In Nederland heb ik deze ontwikkeling - van de komst van economiescholen - beschreven, maar de vraag is hoe de Europese situatie was. Waren deze eerder dan de Nederlandse initiatieven?
Daar lijkt het op.
Een bekend voorbeeld is de oprichting van de LSE, London School of Economics, opgericht in 1895 door o.a. Beatrice Webb (Geboren Potter, dochter van een invloedrijke zakenman en echtgenote van Sidney Webb) als onderdeel van de Fabian Society die later opging in de socialistische partij in het VK. Dat was een socialistische organisatie en de LSE was dan ook bedoeld om de ongelijkheid in de wereld te bestuderen. LSE was opgericht als een filantropisch initiatief.
Parijs stond model voor deze organisatie en daar was het Institut d'etude politique (nu SciencesPo) dat al in 1872 opgericht was en tegen die tijd een breed palet aan sociale studies omvatte. Heeft als mascotte de Leeuw en de Vos (Wikipedia). De oprichter van deze privéschool was Emile Boutmy. Het idee was om meer hedendaagse geschiedenis te bieden in plaats van de klassieke humanistische leer.
Andere scholen volgen...:
Other countries created similar schools in the following century.
- (1) In 1875, the Istituto Cesare Alfieri in Italy (now part of the University of Florence),
- (2) at the end of the century, the École libre des sciences Politiques et Sociales in Belgium (not existing any more),
- (3) Die Deutsche Hochschule für Politik in Germany,
- the Columbia School of Political Science (now merged into the Columbia Graduate School of Arts and Sciences),
- ... and, after WW1, for the School of Foreign Service from Georgetown University in the United States.
(bron: via wikipedia, Sciences po: Histoire d'une réussite, Gérard Vincent, Anne-Marie Dethomas)
Voor de LSE is speciaal een jubileumboek geschreven (maar ook Sylvia Nasar heeft erover geschreven in Grand Pursuit):
The London School of Economics and Political Science - the LSE - is one of the most famous academic institutions in the world. This history provides a lively account of the first century of a university which, from its beginnings, has captured not only the minds of social scientists but also the imagination of a wider public. It is the biography of an institution written by an author who was closely involved as a student and later as Director of the School and who remains deeply attached to it. The book places the School in the context of the drama of the twentieth century and it does so through a mirror, the mirror of the social sciences. Lord Dahrendorf traces the story of the LSE from its 'invention' by Beatrice and Sidney Webb, George Bernard Shaw, and Graham Wallas at a breakfast in August 1894, through its foundation in 1895, the travails of its early years, the triumphs of the Beveridge era between the wars, the great expansion of the post-war period, and the changing moods of the succeeding decades, including the 'troubles' of 1968. The individuals and the events of the LSE's century of existence have been memorable, yet the School has always been more than the sum of its parts. Its base is London, and its home the world. (bron: LSE: A History of the London School of Economics and Political Science, 1895-1995, Ralf Gustav Dahrendorf)
--
(1) - Carlo Alfieri di Sostegno roept op 15 juni 1871 een bijeenkomst bijeen in de Uffizi om de oprichting te bespreken van een instituut voor het onderwijzen van morele en politieke wetenschappen. Politieke exponenten van rechts en van het Florentijnse patriciaat nemen deel. Het doel is om een nieuwe, meer competente heersende klasse te vormen, meritocratische elementen in het selectieproces te introduceren en het gewicht van de sociale positie te verminderen, om zo het mechanisme voor toegang tot openbare ambten dynamischer te maken. Bovendien vereist de veelheid aan staatsfuncties de aanwezigheid van meer gespecialiseerde ambtenaren. De keuze van Florence als zetel van de school weerspiegelt het anticentralistische denken van Carlo Alfieri, voorstander van lokale autonomie, om te voorkomen dat centralisatie de macht van bureaucratische organen vergroot ten koste van politieke actie. Het model waaraan hij denkt is de Ecole libre des sciences politiques, in 1871 in Parijs geboren door Émile Boutmy om een heersende klasse te vormen die in staat is de pasgeboren Derde Republiek te leiden. Een tweede referentiepunt is dat van de Manchester School, die tot doel heeft een nieuw type administrateur en diplomaat op te leiden die professionele vaardigheden kunnen combineren met overheidsvaardigheden. Ook met betrekking tot de organisatie van de school is het idee dat van het Engelse college zonder dwingende regelingen, waarin de student zelf het studierooster inricht.
...
In 1919 keerde het Instituut terug naar zijn historische hoofdkwartier, in de Via Laura, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog als reserve militair hospitaal werd gebruikt. In 1923 wijzigde een hervorming de structuur ervan. Het nieuwe statuut, goedgekeurd in 1924, veranderde het instituut in een vrije universiteit die na een cursus van vier jaar een graad in sociale, politieke en economische wetenschappen verleent en alleen toegankelijk is via een wetenschappelijk of klassiek middelbare schooldiploma. Het programma heeft 21 verplichte vakken. In 1928 werden leringen zoals politieke wetenschappen, koloniale geschiedenis, geschiedenis van doctrines en politieke instellingen geïntroduceerd. Er wordt een eerste gemeenschappelijke periode van twee jaar overwogen, gevolgd door een adres voor een administratieve vakbond, een diplomatiek consulair en een koloniaal adres.
Het instituut is betrokken bij het samenvoegingsproces van instellingen voor hoger onderwijs tot universiteiten, [8] en wordt een faculteit politieke wetenschappen en verliest veel van zijn organisatorische autonomie. Uit de verdeling van de economische sectie werd de faculteit economie en handel van dezelfde universiteit geboren. Het is de oudste school voor politieke wetenschappen in Italië. In Europa deelt het het primaat met het Instituut voor Politieke Studies in Parijs, beiden geboren in 1875.
(bron https://it.wikipedia.org/wiki/Istituto_Cesare_Alfieri)
(2) - De École libre des sciences politiques (ELSP), in de volksmond bekend als "Sciences Po", is een particuliere Franse instelling voor hoger onderwijs die in 1871 werd opgericht door Émile Boutmy1. Het is de voorloper van het Paris Institute of Political Studies en de National Foundation of Political Sciences, die als geheel Sciences Po heten. (bron https://fr.wikipedia.org/wiki/%C3%89cole_libre_des_sciences_politiques)
(3) - De Duitse Universiteit voor Politiek (DHfP) was een particuliere universiteit die op 24 oktober 1920 in Berlijn werd geopend. Het is voortgekomen uit de in 1918 door Friedrich Naumann opgerichte burgerschapsschool. In 1940 werd het opgenomen in de buitenlandse academische faculteit van de Friedrich Wilhelm Universiteit, hersteld in 1948 en omgezet in het Otto Suhr Instituut van de Freie Universität Berlin in 1959. (bron https://de.wikipedia.org/wiki/Deutsche_Hochschule_f%C3%BCr_Politik)
... er ontbreekt nog het nodige...
... wordt vervolgd
Reacties