Martini Ziekenhuis over 15 jaar
... Bestuursvoorzitter Hans Feenstra die sinds begin 2009 de leiding heeft over het Martini ziekenhuis vertelt op Youtube hoe hij de ontwikkelingen van de ziekenhuiszorg in het Noorden ziet over tien vijftien jaar.
Het verhaal begint met de stelling dat het betreffende ziekenhuis met 10% minder personeel dezelfde zorg biedt als andere ziekenhuizen. Hij onderschrijft de algemene gedaachte dat de zorg onbetaalbaar wordt en dat het anders kan en moet.
"Met minder geld meer kwaliteit leveren," is een stelling en al luisterend klinkt het logisch, maar ook daar zijn grenzen. Natuurlijk kan men creatief worden in het vinden van goedkopere oplossingen wanneer er begrenzing gebruikt wordt, maar er is een grens aan alles. Ook is deze algemene waarheid moeilijk concreet te maken, want hoe controleer je dit en ceteris paribus?
De stukgewijze betaling van specialisten kan en moet ook anders. De specialist moet per prestatie en niet per verrichting betaald worden. Betalen voor gezondheid dus en niet voor ziekte. Ook dat klinkt interessant. Over winstbejag deelt de voorzitter geen mening, wel vindt hij dat samenwerking belangrijker is dan winst.
Maar vinden andere instellingen dat ook, vooral als het om zijn toekomstbeeld gaat?
Daarin ziet hij de rol van het topklinische ziekenhuis markt afsnoepen van het Academische ziekenhuis dat nu teveel zaken doet die te duur zijn. Er komt een situatie dat kleinere streekziekenhuizen de basisfuncties verzorgen en waar complexe afwijkingen alleen nog maar in specialistische centra uitgevoerd worden. Zoals in het Martini ziekenhuis.
De uitdaging om deze visie te toetsen zit in de moeilijkheid om deze visie tesamen met de anderen te voegen tot een geheel. Want kan een klein regionaal ziekenhuis zich vinden - en vooral ook hoe werkt dit voor specialisten - in een instelling die enkel Eerste hulp biedt en blindedarm-operaties uitvoert.
Het verhaal begint met de stelling dat het betreffende ziekenhuis met 10% minder personeel dezelfde zorg biedt als andere ziekenhuizen. Hij onderschrijft de algemene gedaachte dat de zorg onbetaalbaar wordt en dat het anders kan en moet.
"Met minder geld meer kwaliteit leveren," is een stelling en al luisterend klinkt het logisch, maar ook daar zijn grenzen. Natuurlijk kan men creatief worden in het vinden van goedkopere oplossingen wanneer er begrenzing gebruikt wordt, maar er is een grens aan alles. Ook is deze algemene waarheid moeilijk concreet te maken, want hoe controleer je dit en ceteris paribus?
De stukgewijze betaling van specialisten kan en moet ook anders. De specialist moet per prestatie en niet per verrichting betaald worden. Betalen voor gezondheid dus en niet voor ziekte. Ook dat klinkt interessant. Over winstbejag deelt de voorzitter geen mening, wel vindt hij dat samenwerking belangrijker is dan winst.
Maar vinden andere instellingen dat ook, vooral als het om zijn toekomstbeeld gaat?
Daarin ziet hij de rol van het topklinische ziekenhuis markt afsnoepen van het Academische ziekenhuis dat nu teveel zaken doet die te duur zijn. Er komt een situatie dat kleinere streekziekenhuizen de basisfuncties verzorgen en waar complexe afwijkingen alleen nog maar in specialistische centra uitgevoerd worden. Zoals in het Martini ziekenhuis.
De uitdaging om deze visie te toetsen zit in de moeilijkheid om deze visie tesamen met de anderen te voegen tot een geheel. Want kan een klein regionaal ziekenhuis zich vinden - en vooral ook hoe werkt dit voor specialisten - in een instelling die enkel Eerste hulp biedt en blindedarm-operaties uitvoert.
Reacties