Niko's Nature (Hans Kruuk)
Nico's Nature is een biografie over het leven van Niko Tinbergen, geschreven door iemand die met hem samengewerkt heeft en zoals te lezen valt erg is geïnspireerd door deze bioloog die de Nobelprijs voor... in ontvangst kon nemen. "A life of Niko Tinbergen and the science of animal behaviour."
Het boek is chronologisch gestructureerd in tien hoofdstukken, en gaat samen met de tekeningen van de hand van de bioloog, of dieren-gedrags-onderzoeker.
- Wilde vogels en wetenschap
- A dutch upbringing
- Student years
- the ethologist in the 1930s
- The second world war and after
- Tarting Again: Oxford in the 1950s
- Niko's two worlds: Oxford in the 1960s
- The Nobel Prize and human behaviour
- Winding Down
- Niko's legacy
Het eerste hoofdstuk gaat over de ontmoeting tussen auteur en de bioloog. Tinbergen was een "niet-ceremonies (informeel) persoon die op zoek was nar het leven van vogels, iemand die in de natuur liep, een naturist in hart en nieren. Ethologie was toen bekend, maar moest nog helemaal ontwikkeld worden, en daar gaat een groot deel van de biografie over. Het gedrag van dieren, dat nu met iemand als Frans de Waal heel normaal is juist door het toepassingsgebied op beter begrijpen van de mens. Het ging Tinbergen om de functie van het dier, en niet de interne opbouw. Tinbergen was een veldwerker, en hij wilde dieren beïnvloeden zodat hun "biologische geheimen zichtbaar werden." Het werk van Tnibergen vulde een gat dat Darwin had achter gelaten en pas opgevuld werd door hem en Konrad Lorenz "een naam die veel in de biografie zal terugkeren" en leidde tot de comparatieve psychologie. Beiden waren meesterlijke observatoren, vrienden maar stonden tegen elkaar gedurende de oorlog en waren tegenpolen: de ene een stortvloed aan woorden, Niko de stille beschouwer van de wereld om hem heen.
Hoofdstuk twee gaat in op de familie Tinbergen, de 4 jaar oudere broer, Jan. Een gezellige familie, liberale kenmerken, en een vader met een some what prudish sense of humor en een moeder die altijd begripvol was, opgewekt en zorgzaam centrum van "hart en thuis." Desondanks groeien de kinderen - (Voor Niko komt Jacomien, en na Niko komt nog Dik (twee) en Luuk (acht) jaar jonger - niet echt samen op. Met Luuk ontwikkeld het contact het diepst. Jan wordt - zo lijkt uit het einde van het boek, toch de rivaal. Juist dit punt interesseert me het meest, wanneer de biograaf vertelt dat de oudste broer in feite toch wat jaloers was op zijn jongere rivaal die meer charismatisch was en minder gedwongen zijn pad volgde (mijn vertaling).
Jan was a "quantifier," schrijft Kruuk (in het Engels). Alles kon in cijfers uitgedrukt worden en werd zo de gevierde vader van de econometrie. We zullen nooit weten hoe Niko zich ontwikkeld had, wanneer hij Jan's kwantitatieve spoor had gevolgd, HETGEEN HIJ NIET DEED. Er zat een wereld van verschil tussen beiden en later waren hun vrouwen ook niet echt "close." hetgeen ook niet hielp. Niko was eerder lui dan zijn hardwerkende broer en liep liever buiten dan dat Jan de wetenschap via boeken assimileerde. Niko was wantrouwig tegen de academische wereld waarin zijn broer zich zo goed voelde.
Niko was atletisch en sportief, speelde hockey en schaatsen, terwijl Jan meer de fietser was uit verplichting om treingeld uit te sparen (dit is informatie uit de biografie van Jan en niet van Niko).
Met Gerard Thijmstra ontwikkelde Niko een persoonlijke vriendschap waarin vogels een gezamenlijke deler was. het was Gerard die Niko "in het zadel hielp." Dan gaat Niko nar Groenland en leert daar het concept van territory, een gebied dat een dier beschermt tegen buitenstaanders [of dit symbolisch wordt, wordt niet duidelijk]. De vrouw van Niko had scheikunde gestudeerd maar wild daar geen carrière in maken. Ze is overtuigd van de kracht van haar man en wil hem in alles ondersteunen en geeft haar eigen ideeën op.
