Nog even over de biografie van Godfried Bomans
Trouw
Godfried Bomans was Nederlands lolligste oom, maar ook een getormenteerde figuur. Zorgeloos door het leven stappen was de droom van Godfried Bomans. Maar hij worstelde voortdurend met de tijd en zichzelf, laat Gé Vaartjes zien in zijn biografie Vleugelman.
Godfried Bomans was de eerste BN’er, groot gemaakt door de tv. Maar voordat iedereen hem van gezicht kende, belandde hij eens in Boskoop. Voorafgaand aan de lezing die hij zou geven, schoof hij aan bij een aantal vrouwen, die onbekommerd spraken over de schrijver die zou komen. Zelf begon hij over ‘de zonderlinge geruchten’ over de auteur. Bij verschijning op het podium genoot hij volop van de bedremmelde gezichten van deze vrouwen.
Nog zo’n Bomans-grap was een trein eerder nemen en vanuit de stationsrestauratie toekijken hoe een ontvangstcomité de optredende niet uit zag stappen. Bij voldoende wanhoop en paniek stapt hij vervolgens triomfantelijk naar buiten om zich te wentelen in de waardering en opluchting.
Al voordat Bomans een tv-beroemdheid werd, was hij een veelgevraagd spreker, vanwege zijn geestigheid, diepgang en rijke taal. Maar zijn permanente schnabbeltoer putte de schrijver uit, wordt duidelijk in de biografie Vleugelman. Godfried Bomans 1913-1971 van neerlandicus Gé Vaartjes.
Zo’n bestaan als reizend redenaar vrat tijd en misschien werd hij ook moe van zichzelf. Eenmaal achter het spreekgestoelte schoot hij al snel in de overdrive. Dan stapelde hij grappen. Veelal ten koste van anderen, want hij bleef als saterachtige satiricus zelf graag de bovenliggende partij. Of hij vergrootte zijn eigen imago verder uit met extra gestuntel, ontregeling en vrijpostigheid.
Buitenechtelijke affaires
Het beeld van Bomans als Nederlands lolligste oom vertoonde al barsten; zo was bekend dat hij allerlei buitenechtelijke affaires had. Vaartjes gaat verder en toont hoe de schrijver voortdurend worstelde met de tijd en zichzelf. Hij was in wezen een te laat geboren negentiende-eeuwer, leed onder een aanwezige vader (prominent katholiek politicus) en een tamelijk liefdeloze moeder.
Een tijdlang dacht hij over intreden in een klooster, in navolging van zijn broer en zus. Een studie maakte hij niet af, schrijven bood een andere ontsnappingsmogelijkheid. ‘Vleugelman’ is een verwijzing naar een van Bomans’ sprookjes waarin een man vleugels van een dode zwaan gebruikt om te ontsnappen aan de dagelijkse tredmolen.
Zorgeloos door het leven stappen was Bomans’ droom. In relaties was het vooral nemen, aandacht krijgen en vertroeteld worden. Echtgenote Pietsie Verscheure liet hij bij de eerste afspraak voor hun kerkelijk huwelijk op het laatste moment zitten. Later moest ze zich zijn relaties met talrijke andere vrouwen laten welgevallen. Het door Pietsie gewenste kind kon hij haar niet geven, Bomans was onvruchtbaar. Daarom werd huisvriend en beeldhouwer Mari Andriessen ingeschakeld. Dochter Eva Bomans zou later verklaren: ‘Ik heb drie bijzondere ouders en ik ben uit liefde gemaakt’.
De schrijver bleef te vaak ja zeggen bij aanvragen. Honoraria en de tijdelijke aandacht werkten verslavend, maar de afdronk van weer een lezing of opening kon bitter zijn en na afloop eenzaam wachtte eenzaamheid.
‘Grappenmaker voor gepensioneerde schoolhoofden’
Bomans droomde van het schrijven van een grote roman en van een Dickens-biografie. Hij miste echter de lange adem. Vroeg werk zoals Pieter Bas en Erik of het klein insectenboek uitgezonderd toonde hij vooral zijn kwaliteit op de korte baan. Hij vergaarde de meeste roem met humoristisch getoonzette verhalen, bijvoorbeeld over honderdjarigen of Sinterklaas.
Een deel van de critici waardeerde dat matig en noemde Bomans ‘komediant’ of ‘binnenwereldlijke carnavalsfiguur’. W.F. Hermans zette hem neer als ‘grappenmaker die speciaal schrijft voor notarissen en gepensioneerde schoolhoofden’.
Voor het opkomende medium tv achtte Bomans zich aanvankelijk niet geschikt: ‘Die felle schijnwerpers midden in mijn gezicht maken me gevangen en ik sta dan maar wat te leuteren.’ Maar vooral dankzij Hou je aan je woord groeide hij uit tot gewilde tv-gast en -maker. Wat de agenda nog voller maakte. De verkoop van zijn werk steeg wel naar grote hoogten.
Enorme roem
Bomans’ roem valt nauwelijks te onderschatten. Bekeurd werd hij nooit. Restaurants boden gratis maaltijden aan. Bij onbekenden kon hij onderweg zo binnenvallen. Ze waren misschien overdonderd, maar lieten de schrijver altijd binnen.
Na de dood van de auteur, eind 1971, opende het NOS Journaal met dat nieuws. Mensen die het op de autoradio hoorden, zetten hun wagen aan de kant om het te laten doordringen. In een fabriek riep de directeur de arbeiders bij elkaar: ‘Jongens, er is vannacht iets heel ergs gebeurd’.
Het stak Bomans dat generatiegenoten wel literaire prijzen kregen en hij niet. En vanaf midden jaren zestig namen progressieve ‘druktemakers’ de media over. Bomans kon het maar moeilijk verkroppen dat ‘jongens’ van begin twintig wél met de ene na de andere prijs werden bekroond.
Van moderne beeldende kunst had Bomans geen hoge pet op. Hij zag het als een periode waar ‘we’ nu eenmaal doorheen moesten, als mazelen en roodvonk. Jan Cremer beviel niet vanwege de ‘koele, bijna klinische beschrijving van de meest stuitende details’. Veel eigentijdse literatuur was Bomans te pessimistisch. Het ontbrak aan aandacht voor de betrekkelijkheid der dingen, aan humor.
Tegen Zwarte Piet - Tegenover de maatschappelijke veranderingen vanaf midden jaren zestig stond de schrijver genuanceerder. Veel veranderingen in de rooms-katholieke kerk juichte hij toe (beatmissen vormden een uitzondering). Van de rebellerende jongeren bevielen de lieflijkere, minder dogmatische hippies hem beter dan de eerdere provo’s. Wat betreft standpunten kon Bomans als reliek van een voorbije tijd soms verrassen: hij verzette zich tegen apartheid, luidde de noodklok over het milieu en waarschuwde voor het vergiftigen van kinderen met foute, hardnekkige beelden en karikaturen. Zo waarschuwde hij tegen de invloed van de racistische karikatuur van Zwarte Piet.
Vaartjes beschreef eerder de levens van schrijvers Herman de Man en Top Naeff. Maar geen biografie kostte hem zoveel jaren als die van Bomans. Zo’n kwarteeuw was hij ermee bezig. Naast het behoorlijk versnipperde leven van de hoofdpersoon kunnen diens minder aangename kanten een rol hebben gespeeld. Het is voorstelbaar dat hij aan de klus begon met een vriendelijker beeld van Bomans; zijn boek roept een gelaagd beeld op. Vaartjes vertelt niet of hij een hekel heeft gekregen aan zijn onderwerp.
Vleugelman mist in elk geval op momenten de lichtheid van het werk van de gebiografeerde. Vaartjes manifesteert zich vooral als analyticus en legt de nadruk op de getormenteerde ziel. Dat doet hij goed en indringend.
