Universiteiten zijn net bedrijven

“Boudewijn de Bruin hoogleraar Financial Ethics,” las ik en mijn nieuwsgierigheid werd direct aangewakkerd. Naast mijn eerste positieve indruk – speltheorie, filosofie, wiskunde, financiële markten, de veranderende tijdsgeest – zocht ik naar een probleem, naar een weeffout die deze nieuwe aanstellingen net iets minder geloofwaardig zou maken. Ik vond een antwoord in de functietitel: “Financial ethics.” Het is maar een detail, waar de universiteit zich kan schuilen achter de academische context waar Engels de voertaal is.

Maar toch, waarom las ik niet: “financiële ethiek” Het eerste probleem met cultuur (en ethiek) is dat het door handel tot ons komt. De financiële sector is handel per uitstek en Nederland is een handelsland als geen ander.
Maar waarom moet er dan in Nederland een leerstoel financiële ethiek komen. Lopen we daarmee voorop (geloof ik niet – speculatie een). En als de financiële ethiek in Nederland anders kan zijn of moet zijn, waarom dan geen Nederlandse naam? Financiële ethiek. Blijkbaar is het eerste leerpunt dat Nederland gewoon meegolft op de storm die de internationale financiële wereld oproept. Men doet hier netjes mee, met middelgrote banken als ING en ... net zoals we voetbalkwaliteit exporteren, maar desondanks niet in de Champions Leagues mee kunnen. Daarvoor zijn we te klein en in de financiële wereld TE afhankelijk.

Toch komt de leerstoel er (ook in Nederland). Universiteiten zijn net bedrijven.

Qua bedrijfsarchitectuur is de universiteit veel minder interessant dan het unieke van het ziekenhuis, maar lijkt desondanks toch veel op een gewoon bedrijf. Als archetype zou ik dan de uitzenders nemen, zoals Randstad of Adecco. U schrijft zich in bij Randstad in de hoop op werk, en na een korte training komt u wellicht aan de slag.
Bij een universiteit is die korte cursus een langlopende studie, maar het idee is gelijksoortig: u studeert voor een baan, of ondernemerschap.

Ik ben zelf een groot tegenstander van de ondernemende universiteit omdat de archetypische rollen dan door elkaar lopen en het moeilijk wordt om de hoogleraar af te rekenen; is hij een goed schrijver? Weet hij zijn kennis goed over te dragen of is hij een betere consultant dan iemand die niet hoogleraar is? Het productiviteitsprofiel van de hoogleraar is divers, maar kennisoverdracht staat denk ik toch voorop.

Over de organisatiecultuur van bedrijven is veel geschreven en publiekelijk bekend, de cultuur op universiteiten is een publiek geheim; iedereen weet dat het een zooitje is en dat het elkaar aftroeven en het politieke spel beter gespeeld wordt dan bij menig bedrijf (recent voorbeeld: Diederik Stapel). Maar ook van de financiële instellingen dachten we dat ze professioneel geleid werden en ondanks de publieke informatie komt de waarheid vaak achteraf pas boven water (zoals bij de prooi).

--24 sept 2015
Umberto Eco typeert de cultuur op universiteiten (in zijn boek "numero zero") als volgt: "op de universiteit, vroeger maar ik denk nu nogsteeds, functioneren de zaken anders dan in de normale wereld: het zijn niet de kinderen de hun ouders haten, maar de ouders die hun kinderen haten."
--

Boudewijn de Bruin is per 1 januari benoemd tot hoogleraar Financial Ethics aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. De leerstoel is nieuw ingesteld aan de faculteit, en geeft invulling aan de brede maatschappelijke wens om toekomstige economen en bedrijfskundigen te scholen in ethiek.
“De economische crisis laat het belang van Financiële Ethiek zien’” aldus De Bruin. “Denk aan vragen over bonussen, overheidssteun aan banken, of de bankierseed. Maar als wetenschappelijke discipline is de Financiële Ethiek nauwelijks ontwikkeld. Dat biedt veel mogelijkheden, zowel wat betreft onderwijs als wat betreft nieuwe onderzoeksprojecten.”
Bij zijn onderzoek naar ethiek in de financiële sector, maakt de hoogleraar gebruik van methoden uit disciplines zoals de wijsgerige ethiek, de wiskundige speltheorie en de logica. De Bruin is al sinds 2005 verbonden aan Rijksuniversiteit Groningen (
iexprofs)


Wiskundige speltheorie? Bedoelt men daar niet economische speltheorie? Een wiskundige die fungeert als filosoof en voor een economische (bedrijfskundige) faculteit werkt roept wat mij betreft ook vragen op. Inter-discipline lijkt me positief voor de wetenschap als geheel en een wiskundige roept net als een econometrist een soort onafhankelijkheid op: ik ben vooral wiskundige, neutraal en objectief en slechts mijn modellen en kennis zal als een zwaard door de materie snijden en de anatomie van de werkelijkheid zien. Tja.

Universiteiten lijken in die zin op bedrijven, door het feit dat ze “stakeholders” hebben: mensen en instellingen voor wie ze het doen (geld ontvangen). Nu is er vanuit de markt (vooral de overheid) vraag naar ethiek.

Randstad is onlangs in Spanje begonnen met een televisiecampagne. Ik zeg onlangs omdat ik het niet zeker weet, maar direct na de crisis waren ze zeker niet aanwezig op de tv. Het feit dat ze dat nu wel doen kan twee dingen betekenen: er is meer vertrouwen ook bij bedrijven als Randstad (uitzender) om grootschalig te adverteren. Het kan ook zijn dat ze te laat zijn en achter de feiten aanlopen of dat ze vooral de moordende concurrentie af willen zijn. Dat laatste zou dan het begin van een speltheoretische exercitie zijn. Niet elke concurrent kan namelijk tv-reclame inzetten.

Bluffen is ook onderdeel van (economische) speltheorie. Iedereen weet wat bluffen is, maar hoe het precies (fundamenteel) werkt, daarvoor is een universiteit nodig.
Het imago van de econoom is niet onbeschadigd uit de financiële crisis gekomen. Wellicht kent u het verhaal van de wiskundige (youtube... source ben ik even kwijt) die u vertelde in gewone taal hoe discrete wiskunde werkte. Hij stelde daarvoor de volgende vraag:

Als 1 fles bier 1 dollar kost, hoeveel kosten dan 100 flessen bier?

Hij gebruikte het voorbeeld (o.a.) om aan te tonen waarom de economen de crisis niet konden verklaren. De economische modellen bleken ontoereikend. (maar ook nieuwe theorieën - kantelpunt - blijven dat m.i.). Als het gaat om economie steun ik de oude meesters, zoals Keynes, die menen dat voor economen wiskunde niet het belangrijkste is. Onlangs in een interview met Kenneth Rogoff en Carmen Reinhart introduceert Claudi Perez de econoom Samuelson, met de woorden gericht aan iedere nieuwe economiestudent:
"muestra un sincero respeto hacia el estudio de la historia económica, porque es la materia prima de la que surgirán todas tus conjeturas o análisis" (El Pais): Zorgt dat u de geschiedenis van de economie beheerst, want het is de basis waaruit elke theoretische analyse ontspringt...

Hoe zit het - qua ethiek - met de geschiedenis die zich zou herhalen?
En daarom of ... maar toch, misschien is er nu een wiskundige filosoof die ons gaat leren over ethiek. Financiële ethiek. Financial ethics.

En dat omdat de markt er naar vraagt.

Ik gebruik liever een vuistregel, net als de man op de straat die geen speltheorie nodig heeft om te begrijpen wanneer iemand bluft. Maar als het over ethiek gaat is men op dit moment serieus en dan mag het wat geld kosten. Onze belastingcenten. Het boek (proefschrift) van de hoogleraar ligt vooralsnog voor 101 dollar bij Amazon (101$, een grap?).
Ik denk persoonlijk dat vraag naar ethiek wel weer overwaait. Misschien komt er over een periode vraag naar de ethiek bij uitgevers, dat zijn namelijk net als banken en uitzenders ook (arche)typische handelsbedrijven. En waar handel in zicht is, rijdt ethiek om de achterbank mee.

Het vervelende van bovenstaande uiteenzetting is dat de persoon in kwestie natuurlijk niet de schuld heeft, sterker nog; hij is denk ik de juiste man (een vrouw was misschien nog effectiever), op het juiste moment, op de juiste plaats:

Oppositie. Helge Ruckert. "Dialogues as a Dynamic Framework for Logic." Leyden University. June 26, 2007 (promotor: Goran Sundholm).
"Vergeten Filosoof: Jean-Baptiste Cimedart (1721-1787)." Qualia 3 (2007): 43.
"Normen en snavels." Academische boekengids 62 (2007) (review of books on evolutionary ethics).
"Onderwijs moet gratis (maar niet voor iedereen)." nrc.next 9 May 2006 (op-ed with Menno Rol).
"Versneden vrijheid." Academische boekengids 58 (2006) (review of books on measuring political freedom).
"Videoclip is niet zomaar meningsuiting." De Volkskrant 22 November 2005 (op-ed).
http://www.philos.rug.nl/~debruin/op-eds.html

En wie is die Cimedart wel?

Jean-Baptiste Cimédart
... (1721 - 1787) was een Franse schrijver en wijsgeer die vooral actief was in het materialisme.
Geboren in Yonville, Frankrijk in 1721, groeide Cimedart op als zoon van een koster op het Franse platteland. Na een opleiding op de lokale Jezuïeten school en een studie wijsbegeerte aan de Sorbonne in Parijs, reisde Cimedart naar Nederland en publiceerde daar zijn eerste tractaten over het materialisme bij Nederlandse en Vlaamse uitgevers. In 1751 trok hij naar het hof van Frederik de Grote. Daar bracht hij zijn tijd voornamelijk door met gokken en vrouwen, hoewel zijn contacten met de filosoof Julien Offray de La Mettrie die hij daar op deed niet voor niets bleken toen hij in 1757 zijn Essai sur les moeurs des hommes schreef. In 1759 verliet hij het Pruisische hof, reisde een aantal jaar rond in Europa en stierf in 1787, na negen jaar eenzame opsluiting in de Bastille.
Het vroege werk van Cimedart, dat gekenmerkt wordt door een ver doorgevoerd reductionistisch materialisme, heeft een niet geringe invloed gehad op het Franse intellectuele landschap van zijn tijd. Materialisme et penser en ook Essai sur les moeurs des hommes, waarin hij zijn schatplichtigheid aan La Mettrie erkent, zijn schoolvoorbeelden van de rigorositeit die de opkomst van de nieuwe natuurwetenschappen veroorzaakte in filosofische kringen. Cimedarts late filosofische werk is omstreden. De publicatie van Traité du sublime, waarin hij zijn nieuwe libertijnse filosofie het meest pregnant uiteenzet, werd gezien als voldoende reden om hem op te sluiten in de Parijse gevangenis.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa