Valkuil - dieper of breder
Ik ben al nagenoeg het hele jaar bezig met een project om te begrijpen hoe de econoom "in elkaar zit." Daar merk ik dat ik tegen een eerdere valkuil aanloop die ik ca. twintig jaar geleden ook heb gemaakt toen ik business architect was. Het idee van die professie was om informatiegebruik binnen een organisatie in kaart te brengen en tot de essentie te komen wat iedere professionel in het bedrijf nodig heeft. Dat kan je niet aan elke professional gaan vragen, want dan wordt het een langdurig proces. Als je helemaal niet gaat praten met "gebruikers" loop je tegen een ander probleem op, dat je enkel je eigen visie en ideeen vormt geeft met mogelijk een groot onrealiteitsgehalte.
IT'ers hebben niet zelden een apart profiel, zij zijn vaak intuitief, creatief en denken liever aan de toekomst dan aan het heden. Het ideaal is een mooi systeem waar in de toekomst alle problemen mee opgelost worden. Het punt is dat elk aanbod haar eigen vraag creeert. Dat leer je wanneer je in de economie (studie, vakgebied) duikt en dat is een van de redenen waarom de zorgkosten blijven stijgen. Er komt innovatie en nieuwe producten (aanbod) en die wil men gebruiken (vraag).
Economie is een prachtig mooi vakgebied. En wanneer je gaat onderzoeken hoe de econoom met zijn eigen tools omgaat of omgegaan is in zijn eigen leven, dan komt daar een aardig beeld uit. Maar het probleem van onderzoek in het algemeen is dat elke vraag vaak twee nieuwe vragen oproept. En dus is er specialisatie en focus. Binnen de IT gebruiken ze een mechanisme - in mijn tijd - zoals time-boxing. En dat zou ik bij dit onderzoek ook wel willen gebruiken. Op een gegeven moment is de tijd OP. En dan moet je wel stoppen. Maar wat nu wanneer je niet tot de echte kern bent gekomen?
Vandaar mijn valkuil en die is van toepassing op meer professionals: afbakenen. Afgestudeerden die gaan promoveren - iets dat ik nooit gedaan heb overigens - leren als eerste dat: terreinverkenning en afbakening. Je kan niet alle problemen in de wereld oplossen.
Dat werkt specialisatie in de hand en onderzoek is dan ook een soort vliegwiel waar beweging van het een onderzoek tot meer van het andere leidt.
Maar de vraag is of je door interviews leert begrijpen wat iets is. Als ... architect kan en moet je mensen vragen wat ze willen, maar het is de architect die tot een model of vorm komt. Maar bij onderzoek gaat het niet om bouwen, maar om graven. En je kan op twee manieren graven:
- breder, dus de kuil steeds verder uitbreiden, of
- dieper: steeds dieper de bodem in.
Veel onderzoekers hopen op het goud dat diep in de bodem ligt. Ik heb wel eens een beeld geschetst van een onderzoeker, die met zijn / haar broodtrommel elke dag de mijn indaalde en aan het eind van de middag terugkwam, en dan met de opbrengst van die dag.
Dat beeld klopt natuurlijk al lang niet meer. Onderzoeken is netwerken geworden. Ook daar al. En netwerken is een vorm van handel. Economie. Het is goedkoper om samen te werken en het is slimmer om kennis die er al is gevonden te gebruiken bij je eigen onderzoek. "Opnieuw het wiel uitvinden," is een idee dat daarbij past.
Sociale wetenschap is mensenwerk. Anders dan natuurwetenschap. Om onderzoek te doen in de natuur is het houden van interviews niet nodig.
De studie naar de econoom gaat een stap verder dan het profiel van een belegger. Ook dat was al mensenwerk en ook daar heb ik (beperkt) interviews gehouden. Daar kwam het idee van daan. Maar ook daar kwam ik al in de moeilijkheden, want wat een belegger zegt over zijn eigen gedrag hoeft niet altijd te kloppen. Of soms weet men het gewoon niet waardoor het succes is gekomen. Er zijn vaak vele factoren, en als professional sta je daar niet altijd bij stil. Aan het eind van je carriere misschien meer.
Voor een econoom lijkt me de zelfde theorie van (#dOB) toepassing als op de belegger: ergens zit een competitief voordeel, waar deze baat bij heeft gehad.
Wanneer ik de ontstaansgeschiedenis van de huidige Erasmus Universiteit op zoek, dan heeft de economie van Rotterdam een grote rol gespeeld bij die oprichting (ca. 1918). In Amsterdam start de opleiding - dat dan ook nog geen "economie" als naam heeft - ca. zes jaar later en men heeft geleerd van de situatie in de concurrerende stad. Maar dat niet alleen, in Amsterdam is al langer een academische traditie, de universiteit bestaat al in de voorloper van het Athenaeum Illustre die in het algemeen wordt beschouwd als de voorloper van de Universiteit van Amsterdam (lees ik op wikipedia).
In Amsterdam was er dus al een wetenschappenlijke traditie en dat heeft invloed gehad op de vorming van de Economieopleiding daar: men wilde minder praktijkgericht bezig zijn dan in Rotterdam en de afstand tot het "bedrijfsleven" vergroten.
Waar je wortels liggen als bedrijf en als professional vormt je dus. Silicon Valley met haar eigen unieke soms nerd-achtige cultuur is daar een goed voorbeeld van.
Sociologen en vooral antropologen kunnen ervoor kiezen om meer of minder veld-werk te doen. Er waren antropologen die gewoon achter hun bureau bleven zitten, en andere hadden daar juist kritiek op: die waren voorstanders van veldwerk, "met je laarzen in de modder," zoals laatst iemand me vertelde. Maar ik merk nu zelf hoe moeilijk het is om met een groep van professionals interviews te houden en toch je eigen standpunt te blijven verdedigen. Of te vormen. Hoe onafhankelijk kan dat in het veld, al gravend...?
Reacties