Vorm of vent (2) - bloemlezing

 Destijds vond ik Komrij over dit thema, maar inmiddels ben ik ook andere disputen tegengekomen zoals die van Marsman tegenover du Perron en Ter Braak.
Als iets zo slecht is geschreven, kan het dan nog wel goed zijn gedacht? Schreef Gerrit Komrij. Zijn boek, Met het bloed dat drukinkt heet bevat het vorm-of-vent thema, in het deel Nieuwe jaren, oude dilemma's en bestaat uit: Vorm of vent, Vent of schurk, Schurk of beest, Beest of God
Eerst eens kijken wat anderen hier over schreven.

1. Maarten 't Hart en de Duitse acceptatie van de schrijver.

Hoewel je toch eigenlijk zou denken dat goede boeken ook over de eigen taalgrens heen altijd hun weg vinden, lijkt het erop dat de receptie van nationale literaturen in het buitenland eerder onderworpen is aan het dictaat van min of meer irrationele modes dan aan het criterium kwaliteit.
... Om bovengenoemde redenen is het niet verwonderlijk dat Maarten ’t Hart in Nederland allang een erkende grootheid was voor er in 1984 in Duitsland een eerste zelfstandige uitgave van zijn werk verscheen. 
...
Helemaal zonder effect bleef deze uitgave [een vlucht regenwulpen in Duitse vertaling] echter niet. Meteen in de eerste zin van zijn nawoord beschrijft Carel ter Haar Maarten ’t Hart als ‘de grote einzelgänger’ en schept daarmee een beeld van de auteur dat tot op de dag van vandaag in talloze portretten, recensies en andere artikelen opduikt.
...
Deze thematische gerichtheid [het centrale thema is het opeisen van het recht op solipsisme] betekent natuurlijk ook dat maatschappelijke kwesties die toen de roman tot stand kwam een belangrijke rol speelden in het publieke discours en in de literatuur, buiten beschouwing blijven, en dat maakt Maarten ’t Hart in de ogen van Carel ter Haar tot een auteur die volstrekt niet van deze tijd is. Het onverwachte succes van dit sterk autobiografische boek in Nederland ziet hij als een bevestiging van Kurt Tucholsky’s stelling uit 1929 dat een boek niet alleen vanwege zijn literaire kwaliteiten effect heeft, maar evenzeer ‘vanwege de stof en de behandeling van deze stof’. De nadruk op de buitenissigheid van de stof – en de vermelding van het voor Duitse begrippen uitgesproken non-conformisme van de auteur – ontwikkelt zich in de toekomstige besprekingen van ’t Harts vertalingen bijna tot een topos. Bestond er nog een literaire kritiek die onderscheid maakt tussen ‘vorm’ en ‘vent’, dan zou die Maarten ’t Hart ondubbelzinnig aan de ‘vent’-kant plaatsen, wat de auteur misschien niet onwelgevallig zou zijn, want per slot van rekening roemden de critici rondom het literaire tijdschrift Forum – die de ‘vent’ belangrijker vonden dan de ‘vorm’ – ook zijn gewaardeerde voorbeeld Simon Vestdijk.
...
Maarten ’t Harts boeken bieden een achtergrond waartegen de lezer zijn geheime verlangens kan projecteren. Want wie zou dat niet eens willen, de eigen verlangens, obsessies en tics uitleven? Vorm of vent? Vent! (Bron: Gregor Seferens, https://www.de-gids.nl/artikelen/vorm-of-vent)

2. Vorm of vent: taal of mens [Poezie versus Prosa?]
... de zogeheten ‘vorm-of-vent’-discussie. Er vielen rake klappen (letterlijk). En toch is die discussie nooit helemaal uitgevochten. Of misschien toch wel.  
... Uiteindelijk kom je bij de poĂ«zie uit, ..., omdat daar de taal het meest op het spel staat. Daar draait het om. ... Uiteindelijk kom Ă­k bij de roman uit, ... , omdat daar de mens op het spel staat.  

