De Euro valt! En wat dan?

De Euro valt, wat dan? is een boek uit 2014 en van cultuureconoom, Arjo Klamer. Ik las het onlangs (ware het niet, ... dat dit concept een aantal maanden is blijven liggen...).
Hij schetst daarin zes scenario's voor de euro:

1. doormodderen.
2. de Verhofstadt-optie: met de euro naar een federaal Europa.
3. The Matheo Solution. invoering van nationale rekeneenheden waardoor devaluatie van de euro binnen de eurozone mogelijk wordt.
4. de Neuro-Zeuro. Duitsland vormt een nieuwe monetaire unie met de Benelux-landen, Oostenrijk en misschien Finland. Voor de nieuwe munt is de neuro al voorgesteld. De zuidelijke landen, al dan niet met Frankrijk, introduceren een andere gezamenlijke munt, de zeuro.
5. Terug naar de gulden: duidelijk zat.
6. Meerdere geldsoorten naast elkaar: een divers monetair systeem van complementaire en parallelle munten. Internationaal naast nationale en regionale valuta, aangevuld met munten voor specifieke doeleinden.

Voor deze schets geeft hij argumenten waarom de euro niet houdbaar is en waarom het altijd een slecht project is geweest. De Euro was een middel om de Frans-Duitse as in stand te houden. Maar zo schrijft hij, "geloven de Duitsers er al niet meer in." Geen enkele munt heeft ook het eeuwige leven, is een ander argument tegen, net als dat de Europeanen geen Europese samenleving vormen. De huidige crisis - het boek kwam uit in de euro-crisis - moet gebruikt worden om een beter project te ontwerpen en er is (nu) nog een kans om op het Europa na de Euro voor te bereiden. Daarvoor is dit boek.

De zes argumenten als de scenario's vormen handige houvast. In het hoofdstuk drie, "lotgevallen," laat Klamer diverse grafieken zien, zoals het uiteenlopen van de lopende rekening van de noordelijke en zuidelijke landen; de eerste zien hun overschot, de laatste hun tekort toenemen. De besparingen verschillen en zo zijn er andere grafieken waarin visueel ondersteuning komt van dat de situatie uit de hand dreigt te lopen.
Welke grafieken echter ontbreken zij die die ingaan op het in het scenario-hoofdstuk de groeiverschillen tussen landen bespreekt. Klamer zegt daar, dat niet-euro-landen veel harder gegroeid zijn.
Allereerst staat dit argument tegen zijn eigen visie dat groei niet meer de norm moet zijn, omdat als we de Nederlandse groei nemen deze zes keer zoveel water gebruik vereist dan een ander land. Dit komt omdat Nederland veel vlees en zuiver produceert. Het lijkt een wat los argument. Maar goed. Groei is niet alles. Maar toch, de groeivergelijking wordt wel altijd gebruikt. waarom doet niemand er dan onderzoek naar, of neemt de econoom dit niet mee in zijn verhaal.
Ik heb een zeer summiere studie gedaan van de de Klamer uitgesproken argumentatie dat niet-Euro-landen sneller zijn gegroeid:

Als eerste staat hier de GDP van België naast die van Zweden. De grafiek onderschrijft niet zijn argument dat kleine landen sneller groeien dan grote landen (een argument dat hij nodig heeft voor zijn regio-argument uit hoofdstuk vier):

Uit deze grafiek is inderdaad te zien dat Zweden sneller groeit dan België vooral de laatste jaren. Maar ik heb ook de data opgevraagd voor een aantal landen en de periode van zowel 2000 - 2018 de euro-periode, vergeleken met een langere termijn (alles tegen de dollarkoers uit 2010):

Cijfer van Duitsland over 1960 is geschat
Wanneer je een langer tijdframe neemt dan wordt een groot verschil van de Bruto Binnenlands product tussen 2000 en 2018 (van 29 tov 47) relatief veel kleiner wanneer je het hele tijdsverloop meeneemt. België en Zweden lopen dan nog maar 5,9 en 5,7 uit elkaar. De grote verschillen van dit millennium vervagen grotendeels wanneer je over diverse decennia meet. Wat dan ook nog opvalt is dat een typisch Zuidelijk Euro-land van alle landen de grootste groei heeft gekend en Spanje ook meer gegroeid is dan Nederland in de 2000 - 2018 periode.

Nu is dit geen uitgebreide analyse, maar economen - en daar komt Arjo Klamer - niet onderuit, gebruiken dezelfde kapitalistische marketingmethoden om precies die data wel te laten zien die hun verhaal onderschrijft en andere gegevens weg te laten.

Hoofdstuk vier van het boek is meer het cultuurgedeelte van de schrijver en dat spreekt me aan. Het verhaal past bij de optie 5 van de scenario's en sluit aan bij de visie van de Belgische econoom Bernard Lietaer, die een regionale muntoplossing voorstelt. Klamer gebruikt hiervoor het voorbeeld van regionale economieën zoals de vliegtuigbouw in Seattle, IT in Sillicon Valley, etc. Maar dit idee wordt dan niet verder uitgewerkt, en vind ik moeilijk passen in een boek over het verdwijnen van de Euro. het is namelijk niet erg geloofwaardig dat er een Vlaamse munt komt, net als een Sillicon Valley Coin en de Euro er dan niet meer zou zijn. Probeer je eens in te denken hoe dat hele systeem in de wereld zou werken. Apple, zou dan op de beurs in SV-coins noteren en Deceuninck in zoiets als Vlaamse Pinten. Beleggers zouden naast een bedrijfs-analyse ook nog een regionale (valuta) analyse moeten maken, die vele male complexer is dan de huidige Euro-zeuro-discussie.

Euro-pese landen, schrijft Klamer, hebben baat bij vertrouwen. Hij geeft niet aan hoe andere systemen ook dat vertrouwen kunnen waarborgen. Het manko van de economische-cultuuranalyse is dat er zoveel variabelen onbesproken blijven dat het hele boekje wat ongeloofwaardig overkomt.
En inmiddels "modderen we," al weer vijf jaar aan.

--
2010/02/klamer-voorspelt-einde-van-de-euro


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?