Via een tweet, zie onder, kwam ik op een schets van deze auteur-cabaretier: Hans Dorrestijn. Waarom is Hans Dorrestijn zo succesvol geworden. Is dat omdat "Humor een medicijn," is?
Zelf denk ik dat het komt door zijn authentieke vorm. Hij is "somber maar heeft wel hoop," zegt hij in dit interview. "Weinig mensen kunnen zo grappig somber zijn."
Dorrestijn is wel somber maar niet zuur. Dat maakt hem speciaal. Als kunstenaar is het moeilijk om echt te laten zien wat je denkt, en negativiteit verkoopt slecht. Maar hier is er iemand gewoon zichzelf, en heeft geleerd dat in een aardige vorm te gieten waardoor de boodschap toch overkomt...
Je eigen positie zien te vinden in een speelveld dat zo druk bevolkt wordt door allerlei specialisten die op de millimeter nagenoeg hetzelfde proberen, is geen eenvoudige taak. Hans Dorrestijn doet dat op een natuurlijke manier. Daar is niet veel vraag naar, maar toch meer dan voldoende.
https://twitter.com/HarrisonSealts/status/1630883461161467904?s=20
Het Interview, in stukken, met
... "’s lands bekendste en meest geliefde somberaar." Dat begint met een beschrijving van zijn huis:
Er staat een piano waarop hij zijn liedjes maakt, een grote tafel met schrijfgerei en papier, een aquarium met rustgevende vissen. Het is wat je een mannenhuishouden noemt. De boeken staan in ongeordende rijen en stapels in de kasten. Overal hangen of liggen foto’s van dierbaren. De keuken moet nog van de vorige bewoners zijn, of van die daarvoor. In de vensterbank staat een doos met nog op te ruimen kerstballen.
Naast dat alles heeft hij zichzelf, iemand waar hij tegenwoordig ook vrede mee heeft.
...
Het programma heet ’t Houdt een keer op en is aangekondigd als zijn laatste, maar de ironie wil dat het eind van de tournee nog lang niet in zicht is. ... Zijn liedjes hebben niet meer de vonk van zijn beste, zegt hij. “Maar ik merk wel dat mijn gesproken teksten geweldig werken. Ik heb ze zo makkelijk geschreven; ik heb helemaal niet mijn best gedaan om beter te zijn dan anders.”
Je moet niet ten volle geconcentreerd zijn of je best doen?
“Ik zeg altijd: als ik niet nadenk, heb ik nog weleens een goed idee.”
Het is niet zo dat het leven hem tegenwoordig helemaal ontziet. Twee jaar geleden kreeg hij een stroke, wat ongeveer hetzelfde is maar minder rampzalig klinkt dan het bloederige ‘hersenbloeding’. “Deze drie vingers deden het niet meer.
...
Met ’t Houdt een keer op komt dus hoogstwaarschijnlijk een eind aan wat je een glansrijke carrière zou kunnen noemen, ware het niet dat ‘glansrijk’ geen woord is dat bij Dorrestijn past, evenmin als ‘carrière’.
Nee, zegt hij. Dat klopt. Hoe zou hij zijn loopbaan – ook zo’n woord – dan wel omschrijven?
“Ja, hobby kan je ook niet zeggen.” ... was iedereen... goed in wat hij deed. Al die jongens, George Groot, Jacques Klöters, Jan Boerstoel, die schreven al goeie liedjes, en bij mij was het echt krakkemikkig. Ik had... ik heb geen techniek.”
Waarom begon je er dan mee? Kennelijk had je toch een drang om liedjes en cabaret te maken.
“Absoluut, en ik moet ook eerlijk zeggen dat ik eigenlijk niet anders kan. Ik heb ook wel lesgegeven, zelfs een korte periode best goed, maar daar lag mijn hart ook niet. Ik wilde gewoon schrijver zijn. Ik was gek op Reve en Hermans.”
Dorrestijn ging naar de kweekschool en studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Daar leerde hij docent Willem Wilmink kennen, meesterlijk dichter, schrijver en liedjessmid, de dichter Tom van Deel en tal van anderen die hem op weg hielpen, een moeizaam proces van heel veel vallen en steeds weer opstaan.
“Dat is mijn redding geworden. Kijk, ik ben niet iemand die één boek leest en meteen kan schrijven. Zulke jongens en meiden lopen ook rond. Die hoeven maar één boek te lezen, denken: ah, zó kun je dat dus doen, en schrijven meteen een meesterwerk. Als je die worsteling van mij gezien hebt... Ik ben geen natuurtalent. Sommige mensen beginnen nu eenmaal langzamer. Ik heb weinig talent, maar ongelooflijk veel doorzettingsvermogen.
‘Ik zeg altijd: als ik niet nadenk, heb ik nog weleens een goed idee.’
“Ik kan alles niet van nature. Pianospelen, de hele troep niet. Vissen. Als ik met vrienden aan het vissen was, zeiden ze na een uurtje: ‘Hans, zal ik eens op jouw plek gaan zitten’, want zij vingen wel. En dan gingen ze op mijn plek zitten en vingen daar ook, en ik ging op hun plek zitten en ving weer niks.
“Ik ben geen grote bewonderaar van Youp van ’t Hek, maar zie wel dat hij veel en veel beter op de planken staat dan ik. Hij is echt een goeie performer, dat ben ik ook niet. Maar ik moet zeggen dat ik wel grappig ben, als het moet. Als ik er schik in heb. Dan kan ik wel grappig zijn. Heel grappig.”
Wanneer kwam je daarachter? ...
Een cliché: humor als medicijn. “Ja, maar zoiets is het wel. Als je ziet hoe de mensen in Veenendaal lachen, dan ben ik erg tevreden, omdat ik weet dat ze op dat moment even niet aan hun eigen sores denken. Ik geloof dat dat de functie van een humorist kan zijn.
... / ... “Nou ja, ik ben bijvoorbeeld nooit gepest of zo. Op de ulo, waar ik ook op heb gezeten, en waar ik een klotetijd heb gehad, probeerden twee jongens mij voor aanvang van de les te sarren. Toen zei Hans Hamers, een wat oudere jongen, tegen ze: kappen, want die jongen heeft meer in z’n mars dan jullie ooit zullen bereiken. Dat was zo’n openbaring, dat iemand mij zo zag. Ik werd vaak beschermd, op een of andere manier.”
Wat zit er dan in die bagage? Waar ben jij goed in?
... “Blijkbaar bied ik troost. Dat is een cliché als een olifant, maar, eh... Anderen hebben dat niet zo, maar ik... wel. In Veenendaal kwam er een vrouw naar mij toe die mij bedankte. Ze heeft me later een brief geschreven, dat ze veel aan mijn werk heeft gehad, omdat ze dacht: die man lijkt op mij, en hij is zo leuk, hij heeft zoveel succes eigenlijk, dus misschien red ik het ook wel. Dat hoor ik wel vaker.”
...
“Ik heb in het begin een heleboel dingen gemaakt die nooit zijn uitgegeven. Daar ben ik behoorlijk lang mee in de slag geweest, met liedjes en zo.”
...
Kun je je het moment herinneren dat het eindelijk lukte?
“Ik stond een keer met de dichter Fetze Pijlman te praten, en we kwamen erachter dat we allebei een hekel aan honden hadden. Ik echt een gloeiende hekel. Ik ben een keer aangevallen door een herdershond. Ik was een jaar of zeven toen ik bij twee jongens thuiskwam die een herdershond hadden. Die zeiden opeens: Herta, pak hem! Toen kwam er een herdershond door de lucht vliegen, met een klapperende muil. Die smeet mij op de grond en stond bij mijn keel te happen. Die jongens barstten in lachen uit.
...
Had je die monotone, mistroostige manier van voordragen en zingen meteen vanaf het begin?
“Dat geloof ik wel.”
Die klaagzang is om te lachen. Dat lijkt me een authentieke kwaliteit: weinig mensen kunnen zo grappig somber zijn.
“Nu je het zegt. Ik zie de boel wel somber in, maar ik heb toch hoop.”
Wel somber, maar niet zuur.
“Nee, zure mensen hebben geen liefde meer voor de wereld...
...
Misschien ben je al voorbereid op een eventuele mislukking en het weer opkrabbelen erna.
“Dat is het misschien ook. Ik ben net een riethalm. Ik ben zo omvergeblazen, maar ik kom ook weer overeind. En dan ben ik helemaal vergeten dat ik omvergeblazen was.
...
Drinken, dat deed je ook.
“O, ja. Daar heb ik spijt van. Echt stom. Ik zette de wanhoop en de ellende onder de alcohol. Dat heb ik heel lang gedaan. Ik hield er ook om de haverklap mee op. Ik had altijd verschrikkelijke katers, en dan kon ik mezelf helemaal niet meer verdragen. De gemiddelde drinker, bijvoorbeeld Willem Wilmink, die dronk dan vier pilsjes op een avond, heel rustig. Maar ik sloeg ze achter elkaar achterover, om van de wereld te raken. Ik had vreselijke last van die katers, die enorme druk op je kop. Je wordt er beverig van, wankel. Ik ben blij dat ik ermee opgehouden ben. Ik ben er veel te lang mee doorgegaan.”
...
Jij gunt iedereen altijd alles?
“Nou nee. Ik ben heel gauw jaloers. Daar strijd ik mee. Als mensen uit mijn omgeving ineens een veel beter lied maakten dan ik, had ik het moeilijk. Dat heb ik nogal gauw. Alleen: ik weet het. Ik ken ook mensen die niet weten dat ze jaloers zijn. Dat is veel erger. Die gaan nare dingen zeggen. Ik slik, en denk van: bek dicht, want je bent jaloers.”
Je zegt altijd dat jij zo’n slecht mens bent. Misschien valt het mee?
“Misschien valt het mee. Je kunt alleen maar hopen.”
Maar goed, nu heb je dus vrede met jezelf, gaat de wereld weer ten onder.
“Ja. We kunnen de naderende rampspoed niet tegenhouden. Om het klimaat te redden, moeten ze de hele wereldhandel onmiddellijk afschaffen, alle vliegtuigen aan de grond houden, alle schepen aan de ketting. Dat gaat niet. Iedereen wil alles hebben en meemaken. Het komt door de massale rijkdom.”
