Vechten voor je geluk
Bertrand Russell schreef in 1930 "the conquest of happiness". Geluk er is niet om te vinden, maar moet overwonnen worden, dat is een van de eerste conclusies die men uit het boek kan trekken.
Het boek is bijna tijdloos, vooral het eerste deel waar hij de gevolgen van ongeluk behandelt. Het vertrekpunt is iemands mogelijkheden in tegenstelling tot het ongeluk dat iemand kan overkomen zonder eigen inbreng.
Met een simpele vraag trekt hij de lezer de wereld van de filosofie en vooral psychologie in; het zijn niet altijd filosofische kwesties, maar Russell schrijft over dit dagelijkse onderwerp alsof het het enige filosofische thema betreft. Waarom zijn we vaak toch zo ongelukkig? En dan blijkt volgens Russell de kwaal een schijnbare eenvoudige oorzaak: we zijn teveel met ons zelf bezig. We staren naar onze navel, we sluiten ons op in onze interne wereld en we zien niet meer wat er om ons heen gebeurt. Ook weer drie eenvoudige redenen liggen daaraan ten grondslag: typisch narcisme, zondigheid en grootheidswaanzin. Bij zonde speelt vooral cultuur een rol: de zondaar ligt continu met zichzelf overhoop met de normen van de maatschappij. Later komt dit thema terug bij de sociale controle en acceptatie. De narcist wil vooral bewonderd worden en bewondert zichzelf dat op zichzelf geen probleem is, behalve als het iemands leven overheerst. Bij grootheidswaanzin ligt de kiem voor het ongeluk bij macht. Hij heeft vaak een irrealistische droom (vaak tot stand gekomen door een overmatige vernedering, of minderwaardigheidsgevoel) en dromen vallen stuk op de rots van tegenvallende verwachtingen.
De tweede bron van ongeluk betitelt Russel met Byroniaans: In feite een omgekeerde wereld waar de pechvogel zich vastklampt aan zijn lot en het als levensvisie gebruikt. (mijn woorden). Dit is een thema op zich waar Russell (in het begin van deel twee) de relatie legt tussen productiviteit en geluk. Een mooi thema om verder uit te werken.
Het derde motief van ongeluk noemt Russell competentie, en bestaat uit datgene wat iemand doet in zijn leven; zijn werk of baan en de mate van het geluk dat iemand daarbij uithaalt hangt af van de invloed die anderen op hem uitoefenen. Iemand die zich spiegelt aan het succes van anderen zal zodoende minder gelukkig zijn (Coelho?). Succes heeft een prijs die de omvang heeft van het offer dat iemand moet leveren. Een ieder die 's avonds doodmoe thuiskomt - en zich afvraagt, waarom doe ik dit allemaal? - herkent dit. Terwijl de gelukkige zich prijst met kennis van het schone in de natuur, zal de ongelukkige enkel kennis vergaren ter voeding van de motor voor zijn succes. Deze handelingen die iemand verricht zijn puur economisch / materialistisch en hebben als doel te slagen, maar lopen meestal uit op een "mislukking" (mijn vertaling). Ook vermoeidheid is hierdoor dan ook een ander thema van ongeluk.
Het meest tijdloze thema van geluk komt uit de tegenstelling: verveling en opwinding. Zeker in deze tijd wil men instante opwinding en wil de bewoner van de entertaniment-wereld direct dat zijn behoeften vervuld worden. Dit leidt tot ongeluk. Verveling ziet Russell als therapie en werkt als het legen van een vat dat de excitatie tegenhoudt. Om een gelukkig leven te leiden moet men dus verveling kunnen weerstaan. Zonder verveling is er geen dynamiek; net als in een boek niet alles spannend kan zijn.
Vermoeidheid dus. Fatigue kan het geluk helpen, bijvoorbeeld na sporten of andere inspanningen. Maar de vermoeidheid van de moderne mens komt door spanningen. Dit zal voor menigeen bekend terrein zijn: burnout, stress op het werk... Hier zijn we weer terug bij het begin waar de mens vast zit in zijn eigen probleem en als een autist in de wereld beweegt.
Jaloezie. Jaloezie noemt Russell de basis van democratie. Dit is een onderwerp wat het meeste met cultuur te maken heeft en waar de relatie tussen persoon, psychologie en cultuur essentieel is. Ondanks het belang van dit thema is het voor het begrip van geluk eenvoudig: jaloezie behoudt iemand van zijn geluk want hij wenst iets dat buiten zijn bereik valt. En om gelukkig te worden moet iemand dus niet alleen zijn hoofd (verstand) maar ook zijn hart (gevoel) ontwikkelen.
Ook schuld is een groot thema en zoals eerder aangestipt komt het vooral van de maatschappij en dan primair door de religies. Een thema als seks (met haar taboes) valt hier herkenbaar binnen.
Manieën die iemands leven achtervolgen is ook een motief. Hierin herkent men de vorm van krankzinnigheid maar ook onschuldige vormen waar en denkt achtervolgt te worden. Russell geeft het aardige voorbeeld van iemand die het falen van zijn succes wijt personen in zijn omgeving die hem - door een complot - het geluk willen onthouden.
Maar ook dit is misschien een vorm van narcisme waar de persoon in kwestie ten onrechte denkt dat de wereld hem zo belangrijk zou achten.
Angst voor de publieke opinie is de laatste oorzaak die iemands geluk in de weg kan staan. Russell geeft hier de leefregel om net genoeg de publieke mening te respecteren om zo niet te verhongeren of naar de gevangenis te moeten, maar alles wat hierboven uitstijgt zorgt voor een onnodige en vrijwillige tiranniek van een vaak onbekende menigte.
Angst voor de publieke opinie is als elke andere vorm van angst versteent iemands ontwikkeling.
Oven angst zegt Russell dat men daar juist niet voor moet weglopen (b.v. iets anders gaan doen, afleiding zoeken), maar dat enkel de rationele confrontatie zorgt dat deze verdwijnt...
Na dit gelezen te hebben zou men denken genoeg te hebben. Voedsel voor de ziel. Men kan aan de gang, met deze tijdloze wijsheid. Maar helaas komt er een tweede deel, dat dit duidelijke en behulpzame betoog afzwakt met minder tijdloze en veel meer dubieuze aanwijzingen om het geluk te overwinnen.
Het boek is bijna tijdloos, vooral het eerste deel waar hij de gevolgen van ongeluk behandelt. Het vertrekpunt is iemands mogelijkheden in tegenstelling tot het ongeluk dat iemand kan overkomen zonder eigen inbreng.
Met een simpele vraag trekt hij de lezer de wereld van de filosofie en vooral psychologie in; het zijn niet altijd filosofische kwesties, maar Russell schrijft over dit dagelijkse onderwerp alsof het het enige filosofische thema betreft. Waarom zijn we vaak toch zo ongelukkig? En dan blijkt volgens Russell de kwaal een schijnbare eenvoudige oorzaak: we zijn teveel met ons zelf bezig. We staren naar onze navel, we sluiten ons op in onze interne wereld en we zien niet meer wat er om ons heen gebeurt. Ook weer drie eenvoudige redenen liggen daaraan ten grondslag: typisch narcisme, zondigheid en grootheidswaanzin. Bij zonde speelt vooral cultuur een rol: de zondaar ligt continu met zichzelf overhoop met de normen van de maatschappij. Later komt dit thema terug bij de sociale controle en acceptatie. De narcist wil vooral bewonderd worden en bewondert zichzelf dat op zichzelf geen probleem is, behalve als het iemands leven overheerst. Bij grootheidswaanzin ligt de kiem voor het ongeluk bij macht. Hij heeft vaak een irrealistische droom (vaak tot stand gekomen door een overmatige vernedering, of minderwaardigheidsgevoel) en dromen vallen stuk op de rots van tegenvallende verwachtingen.
De tweede bron van ongeluk betitelt Russel met Byroniaans: In feite een omgekeerde wereld waar de pechvogel zich vastklampt aan zijn lot en het als levensvisie gebruikt. (mijn woorden). Dit is een thema op zich waar Russell (in het begin van deel twee) de relatie legt tussen productiviteit en geluk. Een mooi thema om verder uit te werken.
Het derde motief van ongeluk noemt Russell competentie, en bestaat uit datgene wat iemand doet in zijn leven; zijn werk of baan en de mate van het geluk dat iemand daarbij uithaalt hangt af van de invloed die anderen op hem uitoefenen. Iemand die zich spiegelt aan het succes van anderen zal zodoende minder gelukkig zijn (Coelho?). Succes heeft een prijs die de omvang heeft van het offer dat iemand moet leveren. Een ieder die 's avonds doodmoe thuiskomt - en zich afvraagt, waarom doe ik dit allemaal? - herkent dit. Terwijl de gelukkige zich prijst met kennis van het schone in de natuur, zal de ongelukkige enkel kennis vergaren ter voeding van de motor voor zijn succes. Deze handelingen die iemand verricht zijn puur economisch / materialistisch en hebben als doel te slagen, maar lopen meestal uit op een "mislukking" (mijn vertaling). Ook vermoeidheid is hierdoor dan ook een ander thema van ongeluk.
