Edge of Chaos (Dambisa Moyo)
Edge of Chaos is een boek van Dambisa Moyo uit 2018. Hierbij een samenvatting.
Economische groei verbetert de levensstandaard, terwijl politieke instabiliteit en korte termijn politiek de economie kwaad doen. Ook al is de economische wetenschap een uitgebreide en complex veld van studie, wanneer je een rapport van de specifieke economie van een land of bedrijf ziet dan komt het vaak neer op een paar kale plaatjes. En de meeste tijd gaat het dan om groei. We zijn er door geobsedeerd en als de groei tegenvalt dan lopen critici over elkaar heen om de fouten aan te wijzen.
Maar waarom is groei zo wenselijk? Eenvoudig gesteld brengt groei een toenemende mobiliteit en verhoogde levensstandaard. China is hiervan het beste voorbeeld. De koopkracht pariteit van China was in 2014 voor het eerst groter dan die van de VS (ca. 17,6 triljoen). Hoe komt het dan dat landen falen om te groeien? Meestal komt het neer op politieke instabiliteit van een land. Neem Argentiniƫ. In 1913 was het per capita gezien het rijkste land van de wereld, maar tussen 1930 en 1970 kreeg het te maken met zes militaire coups. Het land heeft gefaald om te investeren in educatie, en rond 1940 had het de laagste graad van middelbare school participatie. Het duidelijkst van het falen komt naar voren bij de crisis in 1998-2002: 25% werkeloosheid, 74% devaluatie en de armoedegraad stijgt van 35 % in 2001 tot 54,3 % in 2002. Groei doet er dus toe.
Sommige soorten van overheidsschuld, beperkte resources en bevolkingsgroei bedreigen economische groei. Iedereen die een huishoudbudget moet beheren weet dat je niet te veel schulden kan maken. Echter een schuld aangaan kan zeker economische groei stimuleren. Neem de VS, die na de WOII gigantisch in schuld raakte door investering in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur en daardoor een grote periode van groei meemaakte.
Hoe dan ook is schuld niet altijd wenselijk. Dit hebben we kunnen zien aan de crisis van 2008. Door een groot schuldniveau kwamen landen zoals Griekenland, Ierland en Italiƫ in de problemen. Hun rentebetalingen zorgde ervoor dat deze tot 10% van de belastinginkomsten stegen.
Er zijn echter meer zorgen met groei, zoals de groei van de bevolking en de verhoogde vraag naar natuurlijke resources net als hun eindige aanbod. Hierdoor gaan commodity-prijzen omhoog en dit - door hun toepassingen in vele economische onderdelen - zorgen voor inflatie. Dat leidt op hun beurt tot een daling van de levensstandaard. Water is hiervan een goed voorbeeld. Water wordt steeds meer schaars. Een tekort aan water zorgt voor problemen met irrigatie en een lager voedselaanbod.
Automatisering en het verval van het globale werkleger bedreigt de nationale economieƫn. Economieƫn zijn fragiel en daarbinnen zijn het de mensen, of de werkenden die voor groei zorgen. In de ontwikkelde economieƫn is de kwaliteit en kwantiteit van de arbeidsbijdrage aan het afnemen en dit zorgt voor een groot probleem. Het centrale probleem is de vergrijzing. In 2050 heeft de UN berekent dat 1 op de 6 mensen ouder dan 65 zal zijn. (en dus niet bijdraagt aan de economische groei, maar wel de vraag verhoogt naar gezondheidszorg en pensioenen).
