de Puta) overheersen of domineren. De eerste vrouwelijke stierenvechter, was Cristina SĆ”nchez, in 1993, "die alle zes de stieren doodde in een gevecht." Hier speelt taal een rol, met vrouwelijke en mannelijke uitgangen. Jefe is mannelijk, Jefa is vrouwelijk. OM gender neutraal te zijn, zou je in Spanje (nog steeds actueel) alles twee keer moeten zeggen. Amigos y amigas. Is Carmen uit de opera, is een vrouwelijke held, of niet?
Hier - over feminisme - is het nodige over verder te vertellen, maar het hoofdstuk kan je zien als inleiding tot het heden.

Relatieve waarden, het hoofdstuk dat erop volgt gaat vooral over familiewaarden, gezin als hoeksteen [ik heb ooit een economie-vak op de universiteit van Malaga gezien dat "de economie van de familie tot naam had"] en de (on)mogelijkheid tot scheiden. "Na Franco," werd dit wel mogelijk, maar de scheidingspercentages bleven nog lange tijd lager dan het gemiddelde in Europa.

High Stakes, gaat over wedden. Spanjaarden zijn de gokkoningen. Niet alleen op geld, maar ook om in de stad of op de weg risico te nemen om twee tellen voorsprong te krijgen op een ander, schrijft Hooper.. [zo had ik het nog nooit gezien]. De loterij is heilig [mijn woord], en de cultuur hierachter betekent dat Spanjaarden geloven dat je rijk kan worden, sin dar golpe. De tegenbeweging is er ook, door spreuken op de muur, zoals mas currar, menos cupon. De Nationale Organisatie van Blinden (ONCE in het Spaans) is speciaal opgericht om invaliden te faciliteren loterijticket te kunnen verkopen. Opgericht door Fanco met dat doel in 1938! [...]

A cult of excess, begint met het koffieritueel. Koffiedrinken is een vorm van kunst, die begint bij diversiteit, en de vele verschillende vormen van een kop koffie: solo, cortado, con leche [en elke comunidad heeft zijn eigen naamgeving, nube, manchado, ...]. De meeste koffie komt uit Columbia. Een stap verder gelijk... De consumptie van legale drug (zoals koffie en alcohol en tabak) is de hoogste in Europa. Spanje is verslaafd [kort gezegd, anno 1995 en de vraag is hoe dit thema actueel gezien wordt.] Volgens Hooper heeft het drugprobleem (niet legale) tot meer criminaliteit, maar cijfers ontbreken hier. Als ook de tendentie en de culturele duiding.

Misdaad en politie volgt en begint met La Ruta del Bacalao, dat is geen vis, maar een fenomeen dat past bij eerdere beschrijvingen van Destapa en het herwinnen van vrijheid na de periode van Franco. Langs de rijkswegen van Madrid en Valencia ontstaan er discotheken, een soort pleisterplaatsen om de reis te onderbreken, met het nodige nachtleven en neveneffecten. En daarmee sprong ook de misdaadpercentages omhoog. Die was in de jaren 90 nog lager dan in Engeland, maar groeiend. De politie werd na Franco (waar deze zeer zichtbaar was) onzichtbaar in het straatbeeld. Het verschil met Franco moest duidelijk gemaakt worden. De politie werd hervormd en het nationale lichaam, kwam eind jaren 80 tot stand waar diverse politie organisatie samengevoegd werden. De Guardia Civil, de andere grote politiemacht komt niet van Franco, maar werd al in 1844 opgericht om bandieten tegen te gaan. De wet en ordehandhaving sluit hier op aan, in een systeem dat ook typisch is [maar ik hier even buiten beschouwing laat].

Dan komt deel Drie, coming to terms with freedom, Deel vier, de overheid en het individu en Deel vijf, society reflected. Het laatste deel gaat over de individuele staten, zoals Cataluyna, Baskenland en Galicie, maar minder over Valencia. Wanneer je dit boek leest kom je heel wat te weten over Spanje, waar je vroeger toen dit uitkwam er vooral reisgidsen waren. Nu met het internet kan je alles over Spanje, het verleden overal vinden.

Een specifiek onderdeel over ETA vond ik nog wel opmerkelijk. Hooper maakt de fout om ETA te vergelijken met IRA en daar is hij biased, als Engelsman. Maar hij schrijft ook dat beide organisaties hun katholieke wortels hebben en dat zuigt hij een beetje uit zijn duim. Het kan kloppen dat Eta gestart is door universiteitsstudenten, maar in die tijd was het allemaal nog niet duidelijk wat de echte wortels waren van de organisatie. Sindsdien zijn de nodige boeken verschenen met informatie die Hooper in die tijd nog niet tot zijn beschikking had.


--

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa