Geld en de zin van het leven (Jacob Needleman)
Dit boek is uit 1992 en moet destijds veel aandacht hebben gekregen anders was mijn oog er niet op gevallen, denk ik zo. Ik vraag me zelfs af of ik het toen wel gelezen heb.
In het woord vooraf, betuigt de auteur zijn dank aan Laurence S. Rockefeller.
Het boek - Money and the meaning of life - bestaat uit drie delen. De welvaartstaat en de verarmde geest (1), de munt met de grootste waarde (2) en drie: het ondefinieerbare iets dat overal binnendringt.
De inleiding opent met het centrale thema dat de mens gevangen zit, zonder zich daarvan bewust te zijn. En, dat de mens er slechter aan toe is dan hij denkt, maar in tegenstelling tot de bewering van Freud die hieraan precies gespiegeld is, meent Needleman dat de mogelijkheden voor de mens ongekend groot zijn. Geld heeft een rol bij de zoektocht naar de zin van het leven. en door het boek komt de tegenstelling rijk en arm continue terug in twee vormen materiele rijkdom versus spirituele armoede. En visa versa.
John Kenneth Galbraith is de grote inspirator van Needleman en dat is op zich een positief punt, want de filsoofie in het boek / de auteur is christelijk filosoof / is niet altijd waterdicht. Galbraith stelt in zijn the afluent society dat de samenleving niet langer gebaseerd is op bevrediging van behoeften, maar ook op de productie en creatie van deze behoefte,
Een sterk begin dus. En een pagina later verschijnt Donald Trump, als referentie via zijn boek, de kunst van het zakendoen. Daarin geeft Trump aan dat hij de hele dag ingenomen wordt door relaties en contacten en tot -s nachts gebeld wordt met steevast het thema: hoe sluit in de volgende deal...
Maar uit het boek van Trump blijkt dat hij zich "snel verveelt," hij doet het voor de kick. Later ontmoet hij een andere ondernemer die spirituele beelden - zoals een boeddha-beeldje - verkoopt tegen een te hoge prijs. "In beide gevallen fout." want de ene ondernemer verdient geld met materieel gewin en de andere door spiritueel gewin.
De Mens heeft twee karakters. Goed en slecht, spiritueel en materieel en de filosoof pakt het verhaal van Weber - die hij zeer waardeert - op over de protestante ethiek die zo mooi past bij het kapitalisme. Want juist daar ging het in de middeleeuwen fout, doordat het geld en woekerrente veroordeeld werd door de (Roomse) kerk en daarmee het lage karakter van de mens veroordeelde. In die zin had het protestantisme wel een goed nieuw begin gemaakt, alleen zo meent de filosoof, heeft men de weg van het spirituele verlaten en is men zich unilateraal over gaan geven aan het geld. De religie en spirituele proces verdween daarmee naar de achtergrond. Op zich een aardig verhaal.
"De economie is de belangrijkste wetenschap van onze tijdperk," staat in hoofdstuk negen van deel twee te lezen: wat je wel en niet met geld kunt doen...
... De conclusie in het boek is dat geld zo'n centrale rol is gaan spelen in ons leven dat persoonlijk gewin cenrtaal is komen te staan. De mens moet terug naar zelfopoffering en dienstbaarheid.
Toch is dat niet iets wat je leert uit het boek. Het boek is niet eht een mooi verhaal wat je leidt tot deze conclusie, maar toch eerder een samenraapsel van losse anekdotes verweven met bijbelse teksten, en dan vooral het verhaal van Koning Salomo.
Daar zou ik wel meer over willen weten, en dat is dan de oogst van het boek.
--
Reacties