De burn-out legt de gebreken van onze samenleving bloot. De diepst gelovige monniken schijnen er last van te hebben gehad. Van de een op de andere dag voelden ze zich uitgeput, afgemat. Ze raakten verloren in het kloosterregime dat hun altijd zoveel geborgenheid had gegeven. Hun geloof in God verkilde. Acedia noemden middeleeuwse theologen deze aandoening – en die lijkt volgens Pascal Chabot verdomd veel op de burn-out die moderne werkers treft. Hun lichaam vraagt om genade, hun geest kan zich nergens meer toe zetten, cynisme slaat toe.
Juist de meest aangepaste, meest succesvolle mensen worden vaak door burn-out getroffen. Hun relatie met de wereld lijkt ideaal. Ze hebben fantastisch werk en kunnen zich er helemaal in verliezen. Waarom raken zij dan opgebrand?
Pascal Chabot noemt burn-out een spiegelstoornis die de gebreken van onze samenleving blootlegt. Het systeem waarin we leven, geeft menselijke relaties en het menselijk tekort weinig ruimte. Je nóg beter aanpassen helpt niet. Daarin schuilt ook het verschil met depressie, waarover Chabot zegt: “Ze weerspiegelt niets, ze lijkt vooral op een tragische bodemloze put.” Depressie kan bij iedereen toeslaan, terwijl de hedendaagse burn-out gekoppeld is aan werk. Daarom mist een psychologische benadering van burn-out ook doel. Het is de samenleving die jammerlijk faalt, niet het individu.
“In de organisatie van het werk zoemen woorden als rationalisering, commercialisering, bureaucratisering, outsourcing, digitalisering. Geen van deze termen kan verhullen dat al die processen leiden tot marginalisering van het menselijke.”
De kern van dit boek is snel verteld: burn-out is een ziekte van de samenleving, niet van het individu. Maar Chabot vlindert soms wel heel makkelijk over de implicaties van deze diagnose, bijvoorbeeld in de drie pagina’s die hij wijdt aan moeders. De werkende maatschappij erkent hun positie niet echt, vindt Chabot. De combinatie gezin en werk leidt makkelijk tot uitputting, omdat het werk systematisch geen rekening houdt met de zorg voor kinderen. Hoewel het een opluchting is dat Chabot zo uitvoerig stilstaat bij vrouwen die werken in een wereld waar de meeste regels door mannen zijn gemaakt, is zijn analyse van moederschap wel erg dun. De literatuur erover lijkt hij niet te kennen. Vaders krijgen van hem helemaal geen aandacht.
Chabot geeft een bijzonder heldere kritiek op de functie van werk in ons leven. Vooral in zorg en onderwijs komt burn-out vaak voor. Waarom? Omdat, zoals Freud al zei, men in die beroepen “van meet af aan zeker kan zijn van onvoldoende succes.” Het zijn beroepen waarin de menselijke relatie, waarin ‘het subtiele’ voorop staat. Maar juist dat subtiele is door de technocratische maatschappij gekolonialiseerd. Chabot zegt dat het individu alleen kan functioneren in het huidige werksysteem als hij zichzelf en zijn intuïties vergeet. “Daarom zien degenen die het verdedigen er vaak zo moe uit.”
Interessant zijn de verschillende interpretaties van burn-out die Chabot behandelt. Zo herinnert hij eraan dat Graham Greene het begrip in 1960 muntte in zijn roman ‘A burnt-out case’. Die gaat over een succesvol architect die op een gegeven moment niet meer in zijn eigen talenten gelooft en totaal uitgeput raakt. Greene ziet burn-out echter niet als een ziekte maar als de nasleep daarvan, en dus als het begin van vernieuwing. Misschien biedt dat een perspectief om de relatie tussen individu en werk nog iets grondiger te doordenken.
(bron: Tanny Dobbelaar, https://deleesclubvanalles.nl/recensie/filosofie-van-de-burn-out/)
--
Timothy Vermeir
De documentaire ‘Burning Out – Dans le ventre de l’hôpital’ geeft een unieke inkijk in wat een steeds hogere druk doet met een organisatie. De organisatie in kwestie is het operatiekwartier van het Parijse Hôpital Saint-Louis in het centrum van de Franse hoofdstad. De 14 operatiezalen worden zo optimaal mogelijk benut, met elke dag opnieuw 60 tot 80 patiënten die er geopereerd worden. Van de coördinatoren die de planning beheren tot de artsen die als chirurg of anesthesist betrokken zijn en de hulpverpleegkundigen die na elke operatie de zaal zo snel mogelijk opnieuw moeten klaarzetten voor de volgende operatie: de druk op álle personeelsleden is enorm – gigantisch zelfs. De Belgische regisseur Jérome Le Maire kon er twee jaar lang rondlopen en registreren wat die druk deed met de mensen die er werkten, hoe hun onderlinge relaties veranderden. De documentaire toont woede en verdriet, frustratie en machteloosheid, maar ook een straaltje hoop...
‘Burning Out’ is er gekomen nadat Marie-Christine Becq, anesthesiste in het Hôpital Saint-Louis, het boek ‘Global Burn-Out’ van de Belgische filosoof Pascal Chabot had gelezen en hem contacteerde om een lezing te geven in het ziekenhuis.
De term ‘burn-out’ komt voor het eerst voor bij de Britse auteur Graham Greene, vertelt Pascal Chabot. Toen de schrijver in Congo was en er de rivier had gevolgd om Belgische missionarissen te ontmoeten, hoorde hij daar vertellen over leprapatiënten die ‘burnt out’ waren door hun ziekte, ze waren ‘opgevreten’, ‘geconsumeerd’ door hun ziekte. Uit die idee kwam de roman ‘A Burnt-Out Case’ over een architect. We schrijven 1960, het jaar dat de notie van burn-out voor het eerst in het publieke domein kwam.
De eerste die grondig heeft nagedacht over burn-out en wat dat precies is, is Herbert Freudenberger, doceert Chabot. “Dat is een Oostenrijkse dokter die in de VS heeft gestudeerd en in 1970, bovenop zijn normale consultaties, een open clinic oprichtte voor drugsverslaafden. Hij heeft,... alles gegeven, hij bleef maar doorgaan. Op een dag was hij niet langer in staat om verder te gaan. Wat het verhaal interessant maakt, is dat Freudenberger de woorden niet had om aan te duiden wat er met hem gebeurde. Het enige woord dat hij kende, uit de psychiatrie, was ‘depressie’, al wist hij als professional dat die term niet paste bij wat hij zelf meemaakte. Hij had immers geen last van de immense, metafysische tristesse die met depressie gepaard gaat. En dus nam hij het woord over dat hij van de verslaafden die hij behandelde, had geleerd: het waren zij die spraken over het gevoel ‘burnt out’ te zijn.”
De vraag die Freudenberger zich stelde was of ‘humane jobs’ – dokters, sociaal-assistenten, en waarom niet: HR-verantwoordelijken – eerder worden getroffen door burn-out dan anderen. Pascal Chabot: “We zien vandaag ook in andere jobs burn-outs, uiteraard, maar het is wel een interessante filosofische hypothese die teruggaat op Sigmund Freud die in de jaren 1936-1937 schreef dat met de moderniteit er drie jobs onmogelijk geworden zijn: zorgen, opleiden en regeren. Dat zijn de ‘humane beroepen’ die ‘onmogelijk’ zijn. Waarom? Omdat we in een maatschappij leven die fundamenteel wetenschappelijk, technisch en economisch is. In die wereld wil perfectie iets zeggen, is de perfectie bereikbaar. Maar in de ‘humane beroepen’ bestaat die perfectie niet. Er komt dus een soort ongeduld ten aanzien van die ‘menselijke beroepen’, net omdat ze de perfectie niet kunnen behalen zoals wetenschap, techniek en economie. Het menselijke is bijzonder complex.”
De oplossing bestaat erin om de mens opnieuw centraal te zetten, geeft Chabot aan. “De techniek is gemaakt door de mens, voor de mens, met de mens. We moeten de menselijke factor centraal zetten, want het is geen resource zoals de andere, maar dé resource der resources. Er is niet één vooruitgang – dat is: de technische, nuttige vooruitgang – maar ook een tweede, menselijke vooruitgang”, klinkt het. “Er zijn twee vormen van vooruitgang waarbij we op zoek moeten naar een evenwicht tussen de twee.”
... (Bron: https://www.hrsquare.be/nl/tijdschrift/hr-square-180/dossier-stress--burn-out-filosoof-pascal-chabot-fileert-het-fenomeen-burn-out-de-moeilijke-humane-beroepen-in-een-fundamenteel-technische-wereld)
--
BURN-OUT: EEN VERSCHIJNSEL VAN ONZE TIJD? Er is al zoveel over burn-out geschreven dat het bijna banaal dreigt te worden… De Belgisch/Waalse filosoof Pascal Chabot schreef een toegankelijk boekje over burn-out als ‘ziekte van de samenleving’.
Hij kadert het fenomeen in onze tijdsgeest en beschrijft waar het vandaan komt. Daarbij grijpt hij zelfs terug naar de ‘acedea’, een verschijnsel dat monniken trof en dat leidde tot een verlies van geloof en een twijfel aan het systeem. ... “De burn-out is een heel ambigu begrip. Het verwijst naar metamorfose en catharsis. Het individu is in oorlog met de illusies, overtuigingen en dominante waarden waaraan hij niet langer wil vasthouden. Veel mensen die op zoek zijn naar een meer authentiek bestaan (…) laten zich leiden door ideeën van opbranden en zuiveren.”
Chabot duidt onze cultuur, onze organisaties als machines die burn-out veroorzaken. Onze maatschappij valoriseert het ‘bruikbare’: de utilitaire, nuttige vooruitgang. ... Daar tegenover plaatst hij het breekbare, de subtiele vooruitgang. Dit verwijst naar een andere vorm van vooruitgang en naar beroepen waar we met het menselijke te maken hebben, zoals de zorg en het onderwijs. Mensen in dergelijke beroepen zijn extra kwetsbaar.
“Wat deze beroepen gemeen hebben is dat ze ons helpen te bestaan. Ze begeleiden het individu in zijn subtiele vooruitgang op het pad van het bestaan en deinzen niet terug voor de tragiek van onze situatie als mens die onwetendheid, dood, vergetelheid en domheid met zich meebrengt.”
Er is een disbalans tussen beide vormen van vooruitgang: het bruikbare en het breekbare. Organisaties en bedrijven hangen hypocriete managementverhalen aan die tot doel hebben de grenzen van individuen op te rekken. Steeds méér, aanpassing afdwingend en op zoek naar perfectie. De dimensies van de oorzaken van burn-out zijn, kort opgesomd:
- De kortademigheid van het perfectionisme
- De uitputting van het humanisme
- De race om erkenning
... Volgens Chabot zijn vrouwen nog meer kwetsbaar dan mannen. Hiervoor draagt hij diverse redenen aan. Zij moeten functioneren in organisaties die door mannen voor mannen gecreëerd zijn. Niet zelden worden deze contexten gekenmerkt door machismo. Vrouwen moeten zich dus aanpassen aan een context waarvan ze de codes niet altijd kennen en dit kost extra energie. ... Ze staan voor de menselijke waarden in de organisatie: geestkracht, mededogen en fantasie. Vrouwen spannen zich extra in (het vrouwelijk perfectionisme!) en voelen zich altijd tekortschieten. “Hoe aangepast en hardwerkend ook, diep in haar binnenste twijfelt de perfectionistische vrouw aan zichzelf, met een andere stem.”
... (bron: https://circlesforconnection.be/de-filosofie-van-de-burn-out-een-verfrissend-perspectief/)
De diepst gelovige monniken schijnen er last van te hebben gehad. Van de een op de andere dag voelden ze zich uitgeput, afgemat. Ze raakten verloren in het kloosterregime dat hun altijd zoveel geborgenheid had gegeven. Hun geloof in God verkilde. Acedia noemden middeleeuwse theologen deze aandoening – en die lijkt volgens Pascal Chabot verdomd veel op de burn-out die moderne werkers treft. Hun lichaam vraagt om genade, hun geest kan zich nergens meer toe zetten, cynisme slaat toe.
Juist de meest aangepaste, meest succesvolle mensen worden vaak door burn-out getroffen. Hun relatie met de wereld lijkt ideaal. Ze hebben fantastisch werk en kunnen zich er helemaal in verliezen. Waarom raken zij dan opgebrand?
Pascal Chabot noemt burn-out een spiegelstoornis die de gebreken van onze samenleving blootlegt. Het systeem waarin we leven, geeft menselijke relaties en het menselijk tekort weinig ruimte. Je nóg beter aanpassen helpt niet. Daarin schuilt ook het verschil met depressie, waarover Chabot zegt: “Ze weerspiegelt niets, ze lijkt vooral op een tragische bodemloze put.” Depressie kan bij iedereen toeslaan, terwijl de hedendaagse burn-out gekoppeld is aan werk. Daarom mist een psychologische benadering van burn-out ook doel. Het is de samenleving die jammerlijk faalt, niet het individu.
Redenen om dit boek niet te lezen?
De kern van dit boek is snel verteld: burn-out is een ziekte van de samenleving, niet van het individu. Maar Chabot vlindert soms wel heel makkelijk over de implicaties van deze diagnose, bijvoorbeeld in de drie pagina’s die hij wijdt aan moeders. De werkende maatschappij erkent hun positie niet echt, vindt Chabot. De combinatie gezin en werk leidt makkelijk tot uitputting, omdat het werk systematisch geen rekening houdt met de zorg voor kinderen. Hoewel het een opluchting is dat Chabot zo uitvoerig stilstaat bij vrouwen die werken in een wereld waar de meeste regels door mannen zijn gemaakt, is zijn analyse van moederschap wel erg dun. De literatuur erover lijkt hij niet te kennen. Vaders krijgen van hem helemaal geen aandacht.
Redenen om dit boek wel te lezen
Chabot geeft een bijzonder heldere kritiek op de functie van werk in ons leven. Vooral in zorg en onderwijs komt burn-out vaak voor. Waarom? Omdat, zoals Freud al zei, men in die beroepen “van meet af aan zeker kan zijn van onvoldoende succes.” Het zijn beroepen waarin de menselijke relatie, waarin ‘het subtiele’ voorop staat. Maar juist dat subtiele is door de technocratische maatschappij gekolonialiseerd. Chabot zegt dat het individu alleen kan functioneren in het huidige werksysteem als hij zichzelf en zijn intuïties vergeet. “Daarom zien degenen die het verdedigen er vaak zo moe uit.”
Interessant zijn de verschillende interpretaties van burn-out die Chabot behandelt. Zo herinnert hij eraan dat Graham Greene het begrip in 1960 muntte in zijn roman ‘A burnt-out case’. Die gaat over een succesvol architect die op een gegeven moment niet meer in zijn eigen talenten gelooft en totaal uitgeput raakt. Greene ziet burn-out echter niet als een ziekte maar als de nasleep daarvan, en dus als het begin van vernieuwing. Misschien biedt dat een perspectief om de relatie tussen individu en werk nog iets grondiger te doordenken.
(bron: https://deleesclubvanalles.nl/recensie/filosofie-van-de-burn-out/)
---
... Het zal wel niet voor iedereen even toegankelijk zijn. Een filosoof die denkt en schrijft over burn-out? Hij is op zoek gegaan in de literatuur naar de oorsprong van de term burn-out. Verwijzend naar de roman van Graham Greene, A Burnt-Out Case (1960) verknoopt hij de wetenschappelijke inzichten van o.a. Christina Maslach met de recentere studies die rond dit probleem verschijnen. Hij legt de vinger op de mentale wonde, wanneer hij stelt dat onze samenleving dé oorzaak is van de ziekte. Onze manier van leven. Onze manier van werken. Maar nog meer de manier van leven en werken die de mens wordt opgelegd door enkelen. De 1% minderheid die in functie van hun hebzucht de 99% meerderheid doodknijpt.
Je mag van een filosoof een duidelijk maatschappelijk standpunt verwachten. Zonder te vervallen in partijpolitieke gezwollen retoriek. Chabot stelt terecht dat een persoon die opnieuw rechtveert na een burn-out waarschijnlijk het geloof in zichzelf zal terugvinden. Maar wat zeker is, is dat die persoon het geloof in het systeem definitief kwijt is. De burn-out zet de dominante waarden op losse schroeven. De burn-out brengt de nieuwe atheïsten van het techno-kapitalisme voort (Chabot 2018). Je kan hem verdenken van linkse sympathieën, maar daar is het de auteur niet om te doen. Een filosoof benoemt zonder taboes de olifant in de kamer. Vanuit het individu komt onze beschaving steeds dichter bij een burn-out. En we zullen het geweten hebben. Het individu dat inzet, engagement, altruïsme en perfectionisme in zich draagt. Het is waar dat deze mensen precies het slachtoffer van een burn-out worden.
Verwacht je niet aan een vrolijk boek. En dat hoeft ook niet. Een burn-out is ook niet precies om vrolijk van te worden. Je leest een zeer sterk boek van een prima kwaliteit. Helder geschreven en vlot leesbaar, zelfs voor een filosofisch werk. Burn-out voor de meerwaardezoeker. Een boek over burn-out voor díe mensen die het even gehad hebben met populaire pseudo-wetenschappelijke literatuur over deze maatschappijziekte.
(bron: http://www.generationbalance.be/uncategorized/filosofie-van-de-burn-out-eindelijk-een-boek-over-burn-out/)
-- 27 april 2023. Over het probleem van perfectionisme al dan niet in menselijke omgevingen: The perfectionist´s Guide to losing control, en een boek van katherine Morgan Schafler. A Path to peace and power.
Reacties