Het begin van Humanitas
De Romeinse invloed als bron voor wat later humanisme heet staat behalve grootheden als Seneca, Horatius en Vergilius vooral op conto van Cicero. Cicero kan als de daadwerkelijke vader van het humanisme beschouwd worden. Als eerste omdat hij de Griekse cultuur- de leidende kracht in die tijd voor de Romeinen - van een romeinse geest (espiritu) heeft voorzien. Het resultaat was een hybride (bastaard) cultuur van Griekse wijsheid en romeinse virtud (moed). Griekse cultuur met romeinse civilisatie.
Cicero is een grote bewonderaar van Plato (en de stoïcijnen) maar wil het theoretische denkader van deze filosofen praktisch uitwerken. Vooral moed krijgt aandacht. Zo schrijft hij over de plichten (opgedragen aan zijn zoon), genot en nut en rechten als fundament voor de moderne menselijke waardigheid en de uniciteit van het individu.
Hij gebruikt / introduceert daarbij nieuwe ethische concepten zoals "decorum." vergelijkbaar met courtisaan in de renaissance en "discretie" in de barok.
Het begrip cultuur wordt door cicero als eerste gebruikt in dit proces. Tot die tijd had het betekenis in de landbouwomgeving (cultura - colere - cultiveren) en gebruikt het in de betekenis van cultiveren van de menselijke geest (espiritu). Hij vertrekt hierbij van de metafoor van Socrates van het zaad van kennis. Landbouw is daarbij een waardig beroep tegenover andere beroepen die direct met geld (lucro) zijn te associëren. Landbouw staat model voor een ontwikkelde cultuur.
Cicero ziet dat ieder mens deze deugd kan ontwikkelen en daarin onderscheid de mens (humana) zich van de dieren die dat niet kunnen.
Hij gebruikt dan ook de term humanitas - in onderscheid van het Griekse Philantropia - die mensen hierdoor met elkaar verbindt ten onderscheid van beesten. Maar ondanks dat taal belangrijk is en dus welsprekendheid (eloquentie) mag dit geen doel op zich zijn; zonder wijsheid heeft retoriek humanistisch gezien geen zin.
In het verlengde ligt de "Ciceroniaanse" wijsheid dat de geschiedenis de echte getuige is van de tijd, de boodschapper van het verleden. De geschiedenis vergeten is steeds weer kind zijn. Hier komt het belang van onthouden boven en de uitvinding om via mnenomics het geheugen te verbeteren. (Het Geheugenpaleis). Het geheugen is belangrijk voor het proces van zelfkennis en voor de deugd van prudentie (voorzichtigheid).
De humanistische fundamenten van Cicero laten zich aan de hand van ethische principes als volgt opsommen:
Cicero is een grote bewonderaar van Plato (en de stoïcijnen) maar wil het theoretische denkader van deze filosofen praktisch uitwerken. Vooral moed krijgt aandacht. Zo schrijft hij over de plichten (opgedragen aan zijn zoon), genot en nut en rechten als fundament voor de moderne menselijke waardigheid en de uniciteit van het individu.
Hij gebruikt / introduceert daarbij nieuwe ethische concepten zoals "decorum." vergelijkbaar met courtisaan in de renaissance en "discretie" in de barok.
Het begrip cultuur wordt door cicero als eerste gebruikt in dit proces. Tot die tijd had het betekenis in de landbouwomgeving (cultura - colere - cultiveren) en gebruikt het in de betekenis van cultiveren van de menselijke geest (espiritu). Hij vertrekt hierbij van de metafoor van Socrates van het zaad van kennis. Landbouw is daarbij een waardig beroep tegenover andere beroepen die direct met geld (lucro) zijn te associëren. Landbouw staat model voor een ontwikkelde cultuur.
Cicero ziet dat ieder mens deze deugd kan ontwikkelen en daarin onderscheid de mens (humana) zich van de dieren die dat niet kunnen.
Hij gebruikt dan ook de term humanitas - in onderscheid van het Griekse Philantropia - die mensen hierdoor met elkaar verbindt ten onderscheid van beesten. Maar ondanks dat taal belangrijk is en dus welsprekendheid (eloquentie) mag dit geen doel op zich zijn; zonder wijsheid heeft retoriek humanistisch gezien geen zin.
In het verlengde ligt de "Ciceroniaanse" wijsheid dat de geschiedenis de echte getuige is van de tijd, de boodschapper van het verleden. De geschiedenis vergeten is steeds weer kind zijn. Hier komt het belang van onthouden boven en de uitvinding om via mnenomics het geheugen te verbeteren. (Het Geheugenpaleis). Het geheugen is belangrijk voor het proces van zelfkennis en voor de deugd van prudentie (voorzichtigheid).
De humanistische fundamenten van Cicero laten zich aan de hand van ethische principes als volgt opsommen:
- respect voor traditie, verantwoordelijkheid voor eigen inspanning en discretie van de goede smaak.
Reacties