Volgers en Vormers

 Volgers & Vormers is een boek van Tobias Rijngoud die een groep betrokkenen uit de onderwijs wereld heeft geïnterviewd en waardoor dit boek tot stand is gekomen. De titel verwijst naar het centrale probleem in het onderwijs. Onderwijs leert je namelijk mee te kunnen gaan in deze wereld die zichzelf in stand houdt, en als volger opgaat in de massa van het onderwijssysteem. Dat systeem maakt mensen klaar om in de maatschappij te overleven. Maar daarnaast is het onderwijs ook een middel om je eigen identiteit of weg te vinden, en dat gaat in de hoedanigheid van vormer. je geeft je eigen wereld Vorm. 
beiden doelen, die van volgzaam zijn in een systeem, maar ook vormend proberen te zijn door je te onderscheiden, staan haaks op elkaar en daarin zit de uitdaging van het onderwijs. 

Volgers en vormers is een oproep. het is geen boek om te lezen. Het is een alarm, eerder 5 over dan 5 voor 12.

Maar het is ook een boek dat me aan het denken zet. Allereerst de betrokkenen, want de schrijver heeft de functie van redacteur meer dan auteur. Daardoor is het boek extra divers en uniek, want fictie en non-fictie professionals komen aan het woord. Te beginnen met deze laatste: een trendwatcher, schrijver en filosofe, historica, hoogleraar bestuurskunde, opiniepeiler, pedagoge en publiciste, theoloog (en dichter), neerlandicus, psycholoog en columnist, hoogleraar economie en bedrijfskunde en hoogleraar pedagogische aspecten van kinderopvang, journaliste, hoogleraar onderwijzen en leren, hoogleraar pedagogiek en als laatste een filosoof ...

Dit is dus een groep mensen die weet waar ze het over hebben. allemaal experts op hun vakgebied en betrokken bij onderwijs. Je zou er nog een antropoloog of een socioloog aan toe hebben kunnen voegen, en een opinieleider zou er mogelijk uit hebben gekund. Maar of het daardoor een ander boek zou zijn geworden...

De "fictie-professional" is Jan Siebelink en noem ik apart, omdat hij een beetje uit de toon valt, maar misschien ook wel een beetje de toon zet. Hij was ooit onderwijzer en ik ken toevallig zijn boek: Suezkade, dat de perikelen op een gymnasium als context heeft voor een roman.

Het boek begint met een proloog: "we leven in de pubertijd," over de economische wetten die het onderwijs de laatste decennia (zo niet eeuwen, want de problemen lijken identiek met de aanklacht van Nietzsche over zijn tijd, zo lees ik) domineren en de kern van het probleem vormen. Men richt zich alleen nog maar op financieel nut. hete hele idee van Bilding - wat toch al niet aan Nederland besteed is, verdwijnt nog meer naar de achtergrond.

Waarom is er niet minstens één uur per dag poëzie op tv? Wie heeft dat verboden?

Deze vraag volgt al vrij snel in het stuk. En dat is inderdaad een goede vraag. Over deze vraag kan je lang nadenken. Het is een vraag die je ook niet meer loslaat. Hij blijft in je geheugen hangen. Misschien wel vooral in mijn geheugen, want ik heb niet zoveel me poëzie. En ik heb echt mijn best wel gedaan, en ook vele gedichten en gedachten geformuleerd. Er was in mijn tijd, herinner ik me zelfs een Haiku generator. Maar dat is een heel ander verhaal. Ik moet ook bekennen dat toen ik de kans kreeg om de waarde van het gedicht te leren er niet voor open stond. Later heb ik het via een literatuurcursus proberen bij te schaven, maar kwam er als snel achter dat prosa toch meer mijn ding was.

Wanneer er nu poëzie op de Tv zou zijn, zou ik dan kijken? In feite kan iedereen die vraag zo beantwoorden. Ik zoek op poëzie op internet vimeo, youtube en vind ongetwijfeld voldoende. Zou ik er dan naar kijken?

Achter me  in de boekenkast staat "the poetical works of Byron," en naast me in de kast staan drie van die ouderwetse rode boekjes (helaas ontbreekt deel III), van Nicolaas Beets, "Dichtwerken," en inderdaad, je komt altijd een strofe tegen die je aandacht vasthoudt. Beets, ik sla het boek open, en zie: "Mijne navolgingen van Lord Byron..." Maar een gedicht kan ook eenvoudig zijn, zoals Jules Deelder laat zien. En "leuk":

“Kijk dan, daaro, an de overkant… met die zinksnijer. Krijgie daaro de pleuris van, van dat wijf? Die loopt de hele dag maar over Amsterdam te zijke… ‘Toen ik nog in Amsterdam zus en toen ik nog in Amsterdam zo… ‘Krijg ze de tering met ter Amsterdam en de ****** terbij! Niet da’k wat tege Amsterdammers hep… ’t Zijn beste mense, hebben een goed hart… ’t Moes alleen gekóok opter rug hange en dan zo laag dat de honde erbij kenne… Dus daar legget niet an. Maar dat wijf krijgie orizineel het leplazerus van… ‘Toen ik laatst nog in Amsterdam was…’

Maar goed. Waarom is er niet minstens één uur per dag poëzie op tv? Wie heeft dat verboden?

...

De aanklacht tegen de economisering van het onderwijs is niet onterecht, en wordt onderbouwd, door de theoloog (neoliberalisme is een kale ideologie) en in andere woorden valt te lezen dat onze samenleving te veel waarde hecht aan economisch succes (de onderwijspublicist). Beschaving komt neer op jezelf dresseren, is een quote van een schrijver die niet deel uitmaakt van het panel. 

De inhoud van het boek is gestructureerd rond inzichten en visies, zoals "goed onderwijs maakt jongeren gevoelig voor de wereld om hen heen," of "Bildung is de redding van de samenleving," en nog een mooie: "onderwijs heeft geen vijanden, maar ook geen vrienden." Daarmee wordt duidelijk dat onderwijs ondergewaardeerd wordt... Maar hoe precies?

Dit is een samenvatting die geen betrouwbaar beeld geeft van het werk. Daarvoor moet u het zelf lezen. Voor mij is het bestaan van het boek voldoende. En het feit dat er toch niet snel een oplossing komt. Want onderwaardering is niet zomaar voorbij.

Het gaat m.i. om een cultuurprobleem en die zijn hardnekkig.




Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Begraven of cremeren?

Het grootste bordeel van Europa