Of dit gesprek plaatsvond voor of nadat ik het essay schreef om een beurs van de Radboudstichting aan te vragen weet ik niet, in elk geval hield het onderwerp me toentertijd erg bezig. Nog steeds, het raakt de kern van alle letterkunde en literatuurwetenschap. Eigenlijk vind ik natuurlijk dat een boek het noch zonder een goede stijl noch zonder inhoud kan stellen, maar dat is een beetje slap. Als het erop aankomt heb ik veel liever een manke Caesarion van Tommy Wieringa, waar van alles in te beleven valt en personages risico’s nemen, dan zo’n typisch Hollands stijlwerkje van honderdveertig bladzijden waar de meeste laat-twintigers mee debuteren.

Oeh, dat klinkt bijna als rancune. Is niet de bedoeling. Ik ben de eerste om toe te geven dat het misschien gewoon aan mij ligt. Veel van die stijlwerkjes worden namelijk hogelijk gewaardeerd door genoemde critici, die altijd vorm boven vent verkiezen. Mijn probleem is misschien vooral dat in die boeken niet zozeer het verhaal ontbreekt, maar juist de stijl zo vreselijk geforceerd is. Gewild literair, met opsmuk, tierelantijntjes en rare metaforen. Voorbeelden? Nee, dan zou ik echt rancuneus zijn. Liever geef ik een voorbeeld van hoe ik het wel graag zie. Maar dat is voor morgen.
https://www.miriamrasch.nl/literatuur/vorm-of-vent-taal-of-mens/

3. Engagement. 
De Vorm of Vent discussie woedde in de jaren '30 en '40.
Het discussiepunt was: wat is belangrijker: de stijl (vorm) of de persoon van de schrijver (vent).
Aanhangers van het laatste en de starters van de discussie waren Menno ter Braak en Eddy du Perron.
De heren vonden engagement, stellingname belangrijker dan een mooie stijl.
(bron: Henk van Faassen http://taalvormingentaaldrukken.nl/AR/AR0223.htm)

4. Het Persriool van Vincent Baumgart 
... liet me denken aan de Vorm of Vent discussie ... Moet literatuur maatschappelijk geĂ«ngageerd zijn – de 'Vent' – , of gaat het om de vorm, de wijze waarop geschreven wordt?
Ik heb lang gedacht dat die tegenstelling heel anders bedoeld was, namelijk of het de schrijver te doen is om een bepaald inzicht, dat hij/zij de lezer wil bijbrengen (de vorm) – waarbij de personages het gereedschap van de schrijver zijn – , of dat het om het portretteren van de personages zelf gaat (de vent), waarbij de personages de inhoud van de roman vormen, en er geen literaire boodschap in het werk verborgen ligt.
Eerlijk gezegd vind ik dit een veel betere oppositie dan de Vorm/Vent tegenstelling die J.C. Bloem oorspronkelijk poneerde. Vandaar dat ik op deze eigen dimensie Het Persriool wil plaatsen. Gaat het hier om de tekening van de personages, of staan zij in dienst van een boodschap van de auteur?
Dat laatste is wat mij betreft het geval; Het Persriool is duidelijk een voorbeeld van een roman die deductief, vanuit een centrale idee, gecomponeerd is. Zo lijkt Baumgart de expositie van zijn roman te baseren op De Val van Albert Camus. Ook in Het Persriool wordt iemand onverhoeds uitgelachen, juist op het ogenblik dat hij zijn triomf incasseert. Anna Husson heeft in haar bespreking van Het Persriool al gewezen op dit leentjebuurspelen bij de Franse existentialisten.