Het treurige is dat Bomans bij zijn vroege dood op 58-jarige leeftijd zowel in zijn tv- als in zijn schrijfwerk eindelijk de gewenste, serieuzere toon had gevonden. Maar de rust, waar hij lang naar had gestreefd, was ook voor de oudere Bomans te hoog gegrepen. (Paul van der Steen, januari 2025. https://www.trouw.nl/boeken/godfried-bomans-was-nederlands-lolligste-oom-maar-ook-een-getormenteerde-figuur~b7bb4375/)
Humo
Gé Vaartjes ging minutieus te werk in zijn biografie van Godfried Bomans, en blijft in elke fase van zijn leven oog hebben voor zowel het werk als het persoonlijke leven
Jeroen Maris, 20 januari 2025
Wanneer hij in 1941, tijdens de Duitse bezetting, ‘Erik of het klein insectenboek’ de boekhandel in mikt, is het broodje van Godfried Bomans, dan 28, gebakken. Vijf jaar eerder heeft hij zijn stem – komisch, dromerig, scherpzinnig – al gevonden in ‘Pieter Bas’, maar nu gaat het up, up and away. Een overvloed volgt: Bomans publiceert strips, sprookjes en stukjes, vindt emplooi bij De Volkskrant en Elsevier, en wordt een veelgevraagde gast in televisieprogramma’s. Wanneer hij eind 1971 sterft, hij is dan pas 58, rouwt Nederland, en licht een vaststelling nogmaals op: Bomans is niet van de prijzen, wel van het publiek.
Mis onze goede journalistiek niet
Wil je elke dag de Humo Vandaag nieuwsbrief van Humo ontvangen via e-mail?
Bomans wordt groot, Bomans wordt populair, maar ‘Erik’ zal altijd de kern van zijn oeuvre blijven. ‘Een verhaal van betrekkelijkheid’ noemt Gé Vaartjes het in ‘Vleugelman’, de bepaald indrukwekkende biografie die hij nu aflevert. En: ‘een boek van heimwee en verlangen’. Hoe precies die listen van de ziel Bomans een leven lang hebben kunnen gijzelen, heeft de biograaf dan al omstandig geduid. Al in zijn jeugd loopt de aspirant-schrijver op de onmogelijkheid om het geluk op het moment zelf te registreren, laat staan om het te bewaren in een gebalde vuist. Als tiener verlangt hij al terug naar zijn eerste jaren, die hij als paradijselijk heeft gelabeld, maar waar hij niet meer bij kan. Ook later, in zijn volwassen leven, zal hij in zijn werk datgene wat verdwijnt openlijk blijven betreuren. Weemoed is het postscriptum bij een brief die verloren is gegaan.
Veel heeft te maken met Jan Bomans, advocaat, politicus en mislukte romanschrijver, en vader van Godfried. Hij sterft in 1941, maar blijft voor zijn zoon nog lang doorleven. Bomans senior is een ambitieuze, wat hooghartige man, eloquent en spits, maar ook stug en ondoorgrondelijk. Bomans junior ambieert de vadermoord, maar lijkt die nooit écht te kunnen voltrekken – uit het pistool komt nooit een knal, wel een klik. Het is ook de vader die Bomans het geloof cadeau doet. Alhoewel, cadeau: het strenge, onderdrukkende rooms-katholicisme van de vader is een juk waaraan de zoon zich probeert te onttrekken. Bomans, die in zijn jonge jaren pas in extremis terugkomt op een voornemen om in te treden, blijft gelovig, maar houdt tegelijkertijd niet op met armworstelen met God.
IETS PAPPERIGS
Het vechten is er niet alleen met het geloof. In het wereldse leven huwt Bomans met Gertrude ‘Pietsie’ Verscheure, maar dat weerhoudt hem er niet van een ketting van amourettes, halfslachtige relaties en kortstondige verliefdheden te smeden. Vaartjes schrijft het allemaal helder op, maar verliest zich niet in starre appreciatie. Er geurt een onmiskenbare bewondering doorheen ‘Vleugelman’, zeker, een subtiele liefde voor Bomans, zijn oeuvre en zijn roerige leven, maar je hoort de biograaf ook zuchten wanneer hij voor de zoveelste keer een pirouette in het liefdesleven mag verslaan, of weer eens een arrogante uitval moet duiden. Want dat is Bomans ook: een man die zich van zijn status bewust is, en als gevolg daarvan iets papperigs krijgt. Dat hij het klaarblijkelijk nodig heeft om geregeld met beslijkte schoenen door andermans leven te lopen, dat hij jonge mensen soms de grond in boort en wispelturig is in vriendschappen, wijt Vaartjes aan een metgezel die Bomans zijn hele leven lang moet dulden: onzekerheid. Is hij wel goed genoeg?
Dat Vaartjes lang aan de biografie heeft gelabeurd – hij werd in 2000 aangesteld als biograaf, al begon het eigenlijke onderzoek pas later – hoeft na lezing niet te verbazen. Vaartjes is minutieus te werk gegaan, blijft in elke fase van Bomans’ leven oog hebben voor zowel het werk als het persoonlijke leven, en komt zo tot een baksteen van een boek: een leven van uur tot uur. Dat dat op geen enkel moment gaat vervelen, heeft te maken met het jongensachtige timbre van Bomans’ levensverhaal, maar net zo goed met de schrijfstijl van de biograaf. Daarnaast moest Vaartjes de publicatie ook vooruitschuiven omdat hij op nieuwigheden was gestoten. Dat Eva, de dochter die Bomans met Pietsie kreeg, niet zijn kind is, was in beperkte kring geweten, maar is nieuw voor het publiek. En in extremis stootte Vaartjes ook op een obese collectie brieven aan Maria Gude, één van zijn grote liefdes.
Bomans koestert ‘een grote voorliefde voor maskerades’, schrijft Vleugels ergens, en dat is nog enigszins eufemistisch gesteld. Hij fabuleert erop los: verhalen worden aangedikt, anekdotes krijgen een 2.0-versie, de werkelijkheid wordt van een uitpuilende boezem voorzien. Zo wordt misschien wel de grootste onmogelijkheid in het leven van Godfried Bomans zichtbaar: hij vindt dat mensen blind zijn voor de schoonheid die simpelweg voor hun voeten ligt, maar aarzelt zelf niet om de werkelijkheid op te tuigen, up, up and away.
Bron: https://www.humo.be/achter-het-nieuws/recensie-vleugelman-van-ge-vaartjes~b37d5e35/
AD
Gé Vaartjes, auteur van de biografie over Godfried Bomans, in zijn Boskoopse werkkamer. ,,Hij loog en bedroog, omdat het leven hem zo zwaar viel.’’
Gé schreef biografie over schrijver Godfried Bomans: ‘Ik dacht soms: wat een klootzak ben je eigenlijk’
Hij was de influencer van de fifties en de sixties. Zeer populair als schrijver en columnist, mediapersoonlijkheid met geheime minnaressen. BN’er Godfried Bomans (1913-1971) leidde een veelbewogen leven. Boskoper Gé Vaartjes schreef zijn biografie.
(Morvenna Goudkade 26-01-25, https://www.ad.nl/alphen-aan-den-rijn/ge-schreef-biografie-over-schrijver-godfried-bomans-ik-dacht-soms-wat-een-klootzak-ben-je-eigenlijk~a8f097c7/)
ElsevierWB
Boekrecensie Godfried Bomans: ‘Een groot, geestig en tragisch kind’ - Portret van de vaak twijfelende Godfried Bomans uit 1963... Knappe biografie van Godfried Bomans toont de duistere kanten, twijfels en hunkering van de ongrijpbare schrijver. ‘Humor is het litteken van de wond.’ (Gerry van der List, https://www.ewmagazine.nl/kennis/achtergrond/2025/01/godfried-bomans-een-groot-geestig-en-tragisch-kind-1447060/)
Reacties