Eenmaal in Leiden wanneer zijn broer al een gevierd wetenschapper is met kwantitatieve methodes, krijgt Niko volop de kans dit pad te volgen, maar door hun rivaliteit in hun jeugd is de band te los waardoor de mogelijk invloed van de oudere broer niet in het werk van Niko kan settelen. Daar ontmoet hij ook Konrad Lorenz, een grote man van wie een andere latere grootheid Desmond Morris zegt, een flamboyant en kleurrijk persoon te zijn. IN 1940 bezegelt Tinbergen zijn expertise als etholoog met een presentatie in Leiden.
Bij het ontvangst van de Nobelprijs wil het publiek dan wel weten hoe twee broer dezelfde prijs in ontvangst kunnen nemen, maar alle speculaties worden door beiden weggevaagd met de opmerking dat ze in een vruchtbare voedingsbodem opgegroeid zijn. Meer niet.
Waar de broer ook verschillen, niet qua karakter of misschien ook wel is na "pensioen" of afbouw. Jan blijft de harde werker, Niko begint steeds meer te roken tot (meer dan) 500 sigaretten per week en zijn conditie wordt slechter en slechter. Niet alleen zijn conditie. Ook zijn gedrag! dat is bijzonder. Typisch? Of gewoon schokkerend. Zijn bewondering voor de wereld om hem heen verdwijnt, hij blijft observeren, maar de diepere vragen verdwijnen. Uiteindelijk leidt hij aan depressies, ironisch wanneer je bedenkt dat hij de Nobelprijs voor medicijnen in de wacht had gesleept.
Zoals in de structuur al duidelijk wordt, maar waar ik hier niet in ben gegaan is zijn emigratie naar Engeland (Oxford) en wanneer hij bij zijn pensioen en eenmaal depressief terugkeert voelt hij zich onthecht in een land waar de natuur die hij als jongen zo herkende en waardeerde vervangen is door stedenbouw (cultuur?) die hij verafschuwde. Nikos concerns were often with the fate of humanity rather than with the conservation of the natural world. Hij was een bescheiden wetenschapper. Maar aan het eind komen de twee broer toch dichter bij elkaar. Jan als een gigant, tegenpolen die dan uiteindelijk met elkaar een briefwisseling beginnen "after a lifetime of neglect," waar - wederom - de beider vrouwen debet aan zijn volgens de biograaf. Maar, zo schrijft Kruuk, het was Jan die de wetenschappelijke bijdrage van zijn jongere broer probeerde te ontcijferen, nooit andersom. Niko zei tegen iemand: mijn broer wil alles meten, en mensen gelukkig maken, maar hoe meet je dat geluk??
Niko was de avonturier, en wat ze deelden ws misschien de zorg van overvraging van de natuurlijke resources in de wereld. het was Jan die jaloers was op zijn jongere broer: dat werd duidelijk via een indirecte ontmoeting met iemand anders waar zijn broer ter sprake kwam. Daarin zei hij: in wetenschap zijn er de kleine mensen die accuraat werken en de wilden die met de grote ideeën komen, die getoetst moeten worden door de exacte kleine mensen. "And i belong to the wild men." maar het was niet dat wat hij in zijn broer bewonderde, maar wat hij zelf wilde zijn [Jan]. Desondanks hun toenadering op latere leeftijd werd het gat niet meer opgevuld. "Gewoonweg, omdat Niko daar geen behoefte aan had."
Als evaluatie schrijft Kruuk, was Niko iemand die met iedereen kon samenwerken en zodoende veel bereikte, hij was charmant , "considerate," en een liefelijk gevoel voor plezier en humor en niet te vergeten met de steun van een vrouw die alles voor hem (op)gaf.
Daarnaast was hij een echte innovator in zijn observerende methode en bracht grote bijdrage aan het nature-nurture-debat dat volgens hem vele grijstinten had. gedrag hangt van vele factoren af. Het leven en de biografie sluit af met wat zijn opvolger in die wereld was de sociobiologie van Edward Wilson...
Reacties