De eeuw van J.L. Heldring, 1917-2013 (Hugo Arlman)
De titel van dit boek sprak me erg aan. "De eeuw van," daar zat het in. En daar was ik naar op zoek, hoe zou de eeuw van Heldring (volgens) Heldring en of zijn biograaf eruit hebben gezien?
Ik moet bekennen dat ik de naam Heldring (met voornaam Jérôme Louis) voornamelijk van horen-zeggen ken. Columnist van de NRC, veel verder ging het niet. In deze blog komt zijn naam toch een keer voor, merkte ik zojuist. Dat betreft een uitspraak over het humanisme - hij is tegen die beweging omdat ... (zie link), maar dit komt in de biografie juist niet terug. De term humanist valt niet. Het boek is zeker interessant, al dekt de titel niet geheel de lading van het boek. Ja, de eeuw komt wel ter sprake, maar niet zo nadrukkelijk.
Het verhaal begint over zijn afkomst, over zijn familie, dat hij de jongste telg aan de boom was, en dat hij "als gretige lezer," naar het gymnasium gaat (Barlaeus) en daar met allemaal achten (voor - ook de oude - talen) zijn diploma haalt. Allemaal? Nee, dat net niet, alleen voor wiskunde haalt hij een zes. Dat soort details intrigeren me in een biografie. En ik ben dan vooral benieuwd of die zes niet eigenlijk een vijf had moeten zijn, maar daar doet de biograaf geen onderzoek naar. "Leiden" is een logische keuze als studie-omgeving, en rechten ook. "Daar kan je alle kanten mee op." Dat gold toen al. "Ook de journalistiek."
Heldring ontwikkelt zich al snel als schrijver en weet op het gym-schoolkrant al publicaties neer te zetten met uitgesproken meningen over de cultuur van Nederland als contrast met Frankrijk () en Duitsland ()...
Ook de huwelijkspartner en haar familie worden genoemd, de partner is daarbij minder nadrukkelijk aanwezig dan haar eigen vader in het verhaal. Zij wordt soms van te weinig intellectueel niveau gezien, lees ik. Ook komt een keer in het verhaal de bewondering van de hoofdpersoon voor een vrouwelijke tegenspeelster terug, maar als pennenstreek, niet als uitdrukkelijke paragraaf laat staan hoofdstuk.
Dat Heldring voor uitgever Brill gaat werken is ook bijzonder, omdat de uitgever Brill nog steeds op de beurs staat en er niet zoveel publiek over bekend is; het is een uitgever van de meer exotische werken. Later vervolgt zijn carrière richting New York (en niet toevallig merkt hij dat Prins Bernard daar regelmatig vertoeft en later in het boek claimt Heldring de term malversaties in relatie tot deze prins, hetgeen hem niet in dank wordt afgenomen. Juliana is al eerder aan bod gekomen) en het NRC, die dan nog niet gefuseerd is, in Rotterdam, waar ook de nodige culturele details bovendrijven. Interessant is het verhaal over Henk Blokland (ze kennen elkaar uiteindelijk meer dan 40 jaar), en andere redacteurs die allemaal mooi geprofileerd worden. ["Amsterdam versus Rotterdam" blijft dan weer wat onbelicht, m.i.] Heldring krijgt als het gaat om profielkenmerken, o.a. "afstandelijkheid" mee. Ook dat is bijzonder, want juist in de journalistiek past afstandelijkheid en neutraliteit goed. Die neutraliteit is echter zeker niet altijd zijn partner, bijvoorbeeld wanneer het over Nederlands Indië gaat dan is Heldring faliekant tegen doorzetten van het regime, en ook over Israël, een land dat Nederlanders bewonderen (die Israëliërs hebben dat land toch maar opgebouwd!), en waar in die tijd men voorstander voor was. Als het gaat om Israël kruipt de emotie bij Heldring de pen in. Ter faveure.
Een apart deel is gewijd aan "dezer dagen," de columns die Heldring sinds 1960 (meen ik me te herinneren) schrijft. Aanvankelijk drie keer per week, en uiteindelijk wekelijks. Die overgang wordt uitvoerig beschreven in het boek. Maar juist de tijdgeest erom heen blijft toch wat onbelicht. Wel komen uitvoerig alle belangrijke politieke onderwerpen zoals Rusland, weer de koude oorlog, de VS, Reagan, "wiens masker valt bij de Irangate," Gorbatchov en natuurlijk ook Europa aan bod. Heldring is tegen een gezamenlijk Europa, niet uit ideologisch standpunt, maar omdat hij weet uit ervaring en kennis van het recht dat het toch niet zal werken. Europa zal nooit een gezamenlijke vuist kunnen maken, heeft geen buitenlands beleid en blijft keuvelen over details (dat laatste is even mijn vertaling). Europa is zowel te groot, als te klein... Over de Duitse hereniging is hij ook sceptisch.
