Donut economie (2)

Het boek komt niet zomaar tot stand: sinds 2000 heeft Raworth de wens om de "dogmatische economiestudie" te veranderen. In het boek geeft ze zeven inspirerende ideeën, en voelt zich daarbij geïnspireerd door Buckminster  Fuller: maak een nieuw model dat oude model irrelevant achterlaat.
Denkend aan de bevolkingsgroei, en dus de trend van de consumptiegroei, denkt ze, wat voor een soort denken hebben we nodig van de economische wetenschap? "Economie is de moedertaal van de politiek, de grammatica van het publieke debat, en het denkkader dat vorm geeft aan de maatschappij." En, Economie is het verhaal van de 21ste eeuw (Monoculture, F.S. Michaels).
De invloed die de econoom heeft is de invloed op leken. En die invloed wordt steeds meer. Het economisch denken (monoculture) vloeit door alle aderen van de maatschappij. Door blinde vlekken van economen, zijn we hier terecht gekomen. Ze gebruikt ook een quote van Alvin Toffler over veranderingsmanagement die zegt: je moet EERST iets afleren, om vervolgens iets opnieuw aan te leren. Er is een nieuw economisch verhaal nodig, maar dus ook nieuwe beelden. Een beeld betekent 1000 worden, maar dan moeten die beelden wel goed zijn.

Hier een samenvatting in staccatostijl.

Alfred Marshall's principles of economics is nog steeds een van de belangrijkste werken. Paul Samualson zorgde ervoor dat beelden een belangrijke rol gingen spelen (MIT). Hij was dol op vergelijkingen en diagrammen. De vergelijkingen waren voor de specialisten, de beelden voor de massa, vond Samualson. In 1948 schrijft hij het klassieke handboek van economie. Hij maakte volop gebruik van tekeningen, grafieken en diagrammen zodat het (net als de beelden in de bijbel voor populaire distributie) gemakkelijk zou worden om het economische woord te verspreiden.
Zijn publiek waren techniek-studenten (werktuigbouw en vloeistofmechanica). En de kringloop, zijn bekendste diagram was gebaseerd op water dat door buizen stroomt. Het boek werd een hit. Het werkt voor techneuten maar ook voor andere studenten en het werd de grootste bestseller (4 miljoen exemplaren verkocht, economics 101) met 70 diagrammen in de eerste druk tot meer dan 200 in laatste versie van het boek.
Zijn mentor en hoogleraar was Joseph Schumpeter. Het gaat om het hebben van een pre-analytische visie door inspiratie op Karl Manhein: we beschikken allemaal over een wereldbeeld*. Wetenschapsexpert Kuhn komt met het begrip paradigma en Irving Kofman met het begrip Framing!
Er is een frisse blik nodig om te kijken naar modellen die we gebruiken. Voor Keynes was het al moeilijk om oude modellen los te laten. Alfred Korzybski zei al: the map is not the territory. Er bestaat geen volmaakt kader. En George Box: alle modellen zijn fout, maar sommige zijn bruikbaarder dan andere.
De donunt werd al snel een iconisch beeld. Want visuele frames zijn belangrijk. De mainstream economie wordt bepaald door een beperkt aantal diagrammen en plaatjes. Die bijna allemaal onjuist zijn.

Zeven manieren om te denken als een econoom uit de 21ste eeuw, zou kunnen denken. Eerst laten zien welk vals beeld dominant was. De eerste samenvatting van het beeld van de donuteconomie:
1. Verander de doelstelling (WAS : fixatie BBP als norm voor vooruitgang). voorzien van ieder mens gegeven de grenzen van de planeet.
2. Kijk naar het grote plaatje. Er is een beperkt beeld: het kringloopdiagram & de tragedie van het meent: onvermijdelijke ondergang van het gemeenschapsbezit.
3. Stimuleer de menselijke natuur. (rationele homo economicus, eigenbelang, berekenend, natuur beheersen) we zijn sociaal, verbonden, benaderbaar en afhankelijk van de levende planeet.
4. Snap de systemen. Iconische snijpunt van vraag en aanbod van de markt is misplaatst, de metafoor van evenwichtstoestanden. Beter is: een systeemtheorie met feedbackloops. Er bestaan nieuwe inzichten, conjuntuur-schommelingen en het kantelpunt van de klimaatveranderingen. Een complex systeem dat zich voortdurend aanpast.
5 Richt je op herverdeling. (Kurznetscurve: eerst moet het erger worden voordat het beter wordt). Ongelijkheid is geen economisch probleem, maar een systeemfout. Netwerk van stromen. We moeten verder gaan dan herverdelen van inkomen, rijkdom van controle over de grond.
6. Creëer om te regenereren. (milieuvervuiling ook hier: "het wordt eerst erger voordat het verbetert"). Ecologische schade komt door economisch denken.
7. Wees agnost als het om groei gaat. De ontwikkeling van de groei van BBP op lange termijn. Men ziet dit als noodzaak, maar in de natuur is er niets dat eeuwig groeit. Het is moeilijk om af te kicken van economische groei.

EEN. Verander de doelstelling. Van BBP naar donut. Het verhaal begint met een koekoek die in ander (onbewaakt) nest eieren gaat leggen, de pleegouders broeden, het ei komt eerder uit. Maakt veel herrie. In analogie meent de schrijfster dat het de hoogste tijd is om de koekoek uit het economische nest te laten ontsnappen en een nieuw economisch doel vinden. Vervang de koekoek met een helder doel, en dan kom je terecht in ... de donut. Hoe kwam de economie aan dit doel? Vroeger, met Xenofon werd het huishouden gezien als kunstvorm. Aristoteles, sprak over economie en gnostiek. Smith en John Stuart Mill gingen op zoek naar wetmatigheden, i.p.v. naar een doelstelling. En zo werd economie geframed als gedragswetenschap, met weinig onderzoek naar doelen. Zo ook Mankiw: die principes van economie schreef. De mens was een Homo Economicus. De Doelen van de economie verdwenen uit beeld. Maar, zo schrijft Raworth, het doelen en waarden-vacuüm, levert een onbewaakt nest op... Waarden zijn wel belangrijk, maar worden gecamoufleerd als NUT. We
koesteren braaf de bbp-groei omdat dat zou leiden tot meer consumptie en welvaart. Wat leidde tot groei, technologie, menselijk kapitaal. Maar de vraag of groei altijd mogelijk of wenselijk was, werd nooit gesteld. Wat is de manier om vast te stellen of een ontwikkeling succesvol is? Na twee jaar studeren zag de schrijfster voor de eerste keer dat "een doelstelling" ter sprake kwam.
In 2015, toen ze een college Macro-economie in Oxford bij woonde, leerde ze de grote vragen van de macro-economie:
1. wat zorgt ervoor dat economische productie stijgt en fluctueert? 2. wat zorgt voor werkeloosheid?
3. wat veroorzaakt inflatie? 4. hoe worden rentetarieven vastgesteld? Dit denken begon al in 1930 met Kutznets, die overigens wel problemen voorzag. De OESO hanteert: de hoogst bereikbare economisch duurzame groei. Duurzaam als houdbaar is echter niet milieuwaardig. De verslaving van groei duurt tot op vandaag. En past bij het idee dat vooruitgang een voorwaartse beweging is. Naar voren en naar boven: zie de ontwikkeling van een kind, en dezelfde metafoor wordt gebruikt voor de vooruitgang van de economie. Metafors we live by van Lakoff beschrijft dit fenomeen: metaforen zijn belangrijk omdat ze richting aangeven, "goed is vooruit," te vergelijken met "waarom zit ze zo in de put?" We worden opgevoed met dit denken. Een maatschappij is gelukkiger wanneer ze vooruitgang boekt zegt ook Samuelson.
Donella Meadows uitte in de jaren zeventig al kritiek, met "limits of growth." De Bezwaren die Kutznets zelf ook had geuit, maar toen niet serieus werden genomen. Kantiteit en kwaliteit van de groei, kosten en opbrengsten, korte-termijn en lange-termijn doelstellingen (Kutznets). Na de crisis kwamen er pas reacties op groei: Allerlei smaken van economisch groei kwamen aan bod.De Zwitser Sismundi uitte kritiek op groei, dat een economie niet alleen op de accumulatie van welvaart gericht moet zijn, maar ook op het menselijke welzijn. John Ruskin sluit daarbij aan. En er zijn meer voorbeelden geweest van visionaire denkers. Maar hun ideeën zijn verborgen gehouden voor de economische studenten, van de humanistische economie. In 2009 in Frankrijk wil Sarkozy samen met Stiglitz een nieuw model opstellen voor economisch onderzoeken. "GDP heeft weinig te maken met welzijn," zien zij ook.

Raworth komt vervolgens met een donut. Wat is de donut nu precies? Dat is een radicaal nieuw kompas om mensen door de 21ste eeuw te loodsen. En waar de wereld wordt beschermd.
Onder zit het sociale fundament, de essentiële levensvoorwaarden, de 12 basisbehoeften.
Boven: het ecologisch plafond. En tussen deze twee grenzen is het een aangename plek: namelijk: sociaal rechtvaardig en ecologisch verantwoord! De doelen die in de SDG (UN) zijn opgenomen en in 2030 bereikt zouden moeten zijn zitten hierin. The great acceleration van de laatste decennia. heeft dramatische gevolgen door de intensivering van de menselijke activiteit. Dit heeft geleid tot aantasting van het milieu. Heeft de planeet onder druk gezet. En nu is de vraag: hoeveel druk kan het aan, dus: wat bepaalt het ecologisch plafond?
We hebben inmiddels het Holoceen achter ons gelaten, meent ook Raworth. Men onderscheidde negen kritieke processen (die in de appendix zijn uitgewerkt) en hoeveel druk kan het systeem verdragen voordat de stabiliteit in gevaar komt en de aarde in een nieuwe onbekende fase terecht komt? We moeten het niet zo ver laten komen, vindt de econome: de grenzen worden voorgesteld door wetenschappers:
-CO2 moet onder de 350 BPM blijven, -75% bebost land moet bebost blijven, -kunstmest stikstof en fosfor beperken tot X... En, de ene grens heeft invloed op de andere. Grondontginning leidt tot domino effecten. Er zijn ook positieve effect: Herbebossing leidt tot een betere waterhuishouding.

HOE staan we er nu voor? Buiten de beide grenzen van de donut (1 op de 9 mensen hebben niet voldoende te eten, 1 op zoveel heeft niet schoon drinkwater, etc, etc). Er is een extreem ongelijke inkomensverdeling. Tegelijkertijd is er meer druk. Vier planetaire grenzen zijn al overtrokken (verlies van biodiversiteit, stikstofcyclus, klimaatverandering / Co2, ...)

Toch komen er veranderingen op gang, "in alle hoeken van de planeet." Het Buen Vivir is in Bolivia in de grondwet opgenomen: de rechten van de natuur. Maar er zijn nieuwe woorden nodig. Menselijke voorspoed. De scheve verdeling van de voedselconsumptie moet aangepakt worden. Ook de distributie is niet efficiënt en 10% van het voedsel dat verspeeld wordt zou het voedseltekort kunnen oplossen. In 2050 leeft 70% van de wereldbevolking in steden. De reclame in grote steden moet mensen verleiden om het kopen van dingen die ze niet nodig hebben (Tim Jackson, Prosperity without growth). We hebben een ander effectiever bestuur nodig... Al deze vijf; bevolking, verdeling, ambitie, technologie en bestuur zijn nodig om in de veilige ring te blijven van de donut.
Terug naar de grieken, Xenofon begon met de eigen huishouding, maar breidde zijn studie uit naar het huishouden van de stadstaat, met handelsbeleid, belasting, werk, etc. Maar hoe de economen de economie tekenen heeft grote gevolgen gehad. En wat er moet gebeuren is van het grote plaatje van een autonome markt naar een ingebedde economie.

Over Shakespeare, over toneelspelen en toneel. De wereld is een toneelstuk. Maar wie zijn de spelers?
De kringloop, van Paul Samuelson. Bepalend beeld van de economie. Friedman en Hayek vulden het model. Laissez-faire, gemeenschapsbezit is tragedie.

Het is een liberaal plot, dat echter leidde tot een perfecte storm (crisis 2008)
Wat vertelt het model van Paul Samuelson?. De kern is huishouden die interacteert met het bedrijfsleven. Dit geeft een inkomenskringloop weer (kan via Moniac met roze water inzichtelijk gemaakt worden). Hoe inkomen door de economie stroomt. Geld lekt weg
En verklaart een zelf-vervullende recessie, die vervolgens met Keynes ideeën kan worden opgelost door de overheid te laten inspringen.
Het probleem van het model van PS, is wat John Sterman (business dynamics) noemt wat onzichtbaar is , is dat wat niet in de vergelijkingen zit, en daar zit normaal gesproken het probleem (bij een model).

Vervolgens schets KH een shakespeare's drame  waar de enscenering door Paul Samualson wordt opgesteld, en met dramae personae, als de liberale markt (die moet ruim baan krijgen), etc, etc.

De zaken waar we van afhankelijk zijn echter staan niet in het model opgenomen, zoals de aarde waar we resources van onttrekken. De drama personae hier zijn:
De aarde (levend wezen). De maatschappij (fundamenteel). Economie (is divers). Huishoudens (de kern, die gewaardeerd moeten worden). De markt (moet ingebed worden). Het gemeenschapsbezit (). De staat (essentieel). De financiële markten (moeten dienstbaar zijn). Bedrijfsleven (doel tot innovativiteit). Handel (is twee-snijdend, moet eerlijk worden). Macht (is er alom, misbruik voorkomen).
Vervolgens gaat ze op elk van deze elementen in op de biografische details. Zoals bij de aarde waar de grenzen moeten gerespecteerd worden. De klassieke economen gingen allereerst uit van land, kapitaal en arbeid, maar later werd dat alleen nog kapitaal en arbeid.

Economie is alles behalve een gesloten kringloop maar een open systeem. met als kenmerk constant instromen en uitstromen van materie en energie. De economie heeft de aarde nodig als hulpbron. Onttrekt middelen, maar kan ook middelen weer aanvullen. Heeft aarde ook nodig als afvalput, voor CO2 en kunstmest, etc. De aarde is een gesloten systeem. Herman Daly (economics in a full world) ziet de economie als open systeem. Toen Adam Smith TWofN schreef leefde er 1 mrd mensen, bij publicatie van Paul Samuelson 3 mrd, en nu is de economie 10x zo groot en werkt het gesloten systeem niet meer. De economie moet als een superorganisme worden gezien, zoals een grote slak.
De maatschappij... Ze gaat hier in op Robert Putnam theorie van maatschappelijk kapitaal. Twee soorten: bonding en bridging capital. Bij economie, economics 101, ontbreekt het huishouden, de markt, de staat en het gemeenschapsbezit. Bijv. Adam Smith had geen vrouw op wie hij kon steunen of kinderen die hij moest grootbrengen. Toen hij zijn boek schreef trok hij in bij zijn moeder. Haar rol wordt echter niet genoemd in de economische theorie. We dragen allemaal bij aan de economie. Maar de waardering van deze bijdragen verschilt. De kerneconomie (dus die kern die niet betaald wordt) is volgens een studie uit Basel even groot dan de totale loonkosten. Dus de huishoud-economie moet weer meegenomen worden.
De markt. Adam Smith liet zien hoe de markt diffuse informatie verzamelt en de kosten die gemaakt moeten worden om hierin te voorzien. Coördinatie gebeurt zonder centrale planning. De keerzijde van deze markt is dat deze alleen waardeert wat een prijs heeft. En levert alleen aan diegene die kunnen betalen. net als vuur moet het aan banden worden gelegd. Onderwijs, vaccinaties levert de markt niet.
Ha-Yoon Chang stelt: de markt lijkt vrij omdat we de restricties niet meer zien. Vergeet de vrije markt het is een ingebedde markt. Déregulering bestaat niet meer alleen: herregulering. Het gemeenschapsbezit: Is creatief. Het Potentieel moet gebruikt worden. De dorpsgemeenschap gaat om met het omringende bos of de waterput. Houdt het erfgoed in stand.
Financiële markten: Thomas Ferguson, en zijn golden rule. Kijk welke donaties achter een wetsbesluit zit en je weet wat het doel is van het beleid. Follow the money.
Dus hoe kunnen de vier domeinen het beste samenwerken: huishoudens, de markt, de staat, en het gemeenschapsbezit?

DRIE. Stimuleer de menselijke natuur: van homo economicus naar sociaal aanpasbare mensen.
Hier begint een verhaal over karikaturen, zoals ze de homo economicus noemt, die kan je niet meer serieus nemen. Solitair, onberekenend en onverzadigbaar. Er is een nieuw beeld / portret nodig (refererend aan Leonardo da Vinci die de eerste karikatuurschetser is geweest). Hij is alleenstaand, heeft geld in de hand, en een rekenmachine, als mede zijn ego. Dit portret komt van Adam Smith met zijn twee boeken (the wealth en Moral Sentiments...). Echter Adam Smith meende toen al dat de mens niet alleen het eigenbelang nastreeft. John Stuart Mill komt met een duidelijke beschrijving (1894) van de politieke economie. De mens verlangt naar rijkdom, heeft weerzin tegen werk en heeft een hang naar luxe. William St. Jevons, de economie van de natie, gaat uit van een "gemiddeld" individu. Het is een calculerende mens, maar niet alwetend. Het nutsdenken doet zijn intrede. Frank Knight (1920) heeft het over: volmaakte kennis, en volmaakte vooruitziendheid. Hij wordt (door KH) gezien als de eerste economische striptekenaar. In de jaren zestig komt Milton Friedman op het toneel. Verder in het verhaal vertelt KH dat economiestudenten eerder te corromperen zijn, en dat ze meer zelfzuchtiger zijn dan andere studenten. Wijst onderzoek uit...
Over de CBOE (1973) schrijft ze over een onderzoek van Black Sholes, die een berekening maakten van optiewaarden, en "het grappige was," dat de koersen van opties naar die waarderingen gingen tenderen. Zij kregen er een nobelprijs voor. Dan komt het moment dat de consument de rol van de burger overneemt (Juskin Lewis: Beyond Consumer Capitalism). Wat nodig is echter is een ander mensbeeld
  • sociaal
  • vloeiende waarden
  • afhankelijk van elkaar
  • inschattingen makend i.p.v. rekenend of calculerend
  • niet beheersen van de natuur, maar ingebed in...
Dan de "WEIRD" (Western, etc, etc.) samenlevingen. Hoewel menselijk gedrag van samenleving tot samenleving verandert, niemand lijkt op het model van de homo economicus (met eigenbelang van Adam Smith). Maar dit model klopt niet. We zijn altruïstisch, maar soms delen we ook. Homo Sapiens blijkt de meest coöperatieve soort op de planeet te zijn (meer dan mieren, de hyena en de molrat) omdat dit onze overlevingskansen vergroten. De referentie is naar Sam Bowles, moral economy. bijdragen op internet, eBay recensies, waar iedereen op communitie-achtige manier meedoet. Dit is ook te zien in het ultimatum-spel.

In 2050 zal 70% in steden wonen. Gerd Gigerenzer Duits psycholoog, die begrip begrensde rationaliteit heeft bedacht. Het is slimmer om via vuistregels te denken, en gedrags-nudges te gebruiken. Aldo Leopold: we moeten van veroveraar terug naar gewoon lid van de natuur. We moeten de antropocentrische gedachte loslaten. Verdere referenties in dit hoofdstuk zijn o.a.: Otto Scharmer. Eco literacy. Hannah Arendt stelde dat wanneer je een zwerfdier een naam geeft het een grotere kans heeft dat het terecht komt. Zo moeten wij ook de natuur benoemen, zodat we er meer rekening mee houden. Charles Eisenstein, Climate a new story (2018). Jo Cox (vermoorde Labour MP), "we lijken meer op elkaar dan we van elkaar verschillen." Belangrijk is hoe motivatie via financiële prikkels tot stand komen. The gift relationship, een boek van Richard Titmuss uit 1970 laat zien dat de intrinsieke motivatie afneemt, wanneer men bv betaald krijgt voor bloeddonaties. Ze sluit het hoofdstuk af met een analogie van Henry Poincarré die vond dat de mens meer op een schaap leek dan hij zelf dacht. In navolging vind Raworth dat de mens het beste lijkt op een octopus, die verandert van kleur, en heeft tentakels overeenkomend met de verschillende rollen van de mens in het economisch en maatschappelijke leven, zoals: burger, ondernemer, ouder, concurrent, vrijwilliger, etc, etc. Het oude portret van Homo economicus moet vervangen worden door een hologram van de mensheid, dat meerdere identiteiten kan aannemen.

Vier. Snap de systemen. Van mechanisch evenwicht naar dynamische complexiteit. Economen hebben de wetten van Newton overgenomen als mechanisch systeem, maar het was beter geweest naar de appelboom te kijken, als organische groei. Pak je tuinhandschoenen maar op!
Eind negentiende eeuw is met differentiaalrekening de economie op "een hoger plan gekomen." William Stanley Jevons: economische theorie is analoog aan de statistische mechanica¡, of Walras (fysio-matematische wetenschappen) beschreef ruil als competitiemechanisme. De micro-economie ontstond, maar elke markt had een evenwichtsmoment net als de (mechanische) slinger die op maar één punt een rustpunt heeft. Het diagram van vraag en aanbod. Het mechanische denken heeft de laatste 200 jaar overheerst en is in het dagelijks leven gezeteld, en zal niet eenvoudig zijn om daarvan afscheid te nemen. David Colander (referentie: Complexity and the History of Economic Thought) meent dat economen het meeste moeite zullen hebben om te denken in complexe systemen. Er zijn wel metaforen die op complexiteit gebaseerd zijn (wie kaatst kan de bal terugverwachten) maar die zijn toch in de minderheid in ons taalgebruik...

Wat er moet gebeuren is dus een denkmodel te ontwikkelen dat uitgaat van complexe systemen. Daartoe zijn de volgende ingrediënten nodig: Stroom en voorraad, terugkoppeling en vertraging. Te denken valt aan een zwerm spreeuwen die emergent bewegen volgens een complexe dynamiek.
Door gebruik van deze systeemtheorie kunnen we gebeurtenissen anders verklaren. In het geval van Lehman is het niet het plotselinge faillisement, maar de opbouw van de druk van een systeem, dat leidt tot een omslagpunt (kantelpunt). Referentie Donella Meadows, limits to growth. Ze vertelt de anekdote over Newton als speculant: "de grootmeester van de mechanica was verslagen door de complexiteit wanneer hij al zijn spaargeld verliest op de beurs." Concentratie. De graanhandel is voor 75% in handen van vier partijen (ABCD). Net als 75% van derivaten in de VS door vier partijen wordt behandeld (JPM, Citygroup, BoA en GS). Economen moeten meer als tuinmannen denken, referentie: The gardens of democracy, A New American Story of Citizenship, the Economy, and the Role of Government - Eric Liu, Nick Hanauer, 2017.
De Economie evolueert continue en is op te vatten als een open source software programma. Volgens Meadows moet je als econoom hefboompunten vinden waar kleine ingrepen grote effecten kunnen verzorgen.
Dynamische systemen hebben drie kenmerken: een hiërarchie, zelforganisatie en veerkracht. Qua hiërarchie kan je denken aan dienstbaarheid, zoals de levercellen in ons lichaam, of zoals het zou moeten zijn: de financiële sector, dienstbaar moet zijn aan de economie. Zelforganisatie zie je in celdeling of in uitbreidingen van steden. In de economie vindt veel zelforganisatie plaats door het prijsmechanisme (Adam Smith). Maar het gebeurt ook bij het gemeenschapsbezit en bij huishoudens.
Als laatste is veerkracht belangrijk. Veerkracht is de manier waarop een systeem druk kan verdragen. en terug kan veren, zoals een spinnenweb. Over ethiek, Referentie George deMartino, The economist's Oath. Systemen ten slotte kunnen niet worden beheerst, maar we kunnen wel luisteren naar wat ons het systeem vertelt, zodat we het kunnen aanpassen, of opnieuw kunnen ontwerpen.