Dat het Baumgart om de 'idee' te doen is, wordt ondersteund door het feit dat ook een ander boek model heeft gestaan voor Het Persriool, namelijk Heart of Darkness van Joseph Conrad. Net als Heart of Darkness is ook Het Persriool een raamvertelling. Zo'n raamvertelling is een klassiek stijlmiddel dat uit de mode is geraakt, maar Baumgart maakt er vakkundig gebruik van. Een dergelijke roman opent met een hoofdpersoon die een rare snuiter tegen het lijf loopt, welke vervolgens zijn verhaal vertelt. In Heart of Darkness is dat het personage Marlow, die op een schip tegen de mast gezeten zijn verhaal doet, in Het Persriool ontmoeten we Jozef, die zittend op het strand zijn levensverhaal vertelt.
Was dit de enige overeenkomst, dan zouden we ook romans van Tolstoj of verhalen van Tjechov als voorbeeld kunnen aanwijzen, maar Baumgart verwijst letterlijk naar het meesterwerk van Conrad, namelijk in het hoofdstuk 'Een kampvuur en een geluksgulden'. Hier ontmoeten we een Amerikaan die Marlon Zuck heet. De relatie met 'Kurz', het geheimzinnige personage van Conrad, en de acteur Marlon Brando, die deze Kurz speelt in de van Heart of Darkness afgeleide film Apocalypse Now, is overduidelijk. Geheel bevestigd wordt onze hypothese op het einde van het hoofdstuk, waar Baumgart zijn Marlon Zuck op Jozefs vraag wat hij van het feest vindt 'Gezellik, gezellik', laat antwoorden, waarop Jozef denkt: 'Afschuwelijk!, afschuwelijk!, bedoel je'. Een directe verwijzing naar de laatste woorden van Kurz: 'The horror, the horror'. Kurz sterft vervolgens, en de oude hippie valt in slaap, gedrogeerd door zijn eigen joint. Is het nu nog toeval dat de hoofdpersoon van Het Persriool 'Jozef' heet en zijn antagoniste 'José'?
...
Is zo'n gecomponeerde parallel geforceerd? Niet in het minst, want de argeloze lezer zal er geheel overheen kunnen lezen, zo verborgen brengt Baumgart zijn boodschap.
Het Persriool bevat onverholen maatschappijkritiek. Passen we de oorspronkelijke betekenis van de Vorm of Vent dimensie toe, dan kunnen we constateren dat hier geenszins sprake is van mooischrijverij, en juist van een sterk maatschappelijk engagement. De auteur windt er geen doekjes om dat journalisten oppervlakkig gezien de rechtvaardigheid dienen, maar dat hun diepste motief keihard eigenbelang is, en dat personen met een gebrek aan moraal, zoals de intercedente José, het verst komen in de samenleving.
Dankzij de gelaagdheid verdient Het Persriool een klassieker te worden. De roman kan op meerdere niveaus gelezen en begrepen worden, en blijft evoceren.
(bron: A. G. https://www.hebban.nl/recensie/albertgomperts-over-het-persriool)

5. Waar de discussie begon: Oprichting het Forum
Niet de vorm, maar de vent moest voorop staan. Ter Braak en Du Perron, redacteuren van Forum, pleitten voor literatuur waar een persoonlijkheid uit sprak. Daarvoor bleek democratie een voorwaarde. Hoe kon een tijdschrift dat maar vier jaar heeft bestaan zĂł beroemd worden als Forum (1932-1935)? Die beroemdheid heeft alles te maken met de twee bekendste redacteuren: Menno ter Braak en Edgar du Perron, en hun opvattingen over wat literatuur moest zijn.
Oorspronkelijke, onafhankelijke geest
Terwijl de meeste auteurs aan het begin van de eeuw ten koste van alles wilden vermijden dat het in hun werk ging over hun eigen persoonlijkheid, vonden Ter Braak en Du Perron dat juist essentieel. Zij stelden zich op het standpunt dat er zich in literatuur een ‘vent’ moest openbaren. Wat ze precies bedoelden met die ‘vent’ is niet zo eenduidig, maar zeker is dat het ze niet ging om teksten waarin heldendaden of persoonlijke gevoelens beschreven werden. Het ‘personalisme’ van Forum moet anders begrepen worden. De schrijver moet zich in zijn roman vooral een oorspronkelijke, onafhankelijke geest tonen. Anders dan de schrijvers die het literaire werk als een autonome wereld in woorden zagen, een wereld waarin de dichter zich had teruggetrokken, waren Ter Braak en Du Perron van mening dat de schrijver aansprakelijk kon en moest worden gehouden voor wat hij of zij in het werk beweerde.

Max Havelaar
Met ‘onafhankelijk’ bedoelden ze dan dat de ‘vent’ zich niet liet meevoeren door collectieve bewegingen (een essay van Ter Braak uit 1934 heet Politicus zonder partij), en dat het draaide om het individuele bewustzijn. Dat is voor hen het centrum van het universum. In de literatuur wilden ze dat bewustzijn terug zien, inclusief alle strijd en worsteling. En dat in plaats van overdreven aandacht voor de vorm en van stilistische hoogstandjes: ‘Hoe lang nog, in Ă©Ă©n woord, moet de kunst (knapheid) boven het leven(standpunt) worden verheven?’ vraagt Ter Braak zich in een van zijn polemische stukken over literatuur af. Inspiratie vond hij in het werk van de filosoof Friedrich Nietzsche, die had laten zien dat iedere waarheid een persoonlijke waarheid was, en in dat van de negentiende-eeuwse schrijver Multatuli, die zich in Max Havelaar had uitgesproken tegen de mishandeling van de Javaanse landarbeiders en daarbij zijn eigen persoonlijkheid in het geding bracht.

Vooral de poĂ«zie moest het ontgelden, zo blijkt bijvoorbeeld uit het Ter inleiding op het eerste nummer van Forum. PoĂ«zie is verworden tot een wezenloze eredienst voor de poĂ«tische vorm. Die voor Forum onverteerbare ‘vergoding van den vorm’ is in de poĂ«zie uiteindelijk ten koste gegaan van wat de redacteuren vooral interesseert in literatuur: de ‘vent’ die er achter de kunstenaar schuilging. ‘Men heeft voor den dichter den geheelen mensch soms verwaarloosd’.

Louis Couperus en Carry van Bruggen. Het literaire verleden wordt overigens niet zomaar afgewezen. Ter Braak schrijft lovend over bijvoorbeeld Louis Couperus, omdat die zijn hele leven had gericht op het schrijverschap in plaats van zich te wijden aan ‘gematigde deugden’. Hij noemt Couperus een ‘intense dilettant’ en een held omdat hij ‘een gehele mens en een bezeten leven inzet voor de schoonheid der afzonderlijke dingen’. In een al even enthousiast essay over Carry van Bruggen blijkt trouwens dat de zo noodzakelijke ‘vent’ in de literatuur ook best een vrouw kon zijn, al was de waardering voor vrouwelijke schrijvers in het tijdschrift zeer zuinig en vaak ronduit negatief. Het zijn vooral de essays en kritieken die Forum zo beroemd hebben gemaakt. Waarderende essays zorgden ervoor dat auteurs als F. Bordewijk, Willem Elsschot en Nescio voorgoed tot de canon gingen behoren.

Democratie als voorwaarde. Op het moment dat de dreiging van de nationaal-socialisten in Duitsland in 1933 acuut wordt, dringt de politiek Forum binnen. In de mei-aflevering van de tweede jaargang (1933) publiceert Ter Braak een fel stuk tegen Hitler. Du Perron vraagt zich tegelijkertijd in essays als ‘Flirt met de revolutie’ en De smalle mens (1934) af hoe de bedreigingen van het communisme van Stalin of het fascisme zich verhouden tot persoonlijke waarden. Ook Ter Braak bekritiseert in zijn essays naast het christendom en het marxisme vooral het fascisme, dat slechts het eigen tekort overschreeuwt in lege leuzen van rassensuperioriteit. Wat voor Ter Braak overblijft, is de democratie. Hij bejubelt haar niet, maar verdedigt haar wel als een bestaansminimum en als enige waarborg voor de vrijheid, als instrument ook waarmee wraakgevoelens kunnen worden ingedamd. Ook voor de persoonlijkheid, het kernbegrip in het Forum-jargon, of het nu gaat over literatuur of over politiek, was democratie een voorwaarde. Ter Braak en Du Perron verzetten zich, ook ná de Forum-periode, tot aan hun dood in de meidagen van 1940 tegen politieke terreur.
(Bron: Vlogboek: Vorm of Vent (1914-1940) )

