The wolf of Wall Street
Wie naar deze film besluit te gaan krijgt waar voor zijn geld; de film duurt zo'n drie uur. Dat is in deze tijd van vluchtige indrukken een uitzonderlijke vertoning. Ik kende het waargebeurde verhaal van de hoofdpersoon niet en besloot de film te bekijken en deze heeft een duidelijke indruk op me gemaakt.
De film heeft heel wat dimensies, maar vooral interessant vond ik de kijk op de wereld van het grote geld, dat eigenlijk indirect ter sprake komt. Jordan Belfort komt namelijk niet uit een rijk milieu, maar werkt zich als typisch voorbeeld van de Amerikaanse droom een weg naar de top. De cultuur van het geld komt tot uitdrukking in het FBI onderzoek. De agent Gregory Coleman zegt tegen de protagonist wanneer ze samen op het dek van zijn schip staan: "ik krijg deze opdracht ook maar van bovenaf." De succesvolle Jordan wordt dus tegengewerkt door de bestaande macht op Wall Street die geen nieuwkomer in hun terrein wensen. "Was jij ook niet op enig moment een stockbroker," vraag Jordan aan de Coleman. "Jij hebt je huiswerk gedaan, zie ik," zegt de agent die zich overigens niet laat omkopen.
Indirect is dit wat we te zien krijgen van de cultuur op Wall Street - ten tijde van de vorige eeuw, maar waar natuurlijk niet veel is veranderd. Ook nu is "verkopen" (marketing, sales en alles wat erbij hoort) de essentie in die wereld van het grote geld. Dat verkopen als proces staat centraal in de film. Jordan geniet als nieuwkomer geen vertrouwen bij de klanten maar hij weet ze te overtuigen door hen stuk voor stuk gouden bergen te beloven. Dat doet hij aan de hand van de verkoop van pennystock van startups maar meestal bedrijven waar de eigenaar nog bij zijn ouders woont en hij spiegelt de klant voor dat die bedrijfjes de bleu-chips (IBM, GE) van morgen zullen zijn.
In de Amerikaanse cultuur kopen zelfstandige professionals (loodgieters, automonteurs) deze goedkoop-lijkende aandelen omdat de duurdere aandelen voor hen te prijzig zijn. Het meer dan gemiddelde aandelenbezit in Amerika komt duidelijk tot uitdrukking en is denk ik conform de werkelijkheid. In Nederland is beleggen toch iets meer voor de (iets) hoger opgeleiden, in de VS is kennis veel minder een issue om aandelen te kopen.
Typisch Amerikaans is dan ook dat verkopen en marketing expliciet in de maatschappij zijn opgenomen. Het beste voorbeeld om dit verschil duidelijk te maken zie je in de supermarkt waar de prijzen ex-btw tentoongesteld staan. Een tube tandpasta "kost" zodoende dus 99 cent, maar aan de kassa 1$15. Bij ons (Hollandse nuchtere cultuur) zou dat not-done zijn. Bij ons heeft expliciete marketing altijd iets goedkoops of on-echts. Wij vertrouwen het dan niet meer.
The Wolf of Wall Street is dan ook typisch een Amerikaans product, maar het mechanisme om klanten gek te maken met een IPO van een schoenenproducent ontwerper/designer kennen wij ook met World-Online. Verkopen heeft alles met gevoel te maken en o.a. met het gevoel om erbij te horen.
Ook dat element is zowel actueel (de nieuwe beurshype) als tijdloos. Jordan Belfort moet nu de opbrengst van zijn boek afstaan om de klanten die hij gedupeerd heeft te compenseren.
De cirkel sluit zich in het element fraude. De verkoop is namelijk niet alleen uiterst agressief, maar illegaal; diverse verkooppraktijken zijn frauduleus zoals bij de bovengenoemde IPO, waar de broker zelf de aandelen koopt en deze aan klanten verkoopt, in plaats van een echte eerlijke markt met een eerlijke prijs te faciliteren.
Een grote vraag waar je dan mee uit de zaal loopt is deze: wat is er nu veranderd en waar ligt de schuld van dit alles. Als iemand je 5% hogere rente aanbiedt bij een bank in IJsland, terwijl de Rabo maar 2% biedt, wie heeft dan het probleem? En waarom doet diezelfde Rabo mee met de libor-afspraken?
De film over het leven van Madoff moet nog uitkomen maar ik verwacht een soortgelijk verhaal met een soortgelijke problematiek. Er zijn kopers en verkopers, maar de context is voornamelijk dezelfde: een cultuur van het snelle geld, high-finance, glamour en de grote merken waar "iedereen" toch bij wil horen.
En, ... dan natuurlijk ook dit: willen we allemaal niet het onmogelijke? Dromen we daar niet van. The American dream?
De film eindigt met een fragment in een wegrijdende metro. De FBI-agent kijkt wazig voor zich uit. We zien hem denken...
De film heeft heel wat dimensies, maar vooral interessant vond ik de kijk op de wereld van het grote geld, dat eigenlijk indirect ter sprake komt. Jordan Belfort komt namelijk niet uit een rijk milieu, maar werkt zich als typisch voorbeeld van de Amerikaanse droom een weg naar de top. De cultuur van het geld komt tot uitdrukking in het FBI onderzoek. De agent Gregory Coleman zegt tegen de protagonist wanneer ze samen op het dek van zijn schip staan: "ik krijg deze opdracht ook maar van bovenaf." De succesvolle Jordan wordt dus tegengewerkt door de bestaande macht op Wall Street die geen nieuwkomer in hun terrein wensen. "Was jij ook niet op enig moment een stockbroker," vraag Jordan aan de Coleman. "Jij hebt je huiswerk gedaan, zie ik," zegt de agent die zich overigens niet laat omkopen.
Indirect is dit wat we te zien krijgen van de cultuur op Wall Street - ten tijde van de vorige eeuw, maar waar natuurlijk niet veel is veranderd. Ook nu is "verkopen" (marketing, sales en alles wat erbij hoort) de essentie in die wereld van het grote geld. Dat verkopen als proces staat centraal in de film. Jordan geniet als nieuwkomer geen vertrouwen bij de klanten maar hij weet ze te overtuigen door hen stuk voor stuk gouden bergen te beloven. Dat doet hij aan de hand van de verkoop van pennystock van startups maar meestal bedrijven waar de eigenaar nog bij zijn ouders woont en hij spiegelt de klant voor dat die bedrijfjes de bleu-chips (IBM, GE) van morgen zullen zijn.
In de Amerikaanse cultuur kopen zelfstandige professionals (loodgieters, automonteurs) deze goedkoop-lijkende aandelen omdat de duurdere aandelen voor hen te prijzig zijn. Het meer dan gemiddelde aandelenbezit in Amerika komt duidelijk tot uitdrukking en is denk ik conform de werkelijkheid. In Nederland is beleggen toch iets meer voor de (iets) hoger opgeleiden, in de VS is kennis veel minder een issue om aandelen te kopen.
Typisch Amerikaans is dan ook dat verkopen en marketing expliciet in de maatschappij zijn opgenomen. Het beste voorbeeld om dit verschil duidelijk te maken zie je in de supermarkt waar de prijzen ex-btw tentoongesteld staan. Een tube tandpasta "kost" zodoende dus 99 cent, maar aan de kassa 1$15. Bij ons (Hollandse nuchtere cultuur) zou dat not-done zijn. Bij ons heeft expliciete marketing altijd iets goedkoops of on-echts. Wij vertrouwen het dan niet meer.
The Wolf of Wall Street is dan ook typisch een Amerikaans product, maar het mechanisme om