Turings Tango
Na en bij het lezen van dit boek realiseer ik me weer waarom ik biografieën vaak zo aantrekkelijk vind om te lezen. Het is de combinatie van het leven van iemand die afgezet wordt tegen het tijdsbeeld. Het is een combinatie van geschiedenis en persoonlijke ontwikkeling.
Ik heb een beperkt aantal dingen gelezen over Kunstmatige Intelligentie, maar dit boek geeft me (misschien door de focus op wetenschap) wel de meeste houvast, in de zin van toekomstverkenning. Veel boeken en schrijvers beginnen namelijk met de toekomst van AI, en letterlijk in de toekomst en meestal wel met de boodschap dat het voor de mens slecht afloopt. Door te stellen, zoals in de ondertitel, waarom de mens de computer de baas blijft, weet je al direct dat het goed gaat komen. De mens blijft de baas. Net zoals de mens de baas blijft over kernenergie. De mens blijft de baas over kernwapens en de mens blijft de baas over andere technologische uitvindingen zoals die van Facebook. Die toch wel veel invloed hebben gehad zonder dat we het ons realiseren. Macht en autoriteit, maar dit keer niet over groepen in cultuur, maar over techniek.
Het boek is uit 2012 en geschreven door Bennie Mols, wetenschapsjournalist, en iemand met de nodige titels, dr*.ir.drs. Hij heeft niet alleen natuurkunde gestudeerd, maar ook filosofie.
Het boek heeft acht hoofdstukken en die werken naar een climax toe. Het begint met de achtergrond van de persoon Alan Turing en zijn test. De meeste mensen schat ik kennen de persoon wel, alle IT-ers in ieder geval, maar zelf kende ik de Turings' Test niet. Het leven van Turing komt gedoseerd in het boek aan de orde, waar de laatste details onthuld worden op het einde, en het begin brengt de lezer terug naar de tijd in de oorlog, waar Turing al bezig was met het ontcijferen van enigma-codes. "Een activiteit die doorslaggevend is geweest voor het winnen van deze oorlog." De Test die hij na de oorlog ontwikkelt, is in feite een eenvoudig antwoord op de vraag:kan een machine denken. De test laat proefpersonen achter een beeldscherm zitten en als ze niet kunnen onderscheiden of het antwoord door een computer dan wel mens wordt bedacht, is het antwoord bevestigend.
Het verloop van de Kunstmatige Intelligentie begint na initiële probeersels die al de vorm van een intelligente computer zou gezien kunnen worden, voort met ontwikkelingen van echte computers die daadwerkelijk chatten. Het eerste voorbeeld (in hoofdstuk twee) is dat van uitvinder Ray Kurzweil die verder in het boek een belangrijke rol speelt. Hij ontwikkelt Ramona die al aardig menselijk overkomt, maar toch de Turings test niet doorkomt.
Schaken neemt in het verhaal ook een belangrijke plaats in. Zelf merk ik dat die discussie behoorlijk aan me voorbij gegaan is, behoudens de belangrijkste mijlpalen zoals die van IBM's Deep Blue die ... Kasparov verslaat. Ik lees het verhaal terug en Mols vertelt hoe door een zet van DB Kasparov van zijn stuk wordt gebracht (emotie dus) en daardoor de macht over het schaakstuur verliest.
Maar schaken is wel leuk, lees ik, maar geeft toch maar weinig verbinding met echte werkelijke problemen en uitdagingen. Het is meer een statuskwestie, die de computer moet oplossen om zichzelf te bewijzen. Over rationaliteit en emotie gesproken. Ook daar is de mens de baas, en status speelt dus een rol bij de inzet van techniek. Later komen er wel (meer concrete) toepassingen wanneer IBM zijn Watson mee laat doen aan Jeopardy. [Ik lees vervolgens het jaarverslag van IBM over 2017, en zie dat Watson daar vaak terugkeert bijvoorbeeld in de medische zorgsector]
Zonder lichaam wordt geen brein verliefd, schrijft Mols vervolgens. De essentie is meteen duidelijk. Een brein kan niet zonder lichaam, terwijl een computer dat lichaam moet missen. Het aardige van dit boek tegenover andere die las, is dat de wetenschapsjournalist uitgebreid ingaat op de werking van het brein. Twee wegen zie je naar elkaar toegroeien in het boek, de kennis van het brein aan de ene kant, en de werking van computers aan de andere, en de vraag is of die paden zich ooit gaan kruisen.
