Filosofie is hot! Hoe komt dat toch?
[Even hardop denkend / reagerend...]
Vroeger speelde ik met treinen en nu met filosofie. Ik ben nauwelijks veranderd. Ik lees op dit moment een boek van Simon Blackburn (Denk) en daarin stuitte ik op de passage in het afrondende hoofdstuk: wat te doen? Daarin legt hij uit dat iets doen dat niet direct verbonden is met een doel, niet per sé goed is. Dus iemand van zijn hongergedachte afhalen door hem in zijn buik te stompen (want dan denkt hij even niet aan honger maar aan pijn), is wel effectief maar niet doelgericht. Even in mijn eigen vertaling.
Of je dat doel ook echt haalt en wat een doel kan zijn is weer een onderwerp op zich. Maar het voorbeeld sprak me wel aan. Wat filosofie als dit - gewoon denken - doet is dat het je helpt om uit je eigen wereld te ontsnappen. Er is meer dan je eigen leven, iets dat ik bij coaching en psychologie niet tegenkom. Daar lijkt de wereld toch altijd om de aarde (de mens) te draaien.
Filosofie is voor mij voorlopig een tijdelijke en noodzakelijke hobby. Ik moet nu eenmaal denken, en dan komt je al snel bij filosofie uit. Ik moet alleen nog leren, beter te denken. Zo dacht ik - op dezelfde amateuristische wijze, na over de schisma in de filosofie tussen de continentalen en de analytici. Zeg maar de Russells naast de Nietzsches. En hoe dat kwam en waarom dat nog zo is.
Daar worden natuurlijk hele boeken over volgeschreven, maar ik moest denken aan mainstream versus de meer alternatieve of recalcitrante stroming. In mijn beeld dat ik aan het opbouwen ben is analytische filosofie puur mainstream denken (geworden). Op die gedachte kwam ik omdat ik op YouTube iemand hoorde zeggen dat continentale filosofen in feite de sociale critici van hun tijd zijn geweest. Dat merk je vooral aan een figuur als Foucault, die zich richtte op de wereld waar de mainstream media (alleen was die term er nog niet) nauwelijks oog voor had. En dan kom je op aardige ideeën. Marx was ook geen mainstream denker, maar ook geen echte filosoof, als iemand al een echte filosoof kan zijn. Nietzsche was dat ook niet, maar een filoloog in feite. Iemand die literatuur wil produceren zoals en dan komt met een werk als, Zo sprak Zarathustra.
Het Amerikaanse denken en de Amerikaanse filosofen namen in eerste instantie die sociaal kritische houding van hun Europese denkers over, maar later kwamen ze met de meer pragmatische stroming:
"Richard Rorty verwoordt en handhaaft de gangbare opvatting over de relatie tussen pragmatisme en analytische filosofie, namelijk dat toen het logisch empirisme de dominante kracht werd in de Amerikaanse filosofieafdelingen, het het zelfgekweekte pragmatisme pestte en verjoeg. ... veel van de centrale principes van het logisch empirisme [waren] al aanwezig in het vroege Amerikaanse pragmatisme, en pas toen Rorty resoluut een minder rigoureuze versie van het pragmatisme volgde, ging het mis..." (The Oxford Handbook of The History of Analytic Philosophy, via https://academic.oup.com/edited-volume/28176/chapter-abstract/213094671)
Wat niet kan in de filosofie, is wat ik hier in feite doe, met grote sprongen kleine ideeën verzamelen en dan die flarden tot een visie aaneenbreien. Filosofie leert je denken. Logica neemt daarin een belangrijke rol. Maar dan vooral in de analytische stroming. Het is juist dat deze filosofen duidelijk schrijven (met Russell als groot voorbeeld) terwijl de continentale filosofen, met Hegel als extreem, ondoordringbare werken produceren, die bovendien voor vele uitleg te interpreteren zijn.
Maar mijn idee op dit moment - zonder die rigoureuze stappen van het filosofische denkproces te hebben doorlopen dan wel afgerond - denk ik juist dat die stroming van de analytische filosofie vriend is geworden van de wetenschapswereld die een dominante rol in ons leven is gaan spelen, zeg maar na de dood van God. De Wetenschap heeft overal antwoorden op, en als die antwoorden er niet zijn, zal de vraag wel niet duidelijk genoeg gesteld zijn. Zo zou je de positie van de analytische filosofen op de continentalen kunnen duiden.
Doorgetrokken naar deze tijd, zijn we gekomen in een situatie waar de wetenschap ons alleen maar grote problemen heeft gebracht, terwijl de kleine problemen door hun opgelost zijn. Het klimaat en oorlog zijn niet opgelost, maar over technologie en micro-economie weten we alles.
Kritiek is er niet meer. Het pragmatische denken heeft ons veel welvaart geleverd, maar ook de problemen van nu. En een van de grootste problemen is dat in die vooruitgang er nauwelijks nog critici waren, of critici die een stem van formaat hadden dan wel dat er naar geluisterd werd.
En dat is denk ik dan omdat de analytische filosofie gewonnen heeft, als exponent van de macht van het academische leven. Op de universiteiten wordt enkel nog de Amerikaanse (Angelsaksische) variant gedoceerd en dat heeft te maken met vraag en aanbod. Marktwerking.
Studies moesten efficiënt en een continentale scriptie of promotie duurt nu eenmaal langer dan een analytisch werkstuk. Plus dat de filosoof van nu ook aan het werk komt in het bedrijfsleven, en in toenemende mate. Filosofie is een soort toegepaste wiskunde geworden, van denkers die breed inzetbaar zijn, maar die ondergeschikt zijn aan het positieve denken in de ondernemingsgerichte maatschappij.
Dus wanneer ik lees dat Filosofie weer in de mode is, overigens in een soort van Deja-vu, want dit is met titels als Meer Plato en Minder Prozac al eerder gebeurd, in het fin-de-siecle. Dan denk ik dat men behoefte heeft om weer echt de mens te leren kennen en echt kritisch te worden, maar dan wel met een kans op een baan. Die krijg je natuurlijk niet als je een variant op het denken van Hegel gaat uitbroeden.
[Tot zover deze zondagse gedachte, even slordig als noodzakelijk, want anders blijft deze gedachte onproductief rondzingen]
--
Reacties