Uit Balans
Nog mooier zou de omslag geweest zijn, wanneer je de euro als onderdeel van een oude fiets zou zien, met dat grote wiel van voren en een klein wiel van achter. De fietsende Hollander die uit evenwicht raakt.
Uit Balans, is een boek van Jaap van Duijn uit 2016. Het is mooier geschreven dan De Schuldenberg, het komt minder theoretisch over (de potloodstrepen van het theoretische kader zijn onherkenbaar) en het cijfermateriaal zit in evenwicht met het metaforische gehalte dat in het eerdere boek wat ontbrak. Over de Euro(zone), symbolisch op de kaft, schrijft hij in een van de laatste hoofdstukken: de eurozone is als een zieke man (let op sekse, dat is geen toeval) die eigenlijk geopereerd zou moeten worden, maar daar zo tegen opziet dat hij liever chronisch ziek blijft. Een mooi beeld.
Het nadeel van metaforen is dat ze nooit helemaal passen. Want wie is dan precies de zieke man; de Eurozone - lees ik - levert juist voor de noordelijke staten weinig problemen op, ook weinig groei trouwens, maar in ieder geval geen recessie of neergang, terwijl dit juist wel het geval is in de Zuidelijke staten, en daar is precies waar ze de euro willen houden. Een paradox. Wie ervaart dan nu precies dat de eurozone chronisch ziek is?
Uit balans - zo zegt de dubbelzinnige titel is een economisch verhaal. Hoe de Nederlandse economie in het ongerede raakte, is de ondertitel. En het boek beschrijft dan ook een internationale ontwikkeling, maar vooral ook hoe die in Nederland tot uiting komt. "We zijn rijk, maar onze economie is er een van extremen geworden" en dermate uit balans dat een duurzaam herstel niet mag worden verwacht. Dat is de boodschap. In het eerste deel (uit balans) geeft het boek - een beetje in het verlengde van de schuldenberg een uiteenzetting van deze extreme waarden. In dit deel is de algemeen of macro-econoom aan het woord. Diverse thema's passeren waar steeds een extreem ter sprake komt; te beginnen met stagnerende inkomen, logisch gevolgd door de problemen op de huizenmarkt, de situatie bij bedrijven (veel cash), concentratie bij accountants, de bonuscultuur, werkloosheid, inkomensongelijkheid die vervolgens weer uitgelegd wordt in een vervolghoofdstuk door de arbeidsinkomensquota. De rol van de overheid (minder investeren in publieke werken, meer "consumeren") en de toenemende ongelijkheid tussen Noord en Zuid (Europa).
In Te hoog gegrepen, deel twee, lijkt af en toe een andere econoom aan het woord. Een bedrijfseconoom en misschien wel een belegger. Opmerkelijk is de hoeveelheid kennis die door de pagina's heen stromen. Parate kennis, zo lijkt het, waar af en toe een detail van teruggezocht is. Het hoofdstuk de vlucht naar voren, pakt een van de oorzaken aan die geleid hebben tot het uitslaan van de balans. Namelijk de schaalvergroting. Dat speelde zich o.a. af in de tuinbouw, met de alsmaar "groter" wordende tomaat, die daardoor door onze oosterburen der wasserbombe werd genoemd, waarna de tuinders zich gingen heroriënteren (en zo kwam de trostomaat). Schaalvergroting leidt tot lagere prijzen en zorgt voor een neerwaartse spiraal in (de waarde) het aanbod. Veel inspiratie vond de auteur van Robert Gordon (the rise and fall of american growth) die de einde van een groeiperiode beschreef en ingaat op diverse tegenwinden waar we nu mee te maken hebben. Ook de schuldenberg komt opnieuw als oorzaak van de huidige malaise en de "dure vergissing van de euro," komt als laatste oorzaak aan bod. De grootste oorzaak? Wat mij opvalt aan deze auteur is dat deze altijd een stap verder denkt dan anderen. Waar Change (23 things...) het voorbeeld van Jack Welsh aanhaalt, als uitvinder van het fenomeen shareholder value, voegt van Duijn er aan toe dat deze Welsh in 2008 terugkwam op zijn uitspraak: shareholders value is de slechte uitvinding die er is. Ook bijzonder is de inbreng van "de Skidelsky's." Zelf ken ik wel de biografie van Keynes (Skidelsky sr.), maar samen met zijn zoon blijkt het duo nog veel meer geschreven te hebben, bijv. over basisgoederen.
Het laatste deel heeft weer een andere invalshoek en hier zou je de filosoof aan het woord kunnen zien, die de oorzaak van de ellende herleidt op een veranderende moraal en ethiek. Cultuurverandering dus. Het is dan om na te gaan waar Nederland typisch een eigen koers heeft weten te varen dan wel op de golven van de internationale orde meebeweegt. Het voorbeeld van Philips (small is beautiful) laat zien dat zij daar niet alleen in staat, maar Siemens op dezelfde manier haar lichtdivisie afstoot en de healthcare unit (engineers) naar de beurs brengt. De banken in Nederland zitten ook nog vast in de internationale orde want juist de postbank als nutsbank heeft de ING opgegeven. Het meest typische van Nederland is misschien wel de doe-het-zelf-cultuur, als onvermijdelijk resultaat van de "te dure arbeid."
Wat - als het gaat om cultuur - ontbreekt is m.i. de invalshoek waar Nederland door haar karakteristiek niet aan kan ontlopen. Het open karakter, de focus op handel en steeds meer dienstverlening leidt tot lager groei, lees ik wel, maar wat is nu typisch Nederlands en wat is puur de tijdgeest?
Echt filosofisch is het einde, de eeuwige cyclus. Ik ben zelf een cyclusdenker en kan me dan ook volledig vinden in de laatste afsluitende woorden dat de uit balans in feite het resultaat is van een zwaai naar rechts die al lange tijd is ingezet. Eens komt er weer een omslagpunt, maar daar zijn we nog niet. De paradox is wederom dat die draai naar rechts niet heeft geleid tot meer groei, maar alleen meer ongelijkheid.
--
2019/01/de-schuldenberg
Reacties