De conclusie is al snel getrokken, want Turings Tango slaat op de "symbiose" of in ieder geval toegepaste gebruik van de computer door de mens. Dus in samenhang: de computer heeft kenmerken (feilloos rekenen, geheugencapaciteit, snel zoeken in data, feitenkennis, geen psychologische belemmeringen) en de mens heeft eigenschappen (leervermogen, patroonherkenning, cognitie en lichamelijkheid, sociale context, flexibiliteit en creativiteit) die je niet door elkaar moet proberen te vervangen, maar juist de samenwerking moet zien te bereiken.
De voorbeelden die dan te bedenken zijn zijn divers en enorm, en ook hier merk ik dat ik de meeste voorbeelden niet ken. Zoals het Captcha concept (Luis von Ahn), en de afgeleide daarvan, het reCaptcha dat Google gebruikt bij de OCR techniek om boeken te scannen: een combinatie van mens en computer. Kracht.
In het elektronisch brein komt tot leven (hoofdstuk zes) duikt het onderzoek dieper in het brein en ligt de nadruk op hersensimulatie. Hier kan je je afvragen wat KI-onderzoeker nu precies willen bereiken, een computer in de vorm van een brein maken of KI-evolueren waartoe dat ook mag leiden? Mols somt diverse verschillen op tussen het brein aan de ene kant en de architectuur van de computer aan de andere, zoals: het brein heeft geen adresseerbaar geheugen en geen systeemklok en misschien wel het belangrijkste (dat ook bij bitcoin weer speelt): het brein is energie-efficiënt.
Om het brein te kunnen simuleren met de (honderd miljarden) aanwezige neuronen kost het de komende tijd (...) teveel computer capaciteit om een zinvolle nabootsing te maken. De "natte droom van de nerds," is dat het tot een soort omslagpunt gaat komen, waarin de computer het brein voorbij streeft. Ook hier duikt de naam Ray Kurzweil weer op. Hij voorspelt het wiskundige concept singulariteit voor computers. Dat is het punt dat bereikt wordt in het centrum van een zwart gat.
De gewone lezer haakt dan al af, omdat bij mij in ieder geval het voorstellingsvermogen me voorbij schiet. Zelf denk ik dat er wetenschappers zijn die al dan alleen wiskundige problemen willen oplossen die nooit iemand opgelost heeft, of andere problemen zoals bij het werken aan CERN misschien een nieuw deeltje ontdekken, maar de samenleving leeft rustig verder in onschuldigheid.
Het verhaal stopt wanneer Turing zelf beslist om in een giftige appel te bijten, en de regie over zijn leven in handen houdt, nadat de deze iets eerder verloren was. Die appel, schrijft Mols, staat symbool voor de vraag wat wij in de toekomst willen met computers. Welke rol moet de mens spelen, en hoe kan de computer het beste ingezet worden?
Mooiste zin uit het boek: Onze knapste koppen zijn financiële ingenieurs geworden en niet echte ingenieurs, met catastrofale gevolgen voor beide sectoren.
Een vraag voor de wetenschapsjournalist is: waar komt in de geschiedenis nu meer innovatie vandaan, van wetenschappelijke ontdekkingen, zoals hier beschreven, of door ondernemende ontdekkingen die je meer vindt in de commerciële toepassingen? De vraag naar meer fundamenteel of meer toegepaste wetenschap wordt in dit boek niet helemaal beantwoord. Dat onderscheid is achterhaal, lees ik vaak, maar hier misschien toch duidend. Fundamenteel lijkt het onderzoek naar het brein een statussymboolproject, net zoals de zoektocht naar (en ontdekking van) Hicksdeeltjes. Maar wat brengt ons nu echt verder?
--
Meer lezen,
- Alone Together, why we expect more from technology and less from each other. Sherry Turkle
- The singularity is near - When humans transcend biology, Ray Kurzweil.
