De Weg (Michael Puett)
Dan ben je begonnen aan Chinees en dan kan de Chinese cultuur niet wegblijven. Zo begon ik aan dit boek. Een overzichtswerkje - zo leek het - van wat oud Chinese filosofen.
De Weg, Dao en dat blijkt later met Daoïsme verwant te zijn, bestaat uit een soort bloemlezing van negen filosofische teksten die al dan niet van eenzelfde auteur afkomstig zijn. Het is een thematische benadering en elk hoofdstuk geeft het thema duidelijk aan:
Zelfgenoegzaamheid, relaties, beslissingen, invloed, vitaliteit, spontaniteit en menselijkheid. Twee hoofdstukken zijn wat algemener en behandelen: het tijdperk van de filosofie (2) en het tijdperk van mogelijkheden (9).
Het tijdperk van zelfgenoegzaamheid lijkt me bijzonder actueel. We zijn zo overtuigd van ons gelijk dat we niet doorhebben dat er een oorlog woed. En dat zelfgenoegzaamheid daar best een factor in kan zijn: we houden geen rekeningen met landen en culturen die er een andere ideologie op nahouden. Alles moet volgens het westerse model.
Dat is natuurlijk niet te vinden in het boek... dat begint met het idee dat de westerse culturen zich tegen de oosterse cultuur hebben afgezet, waar de eerste modern is en de laatste - het oude China - traditioneel. "In die traditionele wereld leefden mensen bewust in harmonie met de kosmos... men leefde er nog volgens het ritme van de natuur..." Deze sentimentalistische kijk reduceert deze samenleving tot iets nostalgisch. Wij in het westen zouden in een ultieme vrijheid leven en de val van de Berlijnse muur leidde tot een enkele ideologie waarin deze vrijheid centraal is gaan staan.. Echter we worden ook geconfronteerd met ecologische rampen (afnemende diversiteit) en humanitaire catastrofes. Leven we echt in een periode van welvaart, gelijkheid , vrijheid en geluk? De Chinese filosofische teksten leveren wel degelijk een alternatief voor deze zelfgenoegzaamheid...
Globalisering is niet iets van nu, maar van aller tijden, dat is een ander argument. De auteur geeft hiermee aan dat de Griekse denkers en filosofie zich met dezelfde kwesties bezighielden als de Chinese filosofen ongeveer rond dezelfde tijdperken. Het spiltijdperk was een tijd waarin er grote veranderingen waren over alle delen van de wereld die tot dezelfde vragen leidden. Een culturele crisis. Met soortgelijke problemen: hoe moet een staat ingericht worden? Hoe schep ik een rechtvaardige wereld? ... Echter de Chinese filosofen hadden een ander antwoord op de levensvragen.
Confucius leefde ook in een culturele crisistijd waar adellijke families hun macht verloren. In het politieke machtsvacuüm kreeg hij de kans om op de voorgrond te treden. In zijn werk, de gesprekken probeert hij een wereld te scheppen waarin in ieder kan gedijen. Hij richtte zich niet op de grote abstracte kwesties, maar vroeg: hoe komt het dat de wereld is zoals ze is en wat kunnen we doen om haar te veranderen?
Hoofdstuk drie, Over relaties, Confucius en het alsof-ritueel diept deze filosofie verder uit. In essentie gaat het om dagelijkse rituelen waarin de mens moet proberen zich in de ander te verplaatsen en niet met rigide antwoorden en oplossingen te komen, maar te experimenteren met ander gedrag. Steeds weer opnieuw. Jezelf ontworstelen van de dagelijkse hectiek en met een schone lei en nieuwe bril breder naar de dingen te kijken. Niet primair emotioneel reageren maar open staan voor de wereld om je heen. De ander echt begrijpen.
- - Alles wat leeft, heeft de aanleg of neiging om op bepaalde manieren op prikkels te reageren
- - de beleving van emoties is wat ons menselijk maakt. Betere reacties gaan deel uitmaken van onszelf.
- maar er zijn weinig filosofen die hiervan (emoties = psychologie) het belang van inzien...
Hoofdstuk vier gaat over Mencius en de onberekenbare wereld. Hij zegt dat de mens de wereld niet kan berekenen en voorspellen en dat we dus niet kunnen plannen [dit zeggen moderne economen nu ook, je moet flexibiel proberen te zijn. In Chinese termen, meebewegen zoals bamboe...]. Je kan geen carrière plannen. Hij gaat in tegen de berekenbare vooral protestante idee van rationele keuzes. We kunnen wel naar binnen kijken en ontdekken wie we zijn, maar dat betekent niet dat we dan een plan kunnen maken hoe we succesvol worden. Dit Mohisme (Mo Zi) lijkt sterk op het utilitaire westerse denken. Mencisu volgt Confucius in het idee dat de wereld onberekenbaar is. Er is geen garantie. Wat je moet doen is emoties "oefenen:" leren beslissingen te nemen in samenhang met een complexe wereld waarvan je de wendingen niet (allemaal) kunt voorzien. De mens bezit goedheid bv in het redden van een kind waartoe een ieder geneigd is wanneer hij dit kind in problemen ziet.. Dat instinct van natuurlijke goedheid moeten we verder ontwikkelen in ons leven.
Lao Zi gaat over Invloed en de schepping van werelden. Een grote eik in het bos ontneemt andere kleinere bomen van schaduw. Maar toch betekent niet dat de grote eik altijd zal overleven. Kleine flexibelere planten doen dit wel. We hebben geleerd om groot en sterk te zijn, maar we moeten juist onze zwakheid gebruiken: "gebruik altijd je zwakheid, ongeacht je uitgangspositie want dat is de manier om situaties een betere wending te geven."
--- in dit hoofdstuk valt het me wel op dat de auteur hedendaagse voorbeelden gebruikt van Ronald Reagan etc om zijn argumenten kracht bij te zetten. Maar ik vind dit wat ver gaan. Wie weet of Lao Zi dat echt bedoeld heeft ----
Hoofdstuk zes: Over vitaliteit: de innerlijke training en levens als een geest.
.. volgens Wuxing bezit elk van ons in potentie vijf deugden die we dienen te ontwikkelen: goedheid, fatsoen, kennis, eerbiediging van rituelen en wijsheid.
Hij legt de nadruk op evenwicht en harmonie. Innerlijke training, zoals rechtop lopen. Letten op je houding. Alles in de wereld om ons heen roept emoties in ons op. Hoe ga je hier mee om? Door onze afhankelijkheid van externe zaken te minimaliseren... Let op je emoties, waarom je boos word en probeer zo controle te krijgen over je wil. Lichaamsbeweging, Runners High, de energie die juist vrijkomt wanneer je traint. Qi, is dat waar de wereld en de mens uit is opgebouwd is in feite hetzelfde: dezelfde substantie. Qi is overal in aanwezig... Het is een kracht die planten en dieren het leven schenkt.
Zhuang Zi handelt over spontaniteit, ... en een transformerende wereld. Dit gaat voornamelijk over Dao, De Weg, het titelhoofdstuk van het boek. De weg is geen pad, maar:
Een constante eindeloze dans van overgangen en verbintenissen, beweging en veranderingen...
"Confucius had begrepen wat de belangrijkste wezenlijkste discipline vormde: de rituele oefening om een beter persoon te worden." Zun Zi, had alleen een andere benadering voor ogen voor rituelen. In plaats van alsof-momenten wilde hij alsof-werelden scheppen, waarin we inzien hoe kunstmatig onze natuur is. Hij spoort ons aan om dat besef van kunstmatigheid door te trekken naar de hele wereld. Zo moeten we betere mensen kunnen worden en in een betere wereld...
De eyeopener in hoofdstuk acht is dat "Natuurlijk" niet ook altijd beter is. Ook in zijn tijd werd terugverlangd naar een natuurlijkere wereld. "Maar Xun Zi liet zich duidelijk uit over de gevaren van een blinde aanbidding van de natuur."
Het tijdperk van mogelijkheden. Gaat over het bekrompen wereldbeeld van het westen (mijn interpretatie). Er is geen moderniteit versus traditie. We moeten ons losmaken van onze idealen en ons verdiepen in de complexe wereld en versnippering en ons zodoende losmaken van vaste (rigide) standpunten...
En deze:
- Het belang van details en rituelen. Verandering zit in het kleine (lijkt dat op nudge, nudging?)
- Kant: altijd de waarheid spreken, anekdote van gast in huis, en de vraag of deze bij jou thuis is...
-- 2 februari:
Wu wei is een grondstelling in het taoïsme dat een begrip inhoudt van weten wanneer wel te handelen (i.a.w. actief op te treden) en wanneer niet te handelen. De letterlijke betekenis van wu wei luidt: "niet doen". Het paradoxale begrip wei wu wei, "doen niet doen" of "handelen door niet te handelen", kan men interpreteren door het "niet handelen tegen de aard der dingen in" of "het handelen zonder gehechtheid aan het resultaat". Wu wei kan ook opgevat worden in de zin van egoloos handelen of handelen zonder (ego)betrokkenheid.
...
De sinoloog Jan De Meyer schrijft over de verschillende betekenissen van wu wei dat we vooral moeten vermijden om "wuwei te reduceren tot een vorm van passiviteit of gelatenheid." Volgens hem heeft een interpretatie van wu wei als 'niets doen' niet of nauwelijks bestaan in de context van het taoïsme, en zelfs als hij het begrip vrij letterlijk vertaalt als 'niet-doen' "moet het gezien worden als een vorm van handelen, zij het dan een door niets gemotiveerd, niet-doelgericht en vooral niet-storend handelen." Volgens De Meyer kan wuwei ook worden vertaald als 'het niets in actie'.
Wu wei wordt in het taoïsme vaak geassocieerd met water, en met de wijze waarop water zich gedraagt. Ofschoon water vloeit en geen weerstand biedt heeft het toch in zich graniet te eroderen. Water heeft geen vaste vorm zoals een steen of stuk hout, het stroomt overal en kan de kleinste ruimtes vullen. Het lijkt of water niets doet en toch doet het iets. Het gaat er om je niet tegen een stroom te verzetten, te kiezen uit de vele richtingen waarin de stroom vloeit en de gevolgen te accepteren.
Het taoïsme is niet een filosofie van niets doen, maar wel van deelnemen aan het leven, de natuur. Het gaat om (geconcentreerd zijn op) de goede weg (tao). Wu wei als onderdeel van het dagelijks leven, en de uitvoerbaarheid van wei wu wei zijn essentiële onderdelen van Chinese filosofie, en vooral het taoïsme. Het uiteindelijke doel van wu wei is het streven naar een evenwichtige situatie en zodoende, zacht en onmerkbaar, in harmonie te geraken met het zelf, anderen, en de omgeving. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wu_wei)
Reacties