6. Menno ter Braak, zelf.
In 1930 was Menno ter Braak een grote naam in de Nederlandse literatuur. Hij schreef romans, essays en was daarnaast een literatuur- en cultuurcriticus. In 1932 richtte Ter Braak samen met zijn goede vriend, E. du Perron, het literair tijdschrift ‘Forum’ op. Dit tijdschrift groeide al snel uit tot het belangrijkste literaire tijdschrift van de jaren dertig. Het tijdschrift keerde zich tegen het estheticisme. Dit is een kunsttheorie die beweert dat de filosofie van kunst los staat van alle andere filosofieĂ«n en dat kunst alleen door haar eigen normen kan worden beoordeeld, Ter Braak en Du Perron wilden juist de persoonlijkheid van de schrijver terugzien in de literatuur die hij of zij schreef. Dit was dan ook het begin van de vorm of vent discussie, het estheticisme hing de vorm kant aan, terwijl ter Braak en du Perron de vent kant aanhingen. 
Menno ter Braak volgde een opleiding tot historicus. Hij wilde een brede kennis over geheel Europa, maar focuste zich voornamelijk op Duitsland. Hierdoor was hij zeer Duits georiënteerd en volgde hij de ontwikkelingen van het nazibewind in Duitsland. Ter Braak was een fel tegenstander van dit bewind en schreef verschillende essays waarin hij mensen waarschuwde voor de nazistische bewegingen in het buurland, "Het nationaal-socialisme als rancuneleer" (1937) is hier een voorbeeld van.

Als Duitsland op 14 mei 1940 Nederland binnenvalt, pleegt Ter Braak zelfmoord, met de hulp van zijn broer, Wim ter Braak. Op dezelfde dag sterft ook zijn vriend E. du Perron aan een hartaanval.
(bron. https://mennoterbraak.jouwweb.nl/)

7. Actuele toepassing: leven in de kerk.
Nieuw monnikendom: vorm of vent?
Er is een groot verschil tussen spreken over het gebed en tijd nemen om te bidden, tussen discussiëren over de Bijbel en de Bijbel daadwerkelijk lezen, tussen zeggen dat we de bergrede weer moeten naleven en de bergrede nu naleven, tussen zeggen dat Jezus al onze aanbidding waard is en Jezus echt bewonderen, tussen pleiten voor een nieuw monnikendom en de essenties van het monnikendom nu zelf in de praktijk brengen.
...
Omdat deze discussie vooral door mannen wordt gevoerd, durf ik op dit moment wel een oude kreet van stal te halen die in de periode tussen de beide Wereldoorlogen in Nederland werd gebruikt in de discussie over de vraag op grond waarvan je de kwaliteit van een literair werk moet beoordelen: vorm of vent. Je had de ‘ventisten’ en de ‘vorm-aanhangers’. Omdat ik me niet aan de indruk kan onttrekken dat heel de emerging discussie op zijn minst het gevaar loopt om onbedoeld toch in vormen te blijven steken, zou ik het wel enigszins op scherp willen zetten door er ook een ‘vorm of vent’ discussie van te maken. Als wij proberen ons een beeld te vormen van de kwaliteit van het Geestelijke werk waarin mensen tot leerling van Jezus worden getransformeerd, moeten we dan vooral letten op de vorm waarin dat gebeurt of op de vent in wie dat gebeurt? Voor mij is het antwoord wel helder.
Ook ik ben een ventist.
(Bron: https://www.levenindekerk.nl/2009/05/05/nieuw-monnikendom-vorm-of-vent/)

