Beurshandel, coronavirus en entertainment
Het coronavirus maakt een hoop los in de wereld. Het zorgt voor een soort chaos die ook tijdens de financiele crisis ontstond, waar de informatie en meningen je om de oren suisde alsof het kogels waren. Nu is dat niet anders en dat betekent dat er verwarring is. Men is onzeker, en niet onterecht want een virus uit China, waar de informatievoorziening onder curatele staat, zorgt logischerwijs voor paniek. Misschien is die paniek nu wat aan het afnemen, maar de grote zorgen blijven.
En wat je dan ook ziet, zo denk ik dan, is dat er schuldigen gevonden worden, of dat de nieuwe crisis als trigger genomen wordt om oude dogma's boven water te halen. Bijvoorbeeld over handel, en dan vooral de beurshandel. En binnen deze wereld de flitshandelaren. Waar in de wereld van de Bouw geldt dat de meeste status wordt bereikt met het hoogste bouwwerk, wordt bij handel deze supreme status afgelezen aan de Snelheid: hoe sneller hoe machtiger.
In de Flash Boys werd duidelijk gemaakt hoe snelheid na de financiele crisis een hot item werd. En anno 2020 is de VPRO in persoon van Arjen Lubach zelf op onderzoek gegaan, naar het kwaad in de financiele wereld, in bijzonder de flitshandel.
Op eerste gezicht lijkt de uitzending van Lubach op het onschuldig plagen richting een groter (en sterker) bedrijf in een andere (financiele) wereld. Hij vond dat bedrijf via de beurskoersen, en concludeerde dan dat er een bedrijf was dat niet daalde en waar de koersen niet rood kleurden. "Er zijn dus bedrijven die geld verdienen in deze crisis," zo stelt hij terecht, maar dat is niet enkel de "flitshandelaar" maar ook bedrijven die supermarkten uitbaten. Daar hoor ik de nieuws-entertainer Lubach niet over, bv over het feit dat een Belgische grossier haar prijzen sterk verhoogt tijdens deze crisis. Maar goed.
Een sterk punt dat Lubach aanhaalt is de vraag, "waarom de beste wiskundigen bij dit soort snelle bedrijven werkt en niet bezig is met werk dat belangrijker is." Hij maakte een opsomming van beroepen die belangrijk zijn, te beginnen met die in de zorg, dan in de ... en pas aan het einde van het spectrum de (flits)handelaren.
Dat is natuurlijk een punt waar je als performer de lachers op je hand krijgt, want iedereen vindt de zorg belangrijk, maar de grote vraag is of die zachte mening ook uit de harde cijfers blijkt. Waarom werkt de "slimste mens" hoe je dat ook bepaalt, wel voor een beursbedrijf en niet voor een ziekenhuis of zorginstelling?
Hier komen we bij een punt waar mijn eigen situatie ook van invloed is op de tekst die ik schrijf, want ik ben ook een soort handelaar (belegger). Zou ik niet iets belangrijkers moeten doen, en werken voor een ziekenhuis of in de zorg in het algemeen?
Of wat te denken van de politiek, is dat niet het belangrijkste werkterrein dat er is, want dat kan je je idealen tot uitvoer brengen voor een betere wereld. Ok, de ideale wereld bestaat niet, wat er wel bestaat is de markt van vraag en aanbod.
Qua aanbod zal de wiskundige dus kunnen solliciteren bij een zorginstelling om de beste manier te vinden voor de organisatie, maar dan moet men in de zorg ook op zoek zijn naar zo'n iemand. En zijn ze dat? Waar begint precies die betere wereld, bij de vraag van de zorginstellingen en bedrijven of bij het aanbod van capaciteiten van (jongere) mensen?
Wat ik weet van de beurswereld is dat er een kenmerk over de anderen uitsteekt en dat is de mate van vrijheid die je vaak hebt of krijgt. Die vrijheid om te doen wat je wilt, krijg je bij geen enkel ander bedrijf, maar nog meer vrijheid krijg je als zelfstandige. Overleven op de beurs is niet eenvoudig, dus ook hier gaat het om vraag en aanbod. Het feit dat iemand in de beurswereld met zoveel competentie weet te overleven zegt al iets over zijn of haar capaciteiten.
De beurswereld is ook bijzonder leerzaam, het is een wereld die kennisintensief is en continue uitdagend.
Bij organisaties is er veel minder vrijheid. De VPRO lijkt misschien vrij, maar ook daar zijn er hele eenvoudige regeltjes waarje aan moet voldoen. Lubach krijgt de vrijheid om te protesteren en provoceren zolang het de rechter-zijde van het kapitalistische systeem betreft; voor andere onderwerpen heerst er een strakke censuur.
Een onderzoek, waarom de (gemiddelde) wiskundige kiest voor de financiele sector en niet voor de zorg, zou kunnen beginnen bij de universiteit. Daar begint het contact tussen de academische wereld en de bedrijfswereld. Die met het meeste middelen kan zijn concurrentie voor zijn door de beste studenten weg te kapen.
Of een stap eerder, de reclame bepaalt natuurlijk al wat sexy is, en wat niet. Van jongs af aan worden we al gebombardeerd met marketingleuzes die van de grote bedrijven afkomstig zijn. Niet vreemd dat het kapitaal dus op jonge leeftijd al een motiverende factor is voor jongeren, die nog niet aan werk of studie toe zijn.
Op youtube - bij de uitzending van Lubach - las ik de volgende tweet, “The best minds of my generation are thinking about how to make people click ads,” - Hammerbacher. De beste geesten werken dus niet alleen voor de financiele wereld, maar ook voor marketingbedrijven.
Ja, een crisis toont aan dat er heel wat mis is in / met de wereld. Op zondagavond kijken we dan gelukkig even naar een contraire stem, met een ludiek verhaal over wat er precies mis is. Het geweten zegt ons dat er iets niet klopt, maar we kunnen (of willen) er niets aan veranderen. Dat is entertainment.
--
2019/05/the-flash-boys-michael-lewis
En wat je dan ook ziet, zo denk ik dan, is dat er schuldigen gevonden worden, of dat de nieuwe crisis als trigger genomen wordt om oude dogma's boven water te halen. Bijvoorbeeld over handel, en dan vooral de beurshandel. En binnen deze wereld de flitshandelaren. Waar in de wereld van de Bouw geldt dat de meeste status wordt bereikt met het hoogste bouwwerk, wordt bij handel deze supreme status afgelezen aan de Snelheid: hoe sneller hoe machtiger.
In de Flash Boys werd duidelijk gemaakt hoe snelheid na de financiele crisis een hot item werd. En anno 2020 is de VPRO in persoon van Arjen Lubach zelf op onderzoek gegaan, naar het kwaad in de financiele wereld, in bijzonder de flitshandel.
Op eerste gezicht lijkt de uitzending van Lubach op het onschuldig plagen richting een groter (en sterker) bedrijf in een andere (financiele) wereld. Hij vond dat bedrijf via de beurskoersen, en concludeerde dan dat er een bedrijf was dat niet daalde en waar de koersen niet rood kleurden. "Er zijn dus bedrijven die geld verdienen in deze crisis," zo stelt hij terecht, maar dat is niet enkel de "flitshandelaar" maar ook bedrijven die supermarkten uitbaten. Daar hoor ik de nieuws-entertainer Lubach niet over, bv over het feit dat een Belgische grossier haar prijzen sterk verhoogt tijdens deze crisis. Maar goed.
Een sterk punt dat Lubach aanhaalt is de vraag, "waarom de beste wiskundigen bij dit soort snelle bedrijven werkt en niet bezig is met werk dat belangrijker is." Hij maakte een opsomming van beroepen die belangrijk zijn, te beginnen met die in de zorg, dan in de ... en pas aan het einde van het spectrum de (flits)handelaren.
Dat is natuurlijk een punt waar je als performer de lachers op je hand krijgt, want iedereen vindt de zorg belangrijk, maar de grote vraag is of die zachte mening ook uit de harde cijfers blijkt. Waarom werkt de "slimste mens" hoe je dat ook bepaalt, wel voor een beursbedrijf en niet voor een ziekenhuis of zorginstelling?
Hier komen we bij een punt waar mijn eigen situatie ook van invloed is op de tekst die ik schrijf, want ik ben ook een soort handelaar (belegger). Zou ik niet iets belangrijkers moeten doen, en werken voor een ziekenhuis of in de zorg in het algemeen?
Of wat te denken van de politiek, is dat niet het belangrijkste werkterrein dat er is, want dat kan je je idealen tot uitvoer brengen voor een betere wereld. Ok, de ideale wereld bestaat niet, wat er wel bestaat is de markt van vraag en aanbod.
Qua aanbod zal de wiskundige dus kunnen solliciteren bij een zorginstelling om de beste manier te vinden voor de organisatie, maar dan moet men in de zorg ook op zoek zijn naar zo'n iemand. En zijn ze dat? Waar begint precies die betere wereld, bij de vraag van de zorginstellingen en bedrijven of bij het aanbod van capaciteiten van (jongere) mensen?
Wat ik weet van de beurswereld is dat er een kenmerk over de anderen uitsteekt en dat is de mate van vrijheid die je vaak hebt of krijgt. Die vrijheid om te doen wat je wilt, krijg je bij geen enkel ander bedrijf, maar nog meer vrijheid krijg je als zelfstandige. Overleven op de beurs is niet eenvoudig, dus ook hier gaat het om vraag en aanbod. Het feit dat iemand in de beurswereld met zoveel competentie weet te overleven zegt al iets over zijn of haar capaciteiten.
De beurswereld is ook bijzonder leerzaam, het is een wereld die kennisintensief is en continue uitdagend.
Bij organisaties is er veel minder vrijheid. De VPRO lijkt misschien vrij, maar ook daar zijn er hele eenvoudige regeltjes waarje aan moet voldoen. Lubach krijgt de vrijheid om te protesteren en provoceren zolang het de rechter-zijde van het kapitalistische systeem betreft; voor andere onderwerpen heerst er een strakke censuur.
Een onderzoek, waarom de (gemiddelde) wiskundige kiest voor de financiele sector en niet voor de zorg, zou kunnen beginnen bij de universiteit. Daar begint het contact tussen de academische wereld en de bedrijfswereld. Die met het meeste middelen kan zijn concurrentie voor zijn door de beste studenten weg te kapen.
Of een stap eerder, de reclame bepaalt natuurlijk al wat sexy is, en wat niet. Van jongs af aan worden we al gebombardeerd met marketingleuzes die van de grote bedrijven afkomstig zijn. Niet vreemd dat het kapitaal dus op jonge leeftijd al een motiverende factor is voor jongeren, die nog niet aan werk of studie toe zijn.
Op youtube - bij de uitzending van Lubach - las ik de volgende tweet, “The best minds of my generation are thinking about how to make people click ads,” - Hammerbacher. De beste geesten werken dus niet alleen voor de financiele wereld, maar ook voor marketingbedrijven.
Ja, een crisis toont aan dat er heel wat mis is in / met de wereld. Op zondagavond kijken we dan gelukkig even naar een contraire stem, met een ludiek verhaal over wat er precies mis is. Het geweten zegt ons dat er iets niet klopt, maar we kunnen (of willen) er niets aan veranderen. Dat is entertainment.
--
2019/05/the-flash-boys-michael-lewis
Reacties