Maar het is ook de kwaliteit van de werkkrachten die vermindert en bijdraagt aan de verminderde economische groei. Onderinvestering in onderwijs; in de VS leidt deze achteruitgang tot de kans dat dit land achterop raakt op het gebied van technologische innovatie. (De Pisa test uit 2015 wijst uit dat het land op de dertiende plaats van de 35 landen staat). 47% van de banen zal lijden onder automatisering (volgens een Oxford Martin schoolrapport uit 2013). Vooral driverless cars zal tot problemen leiden. De vrachtwagen-industrie zorgt namelijk voor 3,4 tot 4,5 miljoen banen, die hierdoor op de tocht komen. Ook komt inkomensongelijkheid hierdoor tot uiting, wanneer lage-lonenbanen zullen verdwijnen
De trend tot protectionisme zal de globale economie negatief beĆÆnvloeden. Twee gebeurtenissen in 2016 tonen dat de trend met globalisering zich keerde. Het Brexit-referendum en Donald Trump die als president werd gekozen in de VS. Weg van globalisatie en richting protectionisme. Dat leidt tot een stagnatie van de economische groei van de wereldeconomie. Maar tevens zorgt dit tot een teruggang van de nationale economieĆ«n. Denk aan de Smoot-Hawley Tariff act uit 1930 die en effectieve belastingvoet van 60% leverde voor meer dan 3200 producten die uit de VS geĆÆmporteerd werden. Het GNP van de VS daalde van 104,6 miljard in 1929 tot 57,2 mrd in 1933!
Daarnaast zijn het juist de ontwikkelingslanden die negatieve effecten ondervinden van deze maatregelen.
En tevens is de ongelijkheid van de globale arbeid een consequentie. Er zijn 73,4 miljoen mensen werkloos in de wereld maar Japan met een vergrijzende bevolking heeft een tekort. Effectieve migratie politiek kan hier een hulp bieden om deze ongelijkheid op te lossen.
China's staats-gereguleerde economie staat model voor groei, maar staatsinterventie zorgt voor een lange termijn economisch risico. Honderd miljoen mensen in de ontwikkelingslanden hebben minder dan een dollar per dag aan inkomen om van te leven. Velen zullen economische groei prioritiseren over transparante politiek. China is hier een voorbeeld van autoritaire staatskapitalisme dat het land goed heeft gedaan qua economische groei. De armoede is afgenomen. China heeft hiervoor geld geĆÆnvesteerd in huisvesting en onderwijs. De Chinese middelbareschoolparticipatie is 94% op dit moment terwijl het 28% was in 1970.
Ook de infrastructuur is gegroeid, waar er een groter wegennet is dan in de VS. Maar het is niet allemaal zonneschijn. Interventie kan voor lange termijn economische groeiverlaging zorgen. Denk aan de huishouding van George Bush vooral de politiek om Amerikanen in huizen te laten investeren i.p.v. in aandelen. De VS werd daarbij als de facto hypotheekverstrekker met gesponsorde bedrijven zoals Fannie Mae en Freddie Mac. Mensen kochten een huis dat ze zich niet echt konden veroorloven en juist dit speelde een sleutelrol rond de crisis van 2008. Voor eeuwig gelddrukken is geen oplossing.
Economische stabiliteit in dit klimaat vereist lange termijn politieke beslissingen, begrenzing van campagne donaties en hogere lonen in de publieke sector. Het laatste decennium groeit het populisme en / door de economische onzekerheid. De westerse democratieƫn moeten zich aanpassen. Radicale hervormingen zijn nodig om zeker te zijn dat goede besluitvorming een fundamentele pijler blijft in westerse democratieƫn. En wij moeten hiervoor zorgen.
--
2018/12/beyond-outrage
Economische groei verbetert de levensstandaard, terwijl politieke instabiliteit en korte termijn politiek de economie kwaad doen. Ook al is de economische wetenschap een uitgebreide en complex veld van studie, wanneer je een rapport van de specifieke economie van een land of bedrijf ziet dan komt het vaak neer op een paar kale plaatjes. En de meeste tijd gaat het dan om groei. We zijn er door geobsedeerd en als de groei tegenvalt dan lopen critici over elkaar heen om de fouten aan te wijzen.
Maar waarom is groei zo wenselijk? Eenvoudig gesteld brengt groei een toenemende mobiliteit en verhoogde levensstandaard. China is hiervan het beste voorbeeld. De koopkracht pariteit van China was in 2014 voor het eerst groter dan die van de VS (ca. 17,6 triljoen). Hoe komt het dan dat landen falen om te groeien? Meestal komt het neer op politieke instabiliteit van een land. Neem Argentiniƫ. In 1913 was het per capita gezien het rijkste land van de wereld, maar tussen 1930 en 1970 kreeg het te maken met zes militaire coups. Het land heeft gefaald om te investeren in educatie, en rond 1940 had het de laagste graad van middelbare school participatie. Het duidelijkst van het falen komt naar voren bij de crisis in 1998-2002: 25% werkeloosheid, 74% devaluatie en de armoedegraad stijgt van 35 % in 2001 tot 54,3 % in 2002. Groei doet er dus toe.
Sommige soorten van overheidsschuld, beperkte resources en bevolkingsgroei bedreigen economische groei. Iedereen die een huishoudbudget moet beheren weet dat je niet te veel schulden kan maken. Echter een schuld aangaan kan zeker economische groei stimuleren. Neem de VS, die na de WOII gigantisch in schuld raakte door investering in onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur en daardoor een grote periode van groei meemaakte.
Hoe dan ook is schuld niet altijd wenselijk. Dit hebben we kunnen zien aan de crisis van 2008. Door een groot schuldniveau kwamen landen zoals Griekenland, Ierland en Italiƫ in de problemen. Hun rentebetalingen zorgde ervoor dat deze tot 10% van de belastinginkomsten stegen.
Er zijn echter meer zorgen met groei, zoals de groei van de bevolking en de verhoogde vraag naar natuurlijke resources net als hun eindige aanbod. Hierdoor gaan commodity-prijzen omhoog en dit - door hun toepassingen in vele economische onderdelen - zorgen voor inflatie. Dat leidt op hun beurt tot een daling van de levensstandaard. Water is hiervan een goed voorbeeld. Water wordt steeds meer schaars. Een tekort aan water zorgt voor problemen met irrigatie en een lager voedselaanbod.
Automatisering en het verval van het globale werkleger bedreigt de nationale economieƫn. Economieƫn zijn fragiel en daarbinnen zijn het de mensen, of de werkenden die voor groei zorgen. In de ontwikkelde economieƫn is de kwaliteit en kwantiteit van de arbeidsbijdrage aan het afnemen en dit zorgt voor een groot probleem. Het centrale probleem is de vergrijzing. In 2050 heeft de UN berekent dat 1 op de 6 mensen ouder dan 65 zal zijn. (en dus niet bijdraagt aan de economische groei, maar wel de vraag verhoogt naar gezondheidszorg en pensioenen).
Maar het is ook de kwaliteit van de werkkrachten die vermindert en bijdraagt aan de verminderde economische groei. Onderinvestering in onderwijs; in de VS leidt deze achteruitgang tot de kans dat dit land achterop raakt op het gebied van technologische innovatie. (De Pisa test uit 2015 wijst uit dat het land op de dertiende plaats van de 35 landen staat). 47% van de banen zal lijden onder automatisering (volgens een Oxford Martin schoolrapport uit 2013). Vooral driverless cars zal tot problemen leiden. De vrachtwagen-industrie zorgt namelijk voor 3,4 tot 4,5 miljoen banen, die hierdoor op de tocht komen. Ook komt inkomensongelijkheid hierdoor tot uiting, wanneer lage-lonenbanen zullen verdwijnen
De trend tot protectionisme zal de globale economie negatief beĆÆnvloeden. Twee gebeurtenissen in 2016 tonen dat de trend met globalisering zich keerde. Het Brexit-referendum en Donald Trump die als president werd gekozen in de VS. Weg van globalisatie en richting protectionisme. Dat leidt tot een stagnatie van de economische groei van de wereldeconomie. Maar tevens zorgt dit tot een teruggang van de nationale economieĆ«n. Denk aan de Smoot-Hawley Tariff act uit 1930 die en effectieve belastingvoet van 60% leverde voor meer dan 3200 producten die uit de VS geĆÆmporteerd werden. Het GNP van de VS daalde van 104,6 miljard in 1929 tot 57,2 mrd in 1933!
Daarnaast zijn het juist de ontwikkelingslanden die negatieve effecten ondervinden van deze maatregelen.
En tevens is de ongelijkheid van de globale arbeid een consequentie. Er zijn 73,4 miljoen mensen werkloos in de wereld maar Japan met een vergrijzende bevolking heeft een tekort. Effectieve migratie politiek kan hier een hulp bieden om deze ongelijkheid op te lossen.
China's staats-gereguleerde economie staat model voor groei, maar staatsinterventie zorgt voor een lange termijn economisch risico. Honderd miljoen mensen in de ontwikkelingslanden hebben minder dan een dollar per dag aan inkomen om van te leven. Velen zullen economische groei prioritiseren over transparante politiek. China is hier een voorbeeld van autoritaire staatskapitalisme dat het land goed heeft gedaan qua economische groei. De armoede is afgenomen. China heeft hiervoor geld geĆÆnvesteerd in huisvesting en onderwijs. De Chinese middelbareschoolparticipatie is 94% op dit moment terwijl het 28% was in 1970.
Ook de infrastructuur is gegroeid, waar er een groter wegennet is dan in de VS. Maar het is niet allemaal zonneschijn. Interventie kan voor lange termijn economische groeiverlaging zorgen. Denk aan de huishouding van George Bush vooral de politiek om Amerikanen in huizen te laten investeren i.p.v. in aandelen. De VS werd daarbij als de facto hypotheekverstrekker met gesponsorde bedrijven zoals Fannie Mae en Freddie Mac. Mensen kochten een huis dat ze zich niet echt konden veroorloven en juist dit speelde een sleutelrol rond de crisis van 2008. Voor eeuwig gelddrukken is geen oplossing.
Economische stabiliteit in dit klimaat vereist lange termijn politieke beslissingen, begrenzing van campagne donaties en hogere lonen in de publieke sector. Het laatste decennium groeit het populisme en / door de economische onzekerheid. De westerse democratieƫn moeten zich aanpassen. Radicale hervormingen zijn nodig om zeker te zijn dat goede besluitvorming een fundamentele pijler blijft in westerse democratieƫn. En wij moeten hiervoor zorgen.
- Als eerste moeten we zorgen dat herroepen van wetgeving niet te eenvoudig wordt. De ene nieuwe leider draait de beslissingen van de voorgaande president terug. Trump draait de climate change wetgeving van Obama terug.
- Campagne donaties moeten begrenst worden. De grote invloed van machtige rijken moet begrenst worden met hun invloed in de politiek. In 2016 werd twee miljard opgehaald. Vermogen is het enige dat telt in de VS. Politici zorgen dat ze hun donateurs behagen i.p.v. het algemene publiek.
- Beleidsmakers moeten meer verdienen, dit zorgt voor betere allocatie van talent, tussen private en publieke omgevingen. De publieke werknemer is het arme broertje van de beide. De CEOs verdienden 1,5 miljoen in 1979 terwijl dit opliep tot ca. 15 miljoen in 2013. De president verdiende 100,000$ in 1969 tot 4 ton in 2001.
- Langere terms of office en reƫle werkervaring zijn nodig voor politici. De tijd dat politici in dienst zijn moet uitgebreid worden. In Mexico zit de president voor vijf jaar en kan niet herkozen worden. Het resultaat aldaar was een relatief stabiele politiek en hogere relatieve groei in vergelijking met buurlanden
- Verder moet er een minimum eis zijn voor politici. Zoals werkervaring in de bedrijfs- private wereld. In GB was de ervaring die politici hadden teruggevallen van 70% tot 25 % tussen 1983 en 2010. Zonder echte real-world ervaring ontbreekt het bij politici aan empathie. In tegenstelling daarbij voeren ze beleid uit waar ze de upperclass mee zoetgehouden, in feite [doen ze] whatever it takes to keep their seat in parliament."
- En als laatste moet stemmen verplicht worden zoals in Australiƫ, Singapore en Belgiƫ. Deze landen zorgen dat hun democratie de nabije toekomst overleeft.
--
2018/12/beyond-outrage
Reacties