* - Het proefschrift van de auteur gaat over de wereld van de PhD en haar bijdrage aan de maatschappij. De titel luidt: To the heart of the challenge.
--
2019/03/ai-superpowers
Ik heb een beperkt aantal dingen gelezen over Kunstmatige Intelligentie, maar dit boek geeft me (misschien door de focus op wetenschap) wel de meeste houvast, in de zin van toekomstverkenning. Veel boeken en schrijvers beginnen namelijk met de toekomst van AI, en letterlijk in de toekomst en meestal wel met de boodschap dat het voor de mens slecht afloopt. Door te stellen, zoals in de ondertitel, waarom de mens de computer de baas blijft, weet je al direct dat het goed gaat komen. De mens blijft de baas. Net zoals de mens de baas blijft over kernenergie. De mens blijft de baas over kernwapens en de mens blijft de baas over andere technologische uitvindingen zoals die van Facebook. Die toch wel veel invloed hebben gehad zonder dat we het ons realiseren. Macht en autoriteit, maar dit keer niet over groepen in cultuur, maar over techniek.
Het boek is uit 2012 en geschreven door Bennie Mols, wetenschapsjournalist, en iemand met de nodige titels, dr*.ir.drs. Hij heeft niet alleen natuurkunde gestudeerd, maar ook filosofie.
Het boek heeft acht hoofdstukken en die werken naar een climax toe. Het begint met de achtergrond van de persoon Alan Turing en zijn test. De meeste mensen schat ik kennen de persoon wel, alle IT-ers in ieder geval, maar zelf kende ik de Turings' Test niet. Het leven van Turing komt gedoseerd in het boek aan de orde, waar de laatste details onthuld worden op het einde, en het begin brengt de lezer terug naar de tijd in de oorlog, waar Turing al bezig was met het ontcijferen van enigma-codes. "Een activiteit die doorslaggevend is geweest voor het winnen van deze oorlog." De Test die hij na de oorlog ontwikkelt, is in feite een eenvoudig antwoord op de vraag:kan een machine denken. De test laat proefpersonen achter een beeldscherm zitten en als ze niet kunnen onderscheiden of het antwoord door een computer dan wel mens wordt bedacht, is het antwoord bevestigend.
Het verloop van de Kunstmatige Intelligentie begint na initiële probeersels die al de vorm van een intelligente computer zou gezien kunnen worden, voort met ontwikkelingen van echte computers die daadwerkelijk chatten. Het eerste voorbeeld (in hoofdstuk twee) is dat van uitvinder Ray Kurzweil die verder in het boek een belangrijke rol speelt. Hij ontwikkelt Ramona die al aardig menselijk overkomt, maar toch de Turings test niet doorkomt.
Schaken neemt in het verhaal ook een belangrijke plaats in. Zelf merk ik dat die discussie behoorlijk aan me voorbij gegaan is, behoudens de belangrijkste mijlpalen zoals die van IBM's Deep Blue die ... Kasparov verslaat. Ik lees het verhaal terug en Mols vertelt hoe door een zet van DB Kasparov van zijn stuk wordt gebracht (emotie dus) en daardoor de macht over het schaakstuur verliest.
Maar schaken is wel leuk, lees ik, maar geeft toch maar weinig verbinding met echte werkelijke problemen en uitdagingen. Het is meer een statuskwestie, die de computer moet oplossen om zichzelf te bewijzen. Over rationaliteit en emotie gesproken. Ook daar is de mens de baas, en status speelt dus een rol bij de inzet van techniek. Later komen er wel (meer concrete) toepassingen wanneer IBM zijn Watson mee laat doen aan Jeopardy. [Ik lees vervolgens het jaarverslag van IBM over 2017, en zie dat Watson daar vaak terugkeert bijvoorbeeld in de medische zorgsector]
Zonder lichaam wordt geen brein verliefd, schrijft Mols vervolgens. De essentie is meteen duidelijk. Een brein kan niet zonder lichaam, terwijl een computer dat lichaam moet missen. Het aardige van dit boek tegenover andere die las, is dat de wetenschapsjournalist uitgebreid ingaat op de werking van het brein. Twee wegen zie je naar elkaar toegroeien in het boek, de kennis van het brein aan de ene kant, en de werking van computers aan de andere, en de vraag is of die paden zich ooit gaan kruisen.
