God als misvatting
Zo is de vertaling van het boek van Richard Dawkins, the god delusion. Hij begint de eerste paragrafen van zijn boek met de vraagstelling of religies de bron van al het kwaad zijn. Een veelgestelde vraag. Nee, niet al het kwaad, lees ik al snel.
Ik kwam op dit boek - nadat het lang ongelezen in de kast stond -door een andere schrijver die stelde dat Dawkins zichzelf enige twijfel voorbehoudt omtrent het bestaan van God, hij kan het niet met honderd procent zekerheid zeggen, maar - in categorie zes, very low prabability, but not zero. De kans dus dat god bestaat "is niet nul."
In het boek zit een referentie naar een andere "wetenschapper," die via een Bayesiaans algoritme de kans wil berekenen dat God wel bestaat. Hij komt uit op 67% (The probability of God).
Wat vind ik zo bijzonder aan dit boek? Allereerst de kleur van de kaft. Rood (en zwart). Rood is een agressieve kleur, de kleur die past bij het nemen van risico. Is deze exercitie puur een verkooptruc om een boek wat marketingkleur mee te geven, in de hoop dat het een bestseller wordt?
Ten tweede is het in onze cultuur een taboe om publiekelijk het bestaan van God te betwijfelen. Daar is dus moed voor nodig, al zou ik het zelf nooit doen, omdat, al denkend, ik eerder respect zou opbrengen om de discussie niet aan te zwengelen, voor de gelovigen.
Ten derde. Er valt zoveel te bedenken en over te schrijven. Waarom precies dit onderwerp nemen? Wie is hier de doelgroep? Gelovigen zullen niet geïnteresseerd zijn, en blijven de minder gelovigen over. Mensen die het niet zeker weten, maar die vinden hier - met statistiek onderbouwd - toch geen antwoord. Waarschijnlijk is dus het boek geschreven tegen een bepaalde doelgroep.
Ook de vraag of ik, welk boek wel of niet moet lezen, ligt met dit boek voor me. Wanneer is een boek lezenswaardig, afhankelijk van een eigen interesse? Ik denk dan bij mij aan #MCenV, en dan is er zeker een raaklijn. Namelijk in hoofdstuk zes, the root of morality, why are we good? reserveert ruimte voor een belangrijke culturele vraag. Het is de vraag of religie nut heeft, als het gaat om moraal. De antwoorden zijn natuurlijk te verwachten, ondanks of dankzij, het selfish gen is de mens tot samenwerking geneigd: (There are four good Darwinian reasons for individuals to be altruistic:
• Genetic kinship: care for those who share similar genetic make-up.
• Reciprocation: giving of favours in anticipation of a payback.
• Acquiring a good reputation for generosity and kindness.
• Conspicuous generosity demonstrates superiority. (bron: Phil Edwards, 2008)
Maar wat me nog het meeste intrigeert is dat in mijn visie, iedereen gelooft. Van het psychologische belief, en het geloven in eigen gelijk, tot het geloven in de validiteit van de ene theorie of paradigma ten opzichte van het andere. Iedereen gelooft. Bijvoorbeeld de coach. Of de transitiedeskundige die een rechtszaak aanspant tegen de staat omtrent het klimaat. Met of zonder religie, met of zonder god, geloven doet iedereen. Dat kan geen misvatting zijn.
--
2018/03/biologie-verplicht-2
Ik kwam op dit boek - nadat het lang ongelezen in de kast stond -door een andere schrijver die stelde dat Dawkins zichzelf enige twijfel voorbehoudt omtrent het bestaan van God, hij kan het niet met honderd procent zekerheid zeggen, maar - in categorie zes, very low prabability, but not zero. De kans dus dat god bestaat "is niet nul."
In het boek zit een referentie naar een andere "wetenschapper," die via een Bayesiaans algoritme de kans wil berekenen dat God wel bestaat. Hij komt uit op 67% (The probability of God).
Wat vind ik zo bijzonder aan dit boek? Allereerst de kleur van de kaft. Rood (en zwart). Rood is een agressieve kleur, de kleur die past bij het nemen van risico. Is deze exercitie puur een verkooptruc om een boek wat marketingkleur mee te geven, in de hoop dat het een bestseller wordt?
Ten tweede is het in onze cultuur een taboe om publiekelijk het bestaan van God te betwijfelen. Daar is dus moed voor nodig, al zou ik het zelf nooit doen, omdat, al denkend, ik eerder respect zou opbrengen om de discussie niet aan te zwengelen, voor de gelovigen.
Ten derde. Er valt zoveel te bedenken en over te schrijven. Waarom precies dit onderwerp nemen? Wie is hier de doelgroep? Gelovigen zullen niet geïnteresseerd zijn, en blijven de minder gelovigen over. Mensen die het niet zeker weten, maar die vinden hier - met statistiek onderbouwd - toch geen antwoord. Waarschijnlijk is dus het boek geschreven tegen een bepaalde doelgroep.
Ook de vraag of ik, welk boek wel of niet moet lezen, ligt met dit boek voor me. Wanneer is een boek lezenswaardig, afhankelijk van een eigen interesse? Ik denk dan bij mij aan #MCenV, en dan is er zeker een raaklijn. Namelijk in hoofdstuk zes, the root of morality, why are we good? reserveert ruimte voor een belangrijke culturele vraag. Het is de vraag of religie nut heeft, als het gaat om moraal. De antwoorden zijn natuurlijk te verwachten, ondanks of dankzij, het selfish gen is de mens tot samenwerking geneigd: (There are four good Darwinian reasons for individuals to be altruistic:
• Genetic kinship: care for those who share similar genetic make-up.
• Reciprocation: giving of favours in anticipation of a payback.
• Acquiring a good reputation for generosity and kindness.
• Conspicuous generosity demonstrates superiority. (bron: Phil Edwards, 2008)
Maar wat me nog het meeste intrigeert is dat in mijn visie, iedereen gelooft. Van het psychologische belief, en het geloven in eigen gelijk, tot het geloven in de validiteit van de ene theorie of paradigma ten opzichte van het andere. Iedereen gelooft. Bijvoorbeeld de coach. Of de transitiedeskundige die een rechtszaak aanspant tegen de staat omtrent het klimaat. Met of zonder religie, met of zonder god, geloven doet iedereen. Dat kan geen misvatting zijn.
--
2018/03/biologie-verplicht-2
Reacties