Productiviteit en communiceren

Alles is een kwestie van communiceren. En sommige vormen passen beter bij elkaar dan andere vormen.

Zoals lezen en schrijven. Waarom passen die zo goed bij elkaar? Om te kunnen schrijven moet je eerst leren lezen. Je moet eerst iets kunnen zien, voordat je het kan reproduceren, en dan zijn dat de letters en de structuur. Maar ook in een diepere betekenis of toepassing horen deze bij elkaar. Je kan niet lezen wat eerst door iemand anders geschreven is. Dat klinkt paradoxaal. Je moet eerst kunnen lezen om te schrijven, maar op iets te kunnen lezen, moet het eerst geschreven zijn. Dat is op een ander niveau, natuurlijk, maar is toch wel bijzonder.

Luisteren en spreken horen ook meer bij elkaar dan elk van de andere vormen. In beide gevallen is het onderliggende kenmerk de synchronisatie van de communicatie. Lezen en schrijven zijn asynchrone vormen, spreken en luisteren synchroon. In een gesprek wisselen luisteren en spreken elkaar af. Ze hebben elkaar nodig.   

Qua productiviteit zijn er bepaalde vormen die meer of minder goed bij elk van deze communicatievormen passen.
Zoals spreken en verkopen. Copywriters kunnen perfect verleidende teksten schrijven en online verkopen zijn een symbool van deze digitale tijd. Maar in essentie is verkopen een activiteit die geassocieerd wordt met mondelinge taal. Een verkoper informeert een klant, hij doet deze een aanbieding, en de finishing touch is net dat commerciële zetje, dat woord waarop de deal gesloten wordt. 

Trading werkt op een soortgelijke manier. Dat begint met luisteren, ook hier staat de fysieke vorm weer centraal, maar luisteren kan je veel breder opvatten. Luisteren is ook openstaan voor wat er in de wereld gebeurt. In die zin kan lezen ook luisteren zijn. Je voelsprieten laten werken. Luisteren via het gehoor is wat je het archetypische luisteren zou kunnen noemen. Je hoort iets op de grond vallen, of je hoort een vreemd geluid, waardoor je op je hoede raakt. 

Schrijven hoort veel meer bij productie. Een auteur schrijfteen boek en dat is te vergelijken met een bouwwerk. Een Roman is een verzameling beelden, niet voor niets worden bekende romans verfilmd. Een romanschrijver is een soort architect. Hij bouwt spanning op, tot tegen het einde die spanning tot een ontlading zorgt. In dat hele verhaal komen alle andere productieve rollen naar voren. het argument dat in een boek "verkocht" wordt, de uitwisseling van ideeën, of het onderzoek die na het lezen boven water is gekomen. Maar de primaire vorm is dat een schrijfsel een soort bouwwerk is.

De 100%-regel van productiviteit. Deze werkt ook voor deze communicatie. Elke professional of ondernemer heeft productieve voorkeuren. Zo zal de ene ondernemer beter zijn in het overtuigen, de ander weet beter om te gaan met netwerken, en heeft een groter netwerk. Die verschillen hebben alles te maken met tijd en aandacht, maar natuurlijk ook met talent. Iemand die anderen makkelijk kan bewegen voor het uitvoeren van taken of bij zaken te betrekken, zal van dit talent gebruik blijven maken. Daardoor groeit zijn netwerk en wordt dit niet alleen een talent maar een soort competitief voordeel. Zo heeft iedereen zijn eigen voorkeuren en talenten, die steeds scherper worden, naarmate ze productief ingezet worden.

Bij communicatie is die voorkeur er ook, en ook de begrenzing ervan. De 100%-regel geeft aan dat wanneer je steeds meer tijd besteedt aan schrijven, andere communicatievormen op de tweede plaats komen. Hoe meer je schrijft, hoe minder tijd erover blijft om te lezen, spreken en luisteren.

--


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Voorbij goed en kwaad (Nietzsche)

Begraven of cremeren?