Rotterdam als de bakermat van Economie?
Na ca. een jaar te vertoeven in de wereld van De Econoom, en al een inleiding te hebben geschreven voor een boek, merk ik dat deze niet langer passend is. Schrijven is schrappen. Weg ermee dus.
...
De eerste echte auto(mobiel) en het bedrijf Ford zijn verbonden met de plaats Detroit (nu inmiddels onderdeel van de “Rust Belt”). Zou je op een soortgelijke manier economie (als opleiding) kunnen verbinden met Rotterdam? Aan het begin van de vorige eeuw komt daar een gezelschap bijeen met het idee voor een opleidingsinstituut. De betrokkenen hebben allemaal een functie in of relatie met het bedrijfsleven dat rond die tijd (begin twintigste eeuw) al omvangrijk is: er zijn banken, de Nederlandse Bank bestaat dan al bijna een eeuw, er is handel, men koopt producten en werkt in fabrieken. In 1913 bracht Henri Ford de eerste assemblagelijn en was massaproductie een feit.
Het gezelschap bereikt in dat jaar (1913) wat dan de eerste echte economieopleiding gaat heten in de geschiedenisboeken. Maar het instituut draagt dan nog de naam, Nederlandse Handelshogeschool (NHH). Qua curriculum is het economieonderwijs dan een fragment van wat het nu is, en heet het voornaamste vak, Staathuishoudkunde. Dat geeft ook een aan waar het accent van die opleiding dan nog ligt. Boekhouding en accountancy binnen bedrijven is er dan al volop (bedrijfshuishoudkunde), maar voor een natie als geheel is er nog vrij weinig theorie.
Het motief, zo gaat de overlevering, is dat de koopmannen van die tijd, die alles (op de harde manier) geleerd hebben vanuit de praktijk voor “hun zonen” een betere toekomst willen, door hun de theorie mee te geven voor ze in de onderneming het stokje overnemen. Die mythe blijkt niet helemaal te kloppen wanneer je echt in de bronnen van die tijd duikt. Dan – en ook met de economische theorie van nu - blijkt dat er minimaal nog een andere reden is voor het ontstaan van de opleiding in Rotterdam.
De opleiding en het economische vakgebied groeit hard, en in 1929 zijn er al drie scholen in Nederland die zich met het vakgebied bezighouden: in Amsterdam (1918) is men wat allergisch voor de Rotterdamse methode van praktijkgericht onderwijs en zet men meer in op theorie dat aansluit bij de al bestaande academische traditie aldaar. In Tilburg (1927) is het verhaal nog anders, daar gaat het meer om emancipatie.
... wordt vervolgd
--
Reacties