Het meest tijdloze thema van geluk komt uit de tegenstelling: verveling en opwinding. Zeker in deze tijd wil men instante opwinding en wil de bewoner van de entertaniment-wereld direct dat zijn behoeften vervuld worden. Dit leidt tot ongeluk. Verveling ziet Russell als therapie en werkt als het legen van een vat dat de excitatie tegenhoudt. Om een gelukkig leven te leiden moet men dus verveling kunnen weerstaan. Zonder verveling is er geen dynamiek; net als in een boek niet alles spannend kan zijn.
Vermoeidheid dus. Fatigue kan het geluk helpen, bijvoorbeeld na sporten of andere inspanningen. Maar de vermoeidheid van de moderne mens komt door spanningen. Dit zal voor menigeen bekend terrein zijn: burnout, stress op het werk... Hier zijn we weer terug bij het begin waar de mens vast zit in zijn eigen probleem en als een autist in de wereld beweegt.
Jaloezie. Jaloezie noemt Russell de basis van democratie. Dit is een onderwerp wat het meeste met cultuur te maken heeft en waar de relatie tussen persoon, psychologie en cultuur essentieel is. Ondanks het belang van dit thema is het voor het begrip van geluk eenvoudig: jaloezie behoudt iemand van zijn geluk want hij wenst iets dat buiten zijn bereik valt. En om gelukkig te worden moet iemand dus niet alleen zijn hoofd (verstand) maar ook zijn hart (gevoel) ontwikkelen.
Ook schuld is een groot thema en zoals eerder aangestipt komt het vooral van de maatschappij en dan primair door de religies. Een thema als seks (met haar taboes) valt hier herkenbaar binnen.
Manieën die iemands leven achtervolgen is ook een motief. Hierin herkent men de vorm van krankzinnigheid maar ook onschuldige vormen waar en denkt achtervolgt te worden. Russell geeft het aardige voorbeeld van iemand die het falen van zijn succes wijt personen in zijn omgeving die hem - door een complot - het geluk willen onthouden.
Maar ook dit is misschien een vorm van narcisme waar de persoon in kwestie ten onrechte denkt dat de wereld hem zo belangrijk zou achten.
Angst voor de publieke opinie is de laatste oorzaak die iemands geluk in de weg kan staan. Russell geeft hier de leefregel om net genoeg de publieke mening te respecteren om zo niet te verhongeren of naar de gevangenis te moeten, maar alles wat hierboven uitstijgt zorgt voor een onnodige en vrijwillige tiranniek van een vaak onbekende menigte.
Angst voor de publieke opinie is als elke andere vorm van angst versteent iemands ontwikkeling.
Oven angst zegt Russell dat men daar juist niet voor moet weglopen (b.v. iets anders gaan doen, afleiding zoeken), maar dat enkel de rationele confrontatie zorgt dat deze verdwijnt...
Na dit gelezen te hebben zou men denken genoeg te hebben. Voedsel voor de ziel. Men kan aan de gang, met deze tijdloze wijsheid. Maar helaas komt er een tweede deel, dat dit duidelijke en behulpzame betoog afzwakt met minder tijdloze en veel meer dubieuze aanwijzingen om het geluk te overwinnen.
--18 mei 2022, op twitter (@SteveStuWill) vond ik deze:
-- 18 maart 2023. In spaanse filosoof schrijver gebruikt ventura en fortuna. Geluk in (twee) woorden.
1.Ventura (spaans): Latijn: ventūra, pl. de ventūrum 'lo por venir': toekomst, wat komen gaat, ook:
.. geluk (felicidad, suerte)
.. toevalligheid of toeval.
.. Risico, gevaar.
. Vreemde gebeurtenis, avontuur.
2. Fortuna: Latijn: fortuna: lot, toeval, kans, gelegenheid, tegenslag (adversa).
.. Keten van gebeurtenissen, als toevallig beschouwd.
.. Toevallige omstandigheid van mensen en dingen.
.. gunstig geluk.
.. succes.
.. Schat, kapitaal.
Reacties