8. Nijhoff''s Awatar
Nijhoff was een van de eerste moderne dichters van de twintigste eeuw. De bundels van Martinus Nijhoff hebben een verstrekkende invloed gehad op de Nederlandse poëzie, die hij op ingrijpende wijze vernieuwde. De invloed van de dichters van Tachtig hoorde daarmee tot het verleden. Nijhoff was als geen ander in staat om een gecompliceerde thematiek in eenvoudige taal te vatten....
Nijhoffs poĂ«zie is al vele malen geĂŻnterpreteerd en onderwerp van studie geweest en met name de gedichten 'Awater' en 'Het uur U' brachten menige pen in beroering. Maar Nijhoff was niet alleen een belangrijke dichter, hij was ook een gezaghebbend criticus. Zijn literaire kritieken gebruikte hij als podium voor het verkondigen van zijn poĂ«ticale overtuigingen. Met zijn pleidooi voor poĂ«zie waarin de vorm boven de persoonlijkheid van de dichter gesteld wordt, gaf hij de aanzet tot de Vorm-of-Vent-discussie die van bepalende invloed is geweest op de manier waarop in Nederland over poĂ«zie gedacht wordt. ... Geboren te Den Haag op 20 april 1894 - Overleden te Den Haag op 26 januari 1953
(Bron: https://collecties.kb.nl/nederlandse-poezie/historische-dichters/martinus-nijhoff-1894-1953)

9. Ultramodern: Commentaar: Taylor of Ryan - Vorm of Vent?
... Ik heb de Vorm of Vent-terminologie wel altijd een handige kapstok gevonden bij het bepalen van mijn eigen voorkeuren, en deze week kwam dat weer eens bovendrijven toen indie-rocker Ryan Adams zijn eigen versie presenteerde van 1989, het meest recente hitalbum van Taylor Swift. Precies ja, Adams heeft het complete album gecoverd. Swift zelf zegt er blij mee te zijn en noemt Adams een grote invloed, maar veel van haar fans zijn minder complimenteus en schreeuwen moord en brand. Waag het niet om aan een tieneridool te komen in dit social media-tijdperk, want het 'fandom' walst over je heen als een troep uitgehongerde wolven.
EĂ©n ding staat vast: Taylor Swift staat voor vorm. Haar muzikale output staat zo compleet strak van gladde productietrucjes en autotune en wordt zo gelardeerd met glibberige video's en quasi-inspirerende marketingslogans dat er geen enkele ruimte overblijft voor daadwerkelijke emotie. 

... Ryan Adams is net zo goed een vorm-artiest als Swift. Bij een singer-songwriter als hij zou je verwachten dat het Ventisme en de persoonlijke expressie voorop staat, maar op de keper beschouwd kenmerkt zijn eigen stijl zich vooral door het nauwgezet kopiëren van wat Neil Young al eerder heeft gedaan. Adams zingt als Young, schrijft als Young en speelt als Young, en het voelt constant als een trucje, een maniertje. Hij lijkt op Neil Young zoals de Rutles op de Beatles lijken, maar dan minder grappig.
...
Het zal allemaal wel. Aan het einde van de rit zingt hij nog steeds van 'players gonna play and haters gonna hate', en daar kan ik met de beste wil van de wereld geen diepgang in ontdekken. Je kan verschrikkelijk je best doen om gestroomlijnde plastic pop aan te kleden als diepgravend zelfonderzoek, maar het blijft gestroomlijnde plastic pop. Het draait nog steeds enkel om de vorm, de vent is in beide gevallen nergens te bekennen. Daarmee is 1989 het eerste album in de popgeschiedenis dat ik twee keer achter elkaar helemaal niks vind, om exact dezelfde reden: de keizer van de singer-songwriters heeft net zo min nieuwe kleren aan als de keizerin van de hitpop. Haters gonna hate? Absoluut.
(Bron: 2015 Stijntsje https://stijntsje.blogspot.com/2015/09/commentaar-taylor-of-ryan-vorm-of-vent.html)
 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa