Wereldwijd bankieren (2)
III - Het bankgebouw - was voor de twintigste eeuw meestal verbonden met grote handelshuizen en in Amsterdam was meestal een grachtenpand voldoende (zoals het hoofdkantoor van de NHM aan de Herengracht nr 40). Pas rond de eeuwwisseling kwam er een echte bankarchitectuur voor een specifiek bancair karakter. Een bankgebouw diende weelde en voorname rust uit te stralen.
De jaren 50 - 1990 brengen expansie, internationalisatie en concentratie. Het proces van schaalvergroting door fusies en overnames dat was begonnen in 1911 zette zich na de oorlog voort.
De NHM werd na de oorlog geconfronteerd met de onafhankelijkheid van Indonesië. De bank vond in de Twentse bank een fusiepartner die tegen solvabiliteitsproblemen opliep door haar eigen expansie. Met deze fusie begon een proces van transformatie (van handelsbank) naar algemene bank door de focus op retail banking via aanbieding van depositoboekje, de persoonlijke lening, de salarisrekening, termijnspaarbrieven, budgetkrediet en beleggingsfondsen.
Er ontstond betalingsverkeer en er trad branchevervaging op. Maar er kwam ook kritiek over de rol van de bank in de samenleving. Studies als Graven naar macht (1975) toonden aan dat grote algemene banken als spinnen in het web van de Nederlandse machtsrelaties waren: leden van de RvB combineerden hun werk met een groot aantal commissariaten bij grote bedrijven.
De groei van de Retail banking ging gepaard met toenemende groei van de werknemersaantallen en een verhoging van de kosten t.o.v. de baten.
In 1974 komt de overheid met de oprichting van de postspaarbank om de concurrentie te vergroten. Banken waren niet blij. De expansie van het bankwezen ging door. In de jaren tachtig komt er een terugslag en heroriëntatie, ingegeven door de terugslag in de economie door de oliecrisis en de recessie. In 1982 kwam daar een internationale schuldencrisis bovenop. Er ontstonden financiële problemen door o.a. de Comecon-landen. De banken hadden een buffer (het VAR) maar de reële waarde daarvan was in de jaren 70 gedaald. door de liberalisering van de kapitaalmarkt nam de concurrentie toe en merchant banken hadden het voordeel minder overhead te hebben dan algemene banken.
Betalingsverkeer was verliesgevend en nieuwe partijen (Robeco, Aegon) kwamen met spaarproducten.
E.e.a. was niet uniek aan Nederland. In West-Europa was de ontwikkeling van banken gelijksoortig. Trage groei na de WOii - wonden likken - en de dekolonisatie die erop volgde. In de jaren 60 begon in heel Europa een nieuwe dynamiek. Diversificatie, branchevervaging en een achterstand met de VS waar dit massale proces richting klant al eerder was gestart.
Ook kwam er een ontwikkeling van ontlopen van nationale regelgeving met de opkomst van de Eurodollar tot sleutelrol. Een Europees patroon van consortia en samenwerking. In tweetal opzichten was ontwikkeling van het Nederlandse bankwezen bijzonder te noemen.
1. vervlechting bankwezen en nationale economie is laat op gang gekomen. industrialisatie in Duitsland, België, Italië en Oostenrijk werd gedragen door coalities tussen bankiers en ondernemers uit de industrie, die in Nederland afwezig bleef.
2. het proces van concentratie. Nagenoeg alle handelsbanken zijn onder het zelfde dak gekomen: de Abn Amro in 1990 was ondenkbaar wanneer niet de Rabo en de Postbank (met de middenstand als doelgroep) niet uit de handel terecht waren gekomen.
V - De Bijkantoren. Tot de 20ste eeuw was een bank niet meer dan een enkel hoofdkantoor. NHM was een uitzondering daarop. De post onroerend goed groeide zo op de balansen van de banken. De huisarchitect maakte zijn entree.
Motieven voor de wereldwijde ambitie: de groei die in NL stagneerde. Men moest wel naar buitenland kijken [zie de parallel met o.a. de universiteit van nu: de groei moet wel van de buitenlandse studenten komen].
Slagvaardigheid. Internationale expansie en investment bank in opmars. Structure follows strategy (de strijd om de Generale Bank) "Aan het einde van de twintigste eeuw valt er nog geen aanleiding te bespeuren voor het temperen van de ambitie die Abn Amro van de aanvang al heeft getekend."
VI - de internationale bank. Het internationale bedrijf loopt als een rode draad door de geschiedenis van de Abn Amro heen. De factorij is de eerste buitenlandse vestiging van de NHM in 1826. Dit laatste deel heeft enkel nog foto's, geen begeleidende tekst meer.
--
To do. Meer weten over de Cultuurondernemingen uit die tijd, bedrijven die betrokken waren bij de productie en handel van koloniale grondstoffen.
In 2020 verschijnt de geschiedenis van NMB later onderdeel van de ING* |
* - De Nederlandsche Middenstandsbank (NMB), 1927-1989, Douwe van der Werf | Boom uitgevers Amsterdam
Reacties