Vijf. Richt je op herverdeling. Schwartzenegger: schoonheid betekent pijn leiden. Net als economieën de pijn van ongelijkheid voelen. Groeiende ongelijkheid is geen noodzakelijkheid. Ze gaat hier in op Kuznet's curve (1955), waarin hij stelt dat de ongelijkheid eerst bij een ontwikkelende economie doet toenemen, pas bij verdere groei zal de ongelijkheid afnemen. Er is ook een milieu-Kuznet's curve, namelijk die stelt dat de milieuvervuiling bij economische ontwikkeling eerst moet toenemen en pas bij een bepaald punt, gaat afnemen wanneer de economie verder groeit.
Aan de hand van het denken van Michael Hudson gaat ze in op het financiële ecosysteem, waar bijvoorbeeld de geldschepping weer terug komt bij de centrale banken en niet bij de commerciële banken. Dit houdt de macht weg (van wat Keynes) de nutteloze rentenier noemt. Complementaire valutas (zoals de Bangla-Pesa in Kenia) kunnen helpen om gemeenschappen economisch te ondersteunen. De echte game-changer is volgens Raworth peer-to-peer-netwerken maar vooral: de Blockchain.
Ook moet het systeem van patenten veranderen. Dit is ooit begonnen in Venetie door de glasblazers hun innovatie van de imitatoren te beschermen. Maar inmiddels worden patenten gebruikt als oorlogsinstrument om competitie tegen te gaan, bijvoorbeeld bij medicijnontwikkeling die daardoor niet doorzet. In het open-software-model laten moderne samenwerkende ondernemers zien dat bescherming door patenten van intellectueel eigendom niet meer nodig is.
Verder is ze voorstander van een basisinkomen dat in Kenia als experiment blijkt te werken. Ze wil dit betalen door een mondiale belasting op extreme rijkdom, financiële transacties en CO2-heffing. Mondiale belastingen zijn volgens haar net zo ondenkbaar als destijds de afschaffing van de apartheid.

Zes. Creëer om te regenereren. Regeneratief design. Het degeneratieve industriële ontwerp is niet compatable met de donut-economie die het welzijn van de aarde en het ecologische plafond behept is.
Ze komt in dit hoofdstuk met voorbeelden van regeneratief design (zoals de OS-vehicle) en schrijft over de CO2- en andere (fosfor, Stikstof en water) cyclus: die bedoelt is om deze stoffen niet alleen als output in het ontwerp mee te nemen, maar ook als input. ... De circulaire economie is ontworpen om regeneratief te zijn.

Zeven. Wees agnost als het om groei gaat. Ze gaat hier in op de vijf fasentheorie van Rostow die stelt dat elk land dezelfde stadia doorloopt van ontwikkelingsland naar ontwikkelde economie met massa consumptie.
Robert Solow, vader van de economische groeitheorie, baseert zijn model op productiviteitsgroei, arbeid en kapitaal, maar kon desondanks niet de groei van de economie van de VS verklaren, omdat uit zijn model de groei van het kapitaal per medewerker, slechts 13% van de groei over de laatste 40 jaar verklaarde. Er was blijkbaar een residu (dat altijd gedacht werd door technische innovatie tot stand te komen), en dat verklaart het ontbreken van energiegebruik in het model. Door goedkope energie zoals fossiele brandstof. Met een gallon (3,79 liter kan 47 dagen aan zware arbeid bespaard worden. Echter die oliebeschikbaarheid is eindig.
Rostow's model zou dus volgens Raworth aangepast moeten worden; stadium vijf wordt dan: voorbereiding voor landing, en zes: aankomst.
Alternatieven voor groei zijn ook te vinden voor investeerders, zoals de evergreen direct investing (Fuellerton).

In de afsluitende hoofdstukken doet Raworth een beroep op de (toekomstige) econoom om het glas half vol te zien en samen te werken met andere disciplines, iets dat economen te weinig doen...

--
2018/07/donut-economie

* -  "In Ideology and Utopia betoogde hij dat het begrip ideologie verbreed zou moeten worden. Hij traceerde de geschiedenis van de term vanuit wat hij een 'bepaalde' kijk noemde. Deze opvatting zag ideologie als het misschien opzettelijk verdoezelen van feiten. Deze visie maakte plaats voor een 'totale' opvatting (met name bij Marx), die beweerde dat het denken van een hele sociale groep werd gevormd door zijn sociale positie (de overtuigingen van het proletariaat werden bijvoorbeeld bepaald door hun relatie tot de productiemiddelen). Hij riep echter op tot een volgende stap, die hij een algemene totaalopvatting van ideologie noemde, waarin werd erkend dat ieders overtuigingen - inclusief die van de sociale wetenschapper - een product waren van de context waarin ze tot stand kwamen. Dus, tegen Mannheim, " ideeën waren producten van hun tijd en van de sociale status van hun voorstanders."

... Mannheims werk is grotendeels geschreven door een macrosociologische lens. Bij het schrijven van Ideology and Utopia waren de fundamentele vragen van Mannheim "waarom gedraagt de mens zich anders in het kader van verschillende sociale groeps- en klassenstructuren".[12] Bij het beantwoorden van deze vraag was zijn intellectuele bijdrage aan de sociologie meer gericht op sociale problemen dan op sociologische problemen. [12] De consolidatie van zijn werk concentreerde zich op onderwerpen als "sociale stabiliteit, sociale groepen en de psychische verschillen die overeenkomen met sociale status of klassensplitsingen". Voor Mannheim was het publiek essentieel en fundamenteel voor een democratische samenleving. Daarom is het essentieel voor het behoud van de democratie om ervoor te zorgen dat niet één ideologie het hele publiek dicteert." (bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Karl_Mannheim#Ideology_and_Utopia_(1929))

-- 9 aug 2023. Een concrete uitwerking van de donut:
"... wat is postgroei?
'Letterlijk: het tijdperk na de economische groei. Een tijdperk waarin onze kwaliteit van leven moet groeien, niet de economie. Ik zie het als een concretisering van de Donuteconomie van Kate Raworth. Postgroei is een concrete weg om in het midden van die donut te komen. Waarbij we binnen de ecologische grenzen van de aarde genoeg welvaart creëren om in de menselijke basisbehoeften te voorzien.'
... ‘Het klopt dat er vooruitgang is, maar veel te weinig. De Nederlandse uitstoot gaat te langzaam naar beneden en wereldwijd gaat die zelfs nog omhoog. Bovendien zou ik het heel onredelijk vinden als we geen Fair Share-benadering aanhouden.’
‘Dat is een term van Jason Hickel (het boegbeeld van de degrowth-beweging, TdJ). Hij stelt dat er voor iedere wereldbewoner een proportioneel deel van de hulpbronnen van de aarde beschikbaar zou moeten zijn. Dan gaat het dus over water, land, materialen, maar ook over schone lucht. Als je kijkt naar het aandeel dat wij ons historisch gezien al hebben toegeëigend, dan is het heel onrechtvaardig als wij pas in 2050 klimaatneutraal zijn. Dan zeggen we dus eigenlijk dat wij in het mondiale Noorden meer recht hebben op de hulpbronnen van de aarde dan mensen in het mondiale Zuiden. Terwijl mensen in het Zuiden die bronnen veel harder nodig hebben dan wij om verder uit de armoede te groeien.’
Wij moeten onze uitstoot dus sneller naar beneden brengen, zodat zij economisch gezien nog wél kunnen groeien."
https://www.vn.nl/econoom-paul-schenderling-postgroei/ 

-- 26 aug 2023. Meer over Systeemdenken, is te vinden in het boek:
Thinking in Systems, A Primer, Donella H. Meadows

Part One: System Structures and Behavior
- ONE. The Basics | 11
- TWO. A Brief Visit to the Systems Zoo | 35
Part Two: Systems and Us
- THREE. Why Systems Work So Well | 75
- FOUR. Why Systems Surprise Us | 86
- FIVE. System Traps . . . and Opportunities | 111
Part Three: Creating Change—in Systems and in Our Philosophy
- SIX. Leverage Points—Places to Intervene in a System | 145
- SEVEN. Living in a World of Systems | 166

-- oktober 2023. Ik zag bij LGIM de functie van Climate Economist (Justine Schafer): Justine is a Climate Economist in LGIM’s Climate Solutions team, helping devise metrics to measure climate exposure and impact. She joined LGIM in 2021 from Vivid Economics, a consultancy focused on ‘putting economics to good use’, where she worked on quantifying the risks and opportunities from climate change for the financial and resource-extraction sectors. Justine graduated from McGill University with a BA in Economics and Finance and from the London School of Economics with an MSc in Economics. (https://www.lgimblog.com/authors/cio-office/justine-schafer/)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa