Over Ideologie
Over ideologie wordt volop geschreven. Hier twee invalshoeken.
Onder een ideologie wordt een denkstroming of een samenhangende ideeënleer verstaan, die gaat over mensen, de maatschappij en hoe de samenleving / wereld er in de toekomst moet, kan of gaat uitzien. De ideeën leven vaak in een organisatie (politieke partij, een kerk, een staat), onder sociale klassen (arbeiders bijvoorbeeld) of bepaalde groepen en organisaties (nationalistische groeperingen of kunstenaars).
De term
ideologie is tijdens de Verlichting geponeerd door de Franse filosoof Antoine
Destutt de Tracy (1754-1836), die het begrip gebruikte om de ‘wetenschap der
ideeën’ mee aan te duiden. Deze filosoof introduceerde de term in 1796. Hij
schreef over dit begrip in de reeks Eléments d’idéologie (1801-1815). Een
ideoloog stond bij hem voor een Verlichtingsdenker ofwel een philosophe, zoals
de intellectuelen in de tijd van de Verlichting werden genoemd.
Een ideologie heeft doorgaans drie kenmerkende elementen. De betreffende ideeënleer: Analyseert de huidige situatie in de samenleving (politiek, religieus, sociaal of cultureel). Beschrijft hoe de ideale wereld er uit zou moeten zien en welke normen en waarden in die ideële samenleving belangrijk zijn. Geeft aan wat er moet gebeuren om van punt 1 naar punt 2 te komen.
Voorbeelden van denksystemen die als ideologie gelden, zijn het christendom, de islam, het liberalisme, communisme, materialisme, nationaalsocialisme, imperialisme, kapitalisme, het gedachtegoed over democratie, het Jodendom, nationalisme, anarchisme, conservatisme en fascisme. [feminisme, minimalisme?] Verscheidene bekende personen, denkers en politici, gebruikten de term ideologie. Vaak in negatieve zin als een dwangmatig en opgelegd systeem van denken en doen. Onder hen Karl Marx en Friedrich Engels – die samen De Duitse ideologie (1846) schreven -, maar ook politiek leiders als Napoleon Bonaparte en Vladimir Lenin. (bron: https://historiek.net/ideologie-betekenis-en-kenmerken/89486/)
Wat zegt de filosofie over ideologie? Ik zocht op een website van een (econoom en) filosoof.
Markten worden verdedigd op basis van hun onmiskenbare positieve punten, in een geïdealiseerde opvatting van markten die bijna geen realisme draagt, terwijl mislukkingen worden niet toegeschreven aan de interne problemen van hoe markten werken, maar tot externe verdraaiing door de politiek. Zo zijn markten een ideologie, zonder zich bewust te zijn van haar eigen ideologie, en critici te beschuldigen van de blindheid van hun ideologie.
... Dit is een fundamenteel verschil met het liberalisme dat aan de marktideologie ten grondslag ligt. Het liberalisme is gebouwd op Verlichtingswaarden van het rationele, autonome individu, strevend naar pure, abstracte absoluutheden van waarheid en moraliteit, in de geest die boven het lichaam uitstijgt. Hier, ... neem ik het pad dat Heidegger heeft geopend en tot op zekere hoogte gevolgd door anderen, b.v. Levinas, en in belangrijke opzichten vergelijkbaar met het Amerikaanse pragmatisme.
De symbolische orde is aangekleed en gehuld in ideologie. Een actueel voorbeeld is de marktideologie. Het lokte het socialisme ertoe 'zijn ideologische veren af te werpen' van idealen van gelijkheid, solidariteit, zorg en sociale rechtvaardigheid. Terwijl ze de socialistische ideologie veroordeelde, projecteerde de neoliberale marktideologie zichzelf als vrij van ideologie en als een duidelijke en universele geldigheid die alle redelijke mensen zouden moeten zien en erkennen. ‘It’s the economy, stupid’, zei Bill Clinton tijdens de presidentiële campagne van 1992, en die slogan heeft zich over de kapitalistische wereld verspreid. Als je niet meeging, was je achterlijk en dom, achter op de tijd, niet serieus te nemen.
Die neoliberale marktideologie werd ondersteund door een gevestigd economisch dogma. Economen beweren dat ze waardevrije wetenschappers zijn, terwijl economie in feite gebaseerd is op een utiliteitsethiek die overwegingen van intentie, motief, moraliteit en deugd uitsluit. Individualiteit wordt geabstraheerd in een of andere universele, autonome, anonieme kiezer, zonder kenmerken. Nu de marktideologie verborgen is en andere ideologieën wegvallen, verandert de politiek in een bureaucratische technocratie. Daaruit is de huidige populistische opstand geboren, die oude schijnbaar vergeten ideologieën van ras en natie nieuw leven inblaast. (#335. Begrijpen van Žižek: Psychotherapie van de politiek)
... Nu voert Žižek zijn analyse van het onderwerp uit voor zijn onderzoek naar ideologie, en dat vind ik belangrijk. Als ik het goed begrijp is de redenering als volgt. Het angstige adres van de ander moet worden gepacificeerd door er een betekenis aan toe te kennen die de een deelt. In feite, zoals ook eerder in deze blog betoogd, worden acties grotendeels bepaald door onbewuste impulsen, en redenen zijn meestal rationalisaties post hoc. In de menselijke interactie, in de samenleving, neemt deze rationalisatie de vorm aan van ideologie. We claimen redenen voor gedrag, terwijl keuze en actie in feite worden bepaald door verborgen vooroordelen en impulsen. Nu, nogmaals, als ik het goed begrijp, moet men een gedeelde ideologie hebben om de dreiging van het adres door de ander te bedaren.
Hier ben ik het mee eens: om afstand te overbruggen, in het bijzonder morele afstand, heb je een gedeelde ideologie nodig. In termen van Wittgensteins taalspelletjes: je moet het juiste spel delen, afhankelijk van de context. De regels van het spel hebben dezelfde rol als ideologie. Ze zijn willekeurig en kunnen heel goed anders zijn in een ander spel, maar ze moeten in acht worden genomen voordat dit specifieke spel kan worden gespeeld.
Wat als ideologieën in conflict zijn? Als aanspreken door de ander als een bedreiging wordt gezien, wordt iets dat niet past in de eigen rationalisatie van gedrag aangeklaagd. Wanneer het adres daarentegen als een kans wordt gezien, kan men het ontvangen om zijn ideologie in twijfel te trekken, een mogelijke opening naar een nieuw spel. Maar dat vereist ook dat men zich ontdoet van de illusie dat de aangenomen ideologie op de een of andere manier objectief geldig en waar is, en niet van de twijfelachtige rationalisering die het in feite is (#338. De Ander als bedreiging of kans?).
... Ideologie laadt acties en kennis met sterke, bevooroordeelde overtuigingen van belang, doel en perspectief. Vroeger dacht men dat ideologie, zeker in de wetenschap, vermeden kan worden in belangeloze, objectieve kennis. Dat is volgens Nietzsche en Foucault een illusie, en daar ben ik het mee eens. Is dan elke kennisideologie? Ik denk het niet.
Ideologie immuniseert zich tegen kritisch discours en verblindt zichzelf, al dan niet opzettelijk. Hoewel kennis onvermijdelijk bevooroordeeld is, kan er toch over worden gedebatteerd, in navolging van wat ik eerder in deze blog (item 104) gerechtvaardigde assertiviteit noemde, waarbij men de verplichting accepteert om zijn mening te staven met argumenten en feiten, ook al zijn die nooit objectief of ' rock-bottom' waar. Dus als er iets is dat een universeel principe van wetenschappelijke moraliteit in de weg staat, dan is het dat wel.
... Hier komt de wetenschap inderdaad gevaarlijk dicht bij ideologie. (#215. Ideologie, macht en kennis)
Als ik de gedachte van Žižek volg, hebben mensen nog steeds een drang naar een geïdealiseerde orde die niet bestaat, en is gekleed in ideologie, gesymboliseerd met opvallende 'meesterbetekenaars'. In een democratie zou dit rivaliserende ideologieën opleveren, die vervolgens een obstakel vormen voor de compromissen die in coalitieregeringen moeten worden bereikt. Dit wordt gezien als verraad aan de ideologie. Als gevolg hiervan zijn democratieën aangetrokken tot een verwaarlozing van ideologie, met name door het verlies van socialistische ideologie, wat resulteert in een bureaucratische technocratie, en verder verraad en verlies van het 'objet-a'. (#341 omgaan met democratie)
Ideologie moet gebaseerd zijn op een onderliggende ethiek. Zonder dat wordt het footloos, onbewust, willekeurig, een vlucht van fantasie. Marktideologie is gebaseerd op een utiliteitsethiek zonder zich daarvan bewust te zijn, en claimt daardoor waardevrij te zijn (zie item 180), terwijl ze alle macht van een ideologie uitoefent. (240 afvlakkingscultuur)
Ook kan men wetten niet zo gemakkelijk van cultuur scheiden. Wetten zijn beladen met cultuur en bijbehorende ideologie. Liberalisme bijvoorbeeld. ... Ik definieer ideologie als ideeën en idealen over de mens en zijn relatie tot de samenleving. (236. het probleem van multiculturalisme)
Francis Fukuyama werd beroemd door zijn claim van het ‘einde van de geschiedenis’. Wat hij bedoelde was dat de rivaliteit tussen politieke ideologieën voorbij is, met kapitalistische liberale democratie als de enige levensvatbare ideologie die nog over is. (#160 geschiedenis gaat verder)
... Ideologie is gedefinieerd als wat voor mij in het belang van anderen is om te geloven. Foucault liet zien hoe ideologie wordt geassimileerd en ondergebracht in ons onderbewustzijn. Cultuur is ideologie belichaamd in instellingen, in regels van taalspelletjes. Dit dient om de belangen achter ideologie te verbergen. (#113. Verlies van verantwoordelijkheid)
... Er zijn meerdere onderzoeken geweest naar het effect van persoonlijkheid op de beleving van Covid-19 en de maatregelen die daartegen worden genomen.
Er is een intrigerend fenomeen, aangetoond door studies in de VS, dat conservatieven zich minder bedreigd voelen door Covid dan liberalen, terwijl ze zich in andere gevallen van ziekte meer bedreigd voelen. De verklaring was dat dit voortkwam uit ideologie, niet uit ervaring zoals doordrongen medische en economische kwetsbaarheid. Conservatieven waren tegen overheidsingrijpen en hulp aan slachtoffers van economische neergang, en dit resulteerde in meer minachting of onverschilligheid ten aanzien van Covid. ... Qian en Yahara ... vonden ook dat conservatieve ideologie een negatief effect heeft op stress en angst, en een positief effect op het gevoel dat informatie voldoende was, en op het vertrouwen in artsen. ... (502. Waarom zijn conservatieven minder bang voor Covid-19?)
Op “Harvard leert men studenten kritisch nadenken,” is een stelling die wordt gebruikt om afgestudeerden die een nogal alternatief pad hebben gevolgd te karakteriseren. Er zijn namelijk nogal wat terroristen die op Harvard hebben gestudeerd [check bron]. In de VS is home-schooling populair en zou je kunnen zien als het toppunt van individualistische ideologie en cultuur. Scholing heeft iets van groepsvorming in zich in sociale contacten....
Reacties