De schuldenberg
Waar "Geldmoord" met de ene hersenhelft lijkt geschreven is dit boek typisch een product van de andere hersenhelft. Ook hier is een econoom aan het woord (wel iemand met heel wat meer ervaring - Jaap van Duijn), en de rust die spreekt uit dit werk steekt weer af bij het eerder genoemde boek. Het is een verhaal met een logische opbouw en waar het eerste boek met bravoure de boodschap uitschreeuwt moet je hier zoeken naar wat nu precies de conclusie is want die zit verstopt tussen de duidelijke structuur en de onderwijzende toon. Hoe kan het ene boek van het andere (GM) verschillen; want het boek begint met een eenvoudige opening als een pion op een schaakbord: schulden maken. "Nou dat doet iedereen," dus zo vreemd is dat niet. Dat is ook de conclusie: een wereld zonder lenen heeft nooit bestaan.
Maar hoe kon de schuldenlast exploderen? Hier verandert al de toon, met een emotionele lading: schuld is een last geworden. Dat is het probleem van onze tijd, dat vooral de schuldenratio zo is opgelopen. Diverse grafieken in het boek zorgen voor een aangename verstoring bij het lezen. Vooral de Herengracht-index kende ik nog niet en dat is wel een mooie grafiek. Niet geheel toevallig komt in dit boek de FED aan de orde, maar nu is de toon veel neutraler. Van Greenspan "wordt verweten" dat hij te veel en te lang de rente verlaagde. Ook weer anders dan in GM komt inflatie wel ter sprake maar niet als enige boosdoener. De markt wordt in dit boek opgedeeld en het schuldbegrip wordt anatomisch ontleed in onderdelen zoals private-, overheids-bedrijfs- en bankenschuld. Dat onderscheid is nodig omdat de ene schuld (van particulieren) veel gevaarlijker kan zijn dan de andere (van overheden) omdat de ene partij wel (de overheid) en de andere niet (wij als consumenten) schuld aangaan om te investeren. Vooral de huizenschuld in Nederland wordt breed uitgemeten en krijgt een eigen hoofdstuk. De Italianen hebben vooral een overheidsschuld en daarmee lijkt de auteur deze post die iedereen toch met argwaan bekijkt de laatste tijd te bagatelliseren. Onze post hypotheken daarentegen wordt in een slecht licht geplaatst, alsof onze situatie fragieler zou zijn.
Hoofdstuk vijf gaat over de open economie en de rol van het buitenland, want wanneer een land een schuld heeft - dat bij deze vier partijen in balans is - dan is dat te merken in de handelsbalans.
Hoe rijk zijn wij eigenlijk, is ook een onderwerp, en titel van een hoofdstuk en daarin valt (wederom) op dat Italianen in feite rijker zijn dan Amerikanen. Zo zie je dat er in de neutrale titel van schuldenberg, toch wat verrassingen zitten opgesloten.
De schuldenlasten gaan ons allemaal raken. Dat is eenvoudig te begrijpen doordat de noodzakelijke afbouw van schulden de economische groei in de toekomst gaat drukken.
Men moet echter niet te blind staren op overheidsschulden (let op Italiƫ) omdat deze schulden gericht kunnen worden op investeringen die groei van productiviteit kunnen opleveren.
In de afrekening (het laatste hoofdstuk) komt ook een gematigde visie over de Euro ter sprake, maar geen directe kritiek aan het adres van de ECB. De auteur beschrijft een paar alternatieven waarvan hij denkt dat ze weinig kans maken, zoals de opdeling van de euro in twee sterke en zwakke varianten. De belangrijkste les is dat vooral de schuld bij de banken en particulieren (en dus een waarschuwing aan het adres van de Nederlanders) afgebouwd zal moeten worden geholpen door de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek en voor de banken helpt de nieuwe (Basis iii) wetgeving om meer eigen vermogen aan te houden.
Los van sommige kritische noten toch een zeer gematigde visie over de schuldenberg.
--
2016/02/draghi-is-een-slecht-econoom
-- 25 mei 2020, in de financiƫle telegraaf schreef Van Duijn deze column (rechts), over het keerpunt van 2020 door de coronacrisis. met als argument dat de Centrale Banken "de schuldigen" zijn, en over de parallel met de oliecrisis in 1973. We zitten nu nog in een deflationair tijdperk, maar wie de laatste regel leest, weet dat Van Duijn ziet dat inflatie met dit keerpunt om de hoek ligt. Veel experts denken dat trouwens.
Wat mij verbaast is dat alle centrale banken hetzelfde doen, er is geen uitzondering. Was dat in 1973 niet anders?
Maar hoe kon de schuldenlast exploderen? Hier verandert al de toon, met een emotionele lading: schuld is een last geworden. Dat is het probleem van onze tijd, dat vooral de schuldenratio zo is opgelopen. Diverse grafieken in het boek zorgen voor een aangename verstoring bij het lezen. Vooral de Herengracht-index kende ik nog niet en dat is wel een mooie grafiek. Niet geheel toevallig komt in dit boek de FED aan de orde, maar nu is de toon veel neutraler. Van Greenspan "wordt verweten" dat hij te veel en te lang de rente verlaagde. Ook weer anders dan in GM komt inflatie wel ter sprake maar niet als enige boosdoener. De markt wordt in dit boek opgedeeld en het schuldbegrip wordt anatomisch ontleed in onderdelen zoals private-, overheids-bedrijfs- en bankenschuld. Dat onderscheid is nodig omdat de ene schuld (van particulieren) veel gevaarlijker kan zijn dan de andere (van overheden) omdat de ene partij wel (de overheid) en de andere niet (wij als consumenten) schuld aangaan om te investeren. Vooral de huizenschuld in Nederland wordt breed uitgemeten en krijgt een eigen hoofdstuk. De Italianen hebben vooral een overheidsschuld en daarmee lijkt de auteur deze post die iedereen toch met argwaan bekijkt de laatste tijd te bagatelliseren. Onze post hypotheken daarentegen wordt in een slecht licht geplaatst, alsof onze situatie fragieler zou zijn.
Hoofdstuk vijf gaat over de open economie en de rol van het buitenland, want wanneer een land een schuld heeft - dat bij deze vier partijen in balans is - dan is dat te merken in de handelsbalans.
Hoe rijk zijn wij eigenlijk, is ook een onderwerp, en titel van een hoofdstuk en daarin valt (wederom) op dat Italianen in feite rijker zijn dan Amerikanen. Zo zie je dat er in de neutrale titel van schuldenberg, toch wat verrassingen zitten opgesloten.
De schuldenlasten gaan ons allemaal raken. Dat is eenvoudig te begrijpen doordat de noodzakelijke afbouw van schulden de economische groei in de toekomst gaat drukken.
Men moet echter niet te blind staren op overheidsschulden (let op Italiƫ) omdat deze schulden gericht kunnen worden op investeringen die groei van productiviteit kunnen opleveren.
In de afrekening (het laatste hoofdstuk) komt ook een gematigde visie over de Euro ter sprake, maar geen directe kritiek aan het adres van de ECB. De auteur beschrijft een paar alternatieven waarvan hij denkt dat ze weinig kans maken, zoals de opdeling van de euro in twee sterke en zwakke varianten. De belangrijkste les is dat vooral de schuld bij de banken en particulieren (en dus een waarschuwing aan het adres van de Nederlanders) afgebouwd zal moeten worden geholpen door de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek en voor de banken helpt de nieuwe (Basis iii) wetgeving om meer eigen vermogen aan te houden.
Los van sommige kritische noten toch een zeer gematigde visie over de schuldenberg.
--
2016/02/draghi-is-een-slecht-econoom
-- 25 mei 2020, in de financiƫle telegraaf schreef Van Duijn deze column (rechts), over het keerpunt van 2020 door de coronacrisis. met als argument dat de Centrale Banken "de schuldigen" zijn, en over de parallel met de oliecrisis in 1973. We zitten nu nog in een deflationair tijdperk, maar wie de laatste regel leest, weet dat Van Duijn ziet dat inflatie met dit keerpunt om de hoek ligt. Veel experts denken dat trouwens.
Wat mij verbaast is dat alle centrale banken hetzelfde doen, er is geen uitzondering. Was dat in 1973 niet anders?
bron: http://www.huizenmarkt-zeepbel.nl/ |
Reacties