Macht en offer (Tien jaar na de crisis)
Poder en Sacrificio, te vertalen als Macht en Offer, opoffering beter gezegd, is een boek van twee sociologen (Luis Enrique Alonso en Carlos Fernández Rodriguez) geschreven als reactie op de financiële crisis. Het is duidelijk een boek voor een academisch publiek want het staat vol met (vaak wetenschappelijke) referenties en heeft een licht academisch jargon (veel boeken van uitgever Wiley). Dit is typisch een boek dat je in Nederland niet snel tegen zal komen (onder andere door de vele franstalige referenties en schrijvers als Foucault en Marcuse) en daarom is het extra interessant. Nederlanders wagen zich minder aan een stellingname tegen het kapitalisme. Die duidelijk partijdigheid is terug te vinden in het boek wanneer bepaalde schrijvers en denkers ter sprake komen. Een voorbeeld is de tegenstander van het liberale denken John Kenneth Galbraith aan wie de schrijvers vele malen refereren en over zijn zoon James schrijven deze, "de zeer gekwalificeerde econoom"... Die toevoeging is bijzonder voor een academisch werk dat de nodige neutraliteit behoort uit te stralen.
In het begin is het me niet goed duidelijk waar de schrijvers heen willen, wanneer in het eerste hoofdstuk een bloemlezing van management-literatuur verschijnt. Dat doet denken aan een cursus organisatiekunde, bv wanneer de theorie van Taylor samenvalt met de opkomst van de lopende-band en het bedrijf van Ford. Maar wat de universiteit hier weglaat en de sociologen toevoegen is de analyse dat nagenoeg elk management discours samenvalt met nieuwe kapitalistische orders in een veranderd tijdperk en waar de management goeroes altijd de kant van het kapitaal kiezen. In de huidige orde gaat het om thema's als flexibiliteit en aanpasbaarheid omdat we leven in een situatie met grote onzekerheid. Niemand weet precies welke kant het kapitaal heen beweegt, maar hoe het ook uitvalt, de individuele werknemer moet gehoorzamen aan de nieuwe wetten. En zo zit iedereen dus te mindfulnessen en probeert men zelf ondernemer te worden, denk ik er dan bij, omdat de oude zekerheden zijn komen te vervallen.
Vervolgens zoomen ze in op de huidige crisis waarin de "financialisatie" van de economie een dergelijke omvang heeft aangenomen dat de eerste (de financiële sector) de tweede (de rest van de economie) beheerst. Dit is op zich een bekend fenomeen, de financiële sector is te groot geworden, maar de auteurs gaan een stap verder door te stellen dat dit proces de bureaucratie heeft veranderd. Ten tijde van Ford stond de bureaucratie nog niet ten dienste van de grote bedrijven, waar dat nu wel het geval is. Alles in het huidige tijdperk is erop gericht om zicht te schikken naar de multinationals, door zo veel mogelijk regels te schrappen (zoals de Glass-Steagall act?). Het is iets dat iedereen aanvoelt en herkent, maar waar niemand iets tegen doet. De dividendbelasting is typisch een thema dat hierbij past (en natuurlijk niet genoemd wordt in het boek).
Wat ook opvalt in dit boek is de lijst van niet Angelsaksische auteurs. zoals René Girard, die de theorie heeft bedacht van de zondebok: de hele financiële crisis is ontstaan door grote banken, die vervolgens gered zijn met belasting geld terwijl de families uit de middenklasse of zelfs lager de lasten moeten dragen. En waar je zou verwachten dat de banken de schuld zouden krijgen wordt er een zondebok gevonden zoals in de VS de ontvangers van prime hypotheken, diegenen die normaal niet aan een hypotheek zouden kunnen komen, maar door de uitbundigheid van de zoektocht naar rendement van de financiële sector toch als klant geaccepteerd werden. Maar, zo schrijven de auteurs, in Europa zijn het onder andere de Zuidelijke lidstaten, die tot zondebok worden gebombardeerd, wetende de PIGS, ook nog een denigrerende term, waar deze labels door noordelijke criteria worden uitgedeeld, volgens een soortgelijk stramien. De noordelijke lidstaten willen producten verkopen, door middel van financiering, en die komen bij de zuidelijke lidstaten aan, zonder dat hierdoor de productiviteit van deze staten verbetert en daarmee niet het uitzicht om de schuld af te lossen. Ik schrijf dit nu in eigen woorden op. De tekst van het boek is veel meer academisch, al ontbreekt soms de ironie niet.
Bijzonder is bovendien de timing van dit boek, (ca.) tien jaar na de val van Lehman. En interessant vond ik de lange lijst aan referenties die me in een nieuwe richting sturen. Zoals het boek Debt, the first 5000 years. Van activist David Graeber. Zijn boek begint met een gesprek tussen hem en een advocaat, over schuld, wanneer hij vertelt dat een lening aan een Afrikaanse Dictator direct in de bankkassen van een Zwitserse bank eindigen. Zij, de advocaat zegt dan, ja maar het is toch een schuld, die moet toch terug betaald worden. Wat er dan volgt is een prikkelende monoloog van de activist, over de essentie van schuld.
(*) Die economische invalshoek ontbreekt een beetje in dit werk, al komt het concept schuld veelvuldig aan bod. Het managementdenken waarmee het boek begint krijgt een extra kleur wanneer de auteurs zich richten kritiek op het kapitalisme door de ideologie van Marx en het groot kapitaal. Het is - de mij onbekende - Amerikaanse politicoloog James Burnham die bekend is van de boeken, The Machiavellians en The Managerial Revolution, die hiervoor de theorie geeft. In beide boeken gaat het argument dat het kapitalisme (anno jaren dertig) tot een verandering leidt van de sociale klassen waar de directeuren van ondernemingen de bourgeoisie onder druk zette of zou gaan zetten in de toekomst en deze een nieuwe heersende klasse zou worden. Dit idee sluit aan bij de inleiding over de theorie van management en dat deze managers in dienst van het kapitaal staan. De cirkel sluit zich dus, want hiermee begon het boek: met managers en managementliteratuur. Nog een fait divers: Zelfs George Orwell zou met zijn boek 1984 door de ideeën van Burnham zijn beïnvloed.
De macht zit bij de bestuurders en het offer leveren de werknemers die door de grote invloed van het financiële systeem op de economie de onderdrukte klasse wordt. Een actuele visie op de ontwikkelingen.
--
Nog wat boektips / referenties; meer weten:
- Aiman Zeid, Business Transformation (2014)
- Reinhart Rogoff, This time it is different
- Daniel Pink, Free Agent Nations (2001)
- Ludwig von Mises, Bureaucracy (1974)
- McKenzie, An engine not a camera. How financial models shape markets (2008)
- Mankel, The high risk society
- Bauman, Modern Liquidity (1997)
- Carol Kennedy, management gurus guide
- Kalleberg, Good jobs, bad jobs (2011)
--
2018/06/macht-in-termen-van-de-geografie-en...
Reacties