Jij bent zelf niet materialistisch?
“Nee, ik geloof niet dat ik materialistisch ben....
Je bent toch zelf ook rijk geworden van het cabaret?
“Ja, dat verdient verschrikkelijk goed, alleen: ik heb financieel nogal wat tegenslag gehad. En ik heb geen pensioen. Toen de coronacrisis begon en ik vrij spoedig die stroke kreeg, ben ik gaan interen. Je kunt sparen tot je erbij neervalt, maar dan vliegt het de deur uit. Ik ben twee ton kwijtgeraakt.”
Waaraan dan?
“Ik heb heel veel opgemaakt, toch. Reizen deed ik heel veel. Voor die vogels ben ik de hele wereld over geweest. Maar, daar ben ik heel trots op: ik heb het vliegen afgeschaft. Dat doe ik niet meer. Ik lees dat de vogelreizen het weer uitstekend doen, maar ik doe niet meer mee. Ik vind het goed als mensen het wél doen, want je kan niet van ze verwachten dat ze alles opgeven.
...
Ben je nog altijd zo gevoelig voor het oordeel van anderen?
“Ik ben nog altijd verschrikkelijk gevoelig. Als in een zaal van duizend enthousiaste mensen één iemand zegt: Dorrestijn, vroeger was u veel beter, dan wankel ik.”
‘Nu gaat het met mij goed, en gaat het slecht met de wereld.’
Over de scheiding van zijn tweede vrouw schreef hij Finale kwijting (2000). “Dat is een van de laatste ervaringen waar ik kapot van geweest ben.” Let wel: niet van de scheiding, maar van de ontvangst van het boek. “Er verscheen geen enkele goeie recensie. Het werd echt aan flarden geschreven. NRC schreef: is dit het einde van de roman? In de Volkskrant stond een gelijkluidende executie. Ze verweten mij materialisme, rancune, valsheid. Terwijl: ik heb het niet als afrekening geschreven, maar om te laten zien hoe dingen fout kunnen gaan. Ook de keuze van je partner.
“Het was een ravage, een bloedbad. Ik zat maanden in zak en as. Ik heb toen twee jaar geen proza meer geschreven. Vijf jaar later sprak ik met mijn vriend Rob Schouten, de dichter, en die zei: Hans, dat boek is mishandeld. Hij vertelde dat hij bij Joost Zwagerman kwam, die het boek optilde en zei: Rob, we hebben ons vergist.”
Omdat hij er altijd slechte recensies kreeg, leest hij de Volkskrant niet meer. “Zo klein ben ik wel.”
...
Je carrière – bij gebrek aan een beter woord – is gebouwd op dergelijke tegenslag. Je beoefent de treurigheid als een ambacht, zei je. Kun je een functieomschrijving geven?
...
“Het is geen pessimisme, maar ik ben wel wanhopig. Ik kan het niet uitleggen. Het is misschien juist omdat mijn pessimisme niet zuur is, een soort warme klank heeft.” Waar komt die manifestatiedrang bij jou vandaan? ‘Ambitie’ is ook weer geen woord dat bij jou past.
“Het is meer dat ik dan zin krijg om iets anders te doen. Ik heb nooit succes gehad met een vorm die ik herhaalde. Sommige cabaretiers worden steeds beter in hetzelfde, maar bij mij is het op een gegeven moment afgelopen. Dan moet ik wat anders bedenken.”
Bij sommige cabaretiers zijn de grappen na een paar shows op. Dat heb jij niet.
“Nee. Ik ben een laatbloeier. Jongens als Hans Teeuwen – voor hen is het zo gemakkelijk. Ik zit in die zaal en denk: jezus, hoe kun je dit allemaal man. Dat spuit er een tijd uit, en dan is het op. Bij mij is het er niet bepaald uitgespoten. Ik heb het eruit geknepen. Het ging allemaal moeilijker dan bij de echte grote talenten.
...
Jij bent veel engeltjes in je leven tegengekomen. [concludeert de journalist wanneer hij verder verteld over Martine Bijl en Anne M.G. Schmidt, die wat aardigs tegen hem zei, op een dieptepunt, waardoor hij weer energie kreeg] ... “Dat is echt zo. Ik kan niet zeggen dat het door de mensen komt dat ik me ongelukkig voel.” (Het geluk van Dorrestijn 31/01 | 2023 door Bert Nijmeijer, https://www.hpdetijd.nl/cultuur-media/cultuur/44342/het-geluk-van-dorrestijn)
-- 18 aug 2023.In hogere sferen
Als ik een vrouw ontmoet met een intelligent gezicht,
een edel gevoelig profiel en beschaafde manieren,
met poëziebundels van Reiner Maria Rilke en Hölderlin
en een altviool onder de arm,
dan denk ik meteen aan neuken.
(https://www.lezenswaard.be/view/2135/dorrestijn-hans)
-- nov 2024. Trouw kopt: "Pessimist Hans Dorrestijn (84) heeft ineens vertrouwen in een goede afloop"
Reacties