Ik moet bekennen dat ik de naam Heldring (met voornaam Jérôme Louis) voornamelijk van horen-zeggen ken. Columnist van de NRC, veel verder ging het niet. In deze blog komt zijn naam toch een keer voor, merkte ik zojuist. Dat betreft een uitspraak over het humanisme - hij is tegen die beweging omdat ... (zie link), maar dit komt in de biografie juist niet terug. De term humanist valt niet. Het boek is zeker interessant, al dekt de titel niet geheel de lading van het boek. Ja, de eeuw komt wel ter sprake, maar niet zo nadrukkelijk.
Het verhaal begint over zijn afkomst, over zijn familie, dat hij de jongste telg aan de boom was, en dat hij "als gretige lezer," naar het gymnasium gaat (Barlaeus) en daar met allemaal achten (voor - ook de oude - talen) zijn diploma haalt. Allemaal? Nee, dat net niet, alleen voor wiskunde haalt hij een zes. Dat soort details intrigeren me in een biografie. En ik ben dan vooral benieuwd of die zes niet eigenlijk een vijf had moeten zijn, maar daar doet de biograaf geen onderzoek naar. "Leiden" is een logische keuze als studie-omgeving, en rechten ook. "Daar kan je alle kanten mee op." Dat gold toen al. "Ook de journalistiek."
Heldring ontwikkelt zich al snel als schrijver en weet op het gym-schoolkrant al publicaties neer te zetten met uitgesproken meningen over de cultuur van Nederland als contrast met Frankrijk () en Duitsland ()...
Ook de huwelijkspartner en haar familie worden genoemd, de partner is daarbij minder nadrukkelijk aanwezig dan haar eigen vader in het verhaal. Zij wordt soms van te weinig intellectueel niveau gezien, lees ik. Ook komt een keer in het verhaal de bewondering van de hoofdpersoon voor een vrouwelijke tegenspeelster terug, maar als pennenstreek, niet als uitdrukkelijke paragraaf laat staan hoofdstuk.
Dat Heldring voor uitgever Brill gaat werken is ook bijzonder, omdat de uitgever Brill nog steeds op de beurs staat en er niet zoveel publiek over bekend is; het is een uitgever van de meer exotische werken. Later vervolgt zijn carrière richting New York (en niet toevallig merkt hij dat Prins Bernard daar regelmatig vertoeft en later in het boek claimt Heldring de term malversaties in relatie tot deze prins, hetgeen hem niet in dank wordt afgenomen. Juliana is al eerder aan bod gekomen) en het NRC, die dan nog niet gefuseerd is, in Rotterdam, waar ook de nodige culturele details bovendrijven. Interessant is het verhaal over Henk Blokland (ze kennen elkaar uiteindelijk meer dan 40 jaar), en andere redacteurs die allemaal mooi geprofileerd worden. ["Amsterdam versus Rotterdam" blijft dan weer wat onbelicht, m.i.] Heldring krijgt als het gaat om profielkenmerken, o.a. "afstandelijkheid" mee. Ook dat is bijzonder, want juist in de journalistiek past afstandelijkheid en neutraliteit goed. Die neutraliteit is echter zeker niet altijd zijn partner, bijvoorbeeld wanneer het over Nederlands Indië gaat dan is Heldring faliekant tegen doorzetten van het regime, en ook over Israël, een land dat Nederlanders bewonderen (die Israëliërs hebben dat land toch maar opgebouwd!), en waar in die tijd men voorstander voor was. Als het gaat om Israël kruipt de emotie bij Heldring de pen in. Ter faveure.
Een apart deel is gewijd aan "dezer dagen," de columns die Heldring sinds 1960 (meen ik me te herinneren) schrijft. Aanvankelijk drie keer per week, en uiteindelijk wekelijks. Die overgang wordt uitvoerig beschreven in het boek. Maar juist de tijdgeest erom heen blijft toch wat onbelicht. Wel komen uitvoerig alle belangrijke politieke onderwerpen zoals Rusland, weer de koude oorlog, de VS, Reagan, "wiens masker valt bij de Irangate," Gorbatchov en natuurlijk ook Europa aan bod. Heldring is tegen een gezamenlijk Europa, niet uit ideologisch standpunt, maar omdat hij weet uit ervaring en kennis van het recht dat het toch niet zal werken. Europa zal nooit een gezamenlijke vuist kunnen maken, heeft geen buitenlands beleid en blijft keuvelen over details (dat laatste is even mijn vertaling). Europa is zowel te groot, als te klein... Over de Duitse hereniging is hij ook sceptisch.
Interessant is een detail over Chomsky, die over zijn eigen vaderland kritiek levert, iets dat voor Heldring onbegrijpelijk is.
"Het is belangrijker om gelijk te hebben, dan gelijk te krijgen," is een adagium waar Heldring nog mee opgroeit. Ook zo'n prachtige zinswending, maar die toch wat flauw en los in het geheel valt en staat. Of deze, iets later in het verhaal: "Heldring had het niet zo met idealisten."
Was Heldring een taalgoeroe of commaneuker, heet een hoofdstuk, dat specifiek over taal gaat. Soms een commaneuker dus. Maar vooral belangrijk is zijn stellingname over slordig denken; taal is een instrument om zorgvuldig te denken.
De culturele aspecten in het boek zijn vooral gericht op de politieke situatie uit zijn columns. Met cultuur op zich heeft Heldring niet zo veel, en hij citeert ... die zegt: "als ik cultuur hoor, pak ik mijn revolver." Toch schrijft hij over de cultuurverschillen met Frankrijk en Duitsland die niet zo nonchalant over hun eigen taal en literatuur doen (wederom mijn woorden). Over Nederland is hij terecht kritisch, maar meestal opbouwend, over Srebrenica zegt hij bijvoorbeeld: "dat is een hypotheek die op ons allen drukt."
Waar ik na het eerste keer lezen nog niet over uit ben is hoe de uiteindelijk "non-conformist" Heldring tot stand is gekomen, terwijl zijn wortels en geschiedenis juist zo conventioneel waren. Bijzonder interessant verhaal. Als ik tijd heb schrijf ik een uitgebreider (en minder slordig) vervolg...
--
2012/09/humanisme-4
Hij schrijft over individualiteit (dat is het anders zijn dan anderen en dus in een vacuüm is er geen individualiteit), en over cultuurverschillen, over de Grieken (vertrouw niet op hun geschenken), en Spanjaarden, ... en over de staten die in de romantiek zijn blijven hangen en die de verlichting hebben omarmd. En de rol van Polen, als grensstaat voor Europa...
Net zoals het individu krijgt ook de staat en de natie aandacht. Deze laatste bestaat bij gratie van een conflict, en niet door samenhang van ras of andere kenmerken van haar leden (ook dit is vrij vertaald).
De koude oorlog moet veel indruk hebben gemaakt en veel van het politieke denken van Heldring hebben gestuurd. Want het thema loopt als een rode draad door het hele verhaal heen.
De koude oorlog moet veel indruk hebben gemaakt en veel van het politieke denken van Heldring hebben gestuurd. Want het thema loopt als een rode draad door het hele verhaal heen.
"Het is belangrijker om gelijk te hebben, dan gelijk te krijgen," is een adagium waar Heldring nog mee opgroeit. Ook zo'n prachtige zinswending, maar die toch wat flauw en los in het geheel valt en staat. Of deze, iets later in het verhaal: "Heldring had het niet zo met idealisten."
Was Heldring een taalgoeroe of commaneuker, heet een hoofdstuk, dat specifiek over taal gaat. Soms een commaneuker dus. Maar vooral belangrijk is zijn stellingname over slordig denken; taal is een instrument om zorgvuldig te denken.
De culturele aspecten in het boek zijn vooral gericht op de politieke situatie uit zijn columns. Met cultuur op zich heeft Heldring niet zo veel, en hij citeert ... die zegt: "als ik cultuur hoor, pak ik mijn revolver." Toch schrijft hij over de cultuurverschillen met Frankrijk en Duitsland die niet zo nonchalant over hun eigen taal en literatuur doen (wederom mijn woorden). Over Nederland is hij terecht kritisch, maar meestal opbouwend, over Srebrenica zegt hij bijvoorbeeld: "dat is een hypotheek die op ons allen drukt."
Waar ik na het eerste keer lezen nog niet over uit ben is hoe de uiteindelijk "non-conformist" Heldring tot stand is gekomen, terwijl zijn wortels en geschiedenis juist zo conventioneel waren. Bijzonder interessant verhaal. Als ik tijd heb schrijf ik een uitgebreider (en minder slordig) vervolg...
--
2012/09/humanisme-4
Reacties