De conclusie is al snel getrokken, want Turings Tango slaat op de "symbiose" of in ieder geval toegepaste gebruik van de computer door de mens. Dus in samenhang: de computer heeft kenmerken (feilloos rekenen, geheugencapaciteit, snel zoeken in data, feitenkennis, geen psychologische belemmeringen) en de mens heeft eigenschappen (leervermogen, patroonherkenning, cognitie en lichamelijkheid, sociale context, flexibiliteit en creativiteit) die je niet door elkaar moet proberen te vervangen, maar juist de samenwerking moet zien te bereiken.
De voorbeelden die dan te bedenken zijn zijn divers en enorm, en ook hier merk ik dat ik de meeste voorbeelden niet ken. Zoals het Captcha concept (Luis von Ahn), en de afgeleide daarvan, het reCaptcha dat Google gebruikt bij de OCR techniek om boeken te scannen: een combinatie van mens en computer. Kracht.
In het elektronisch brein komt tot leven (hoofdstuk zes) duikt het onderzoek dieper in het brein en ligt de nadruk op hersensimulatie. Hier kan je je afvragen wat KI-onderzoeker nu precies willen bereiken, een computer in de vorm van een brein maken of KI-evolueren waartoe dat ook mag leiden? Mols somt diverse verschillen op tussen het brein aan de ene kant en de architectuur van de computer aan de andere, zoals: het brein heeft geen adresseerbaar geheugen en geen systeemklok en misschien wel het belangrijkste (dat ook bij bitcoin weer speelt): het brein is energie-efficiënt.
Om het brein te kunnen simuleren met de (honderd miljarden) aanwezige neuronen kost het de komende tijd (...) teveel computer capaciteit om een zinvolle nabootsing te maken. De "natte droom van de nerds," is dat het tot een soort omslagpunt gaat komen, waarin de computer het brein voorbij streeft. Ook hier duikt de naam Ray Kurzweil weer op. Hij voorspelt het wiskundige concept singulariteit voor computers. Dat is het punt dat bereikt wordt in het centrum van een zwart gat.
De gewone lezer haakt dan al af, omdat bij mij in ieder geval het voorstellingsvermogen me voorbij schiet. Zelf denk ik dat er wetenschappers zijn die al dan alleen wiskundige problemen willen oplossen die nooit iemand opgelost heeft, of andere problemen zoals bij het werken aan CERN misschien een nieuw deeltje ontdekken, maar de samenleving leeft rustig verder in onschuldigheid.
Het verhaal stopt wanneer Turing zelf beslist om in een giftige appel te bijten, en de regie over zijn leven in handen houdt, nadat de deze iets eerder verloren was. Die appel, schrijft Mols, staat symbool voor de vraag wat wij in de toekomst willen met computers. Welke rol moet de mens spelen, en hoe kan de computer het beste ingezet worden?
Mooiste zin uit het boek: Onze knapste koppen zijn financiële ingenieurs geworden en niet echte ingenieurs, met catastrofale gevolgen voor beide sectoren.
Een vraag voor de wetenschapsjournalist is: waar komt in de geschiedenis nu meer innovatie vandaan, van wetenschappelijke ontdekkingen, zoals hier beschreven, of door ondernemende ontdekkingen die je meer vindt in de commerciële toepassingen? De vraag naar meer fundamenteel of meer toegepaste wetenschap wordt in dit boek niet helemaal beantwoord. Dat onderscheid is achterhaal, lees ik vaak, maar hier misschien toch duidend. Fundamenteel lijkt het onderzoek naar het brein een statussymboolproject, net zoals de zoektocht naar (en ontdekking van) Hicksdeeltjes. Maar wat brengt ons nu echt verder?
--
Meer lezen,
- Alone Together, why we expect more from technology and less from each other. Sherry Turkle
- The singularity is near - When humans transcend biology, Ray Kurzweil.
* - Het proefschrift van de auteur gaat over de wereld van de PhD en haar bijdrage aan de maatschappij. De titel luidt: To the heart of the challenge.
--
2019/03/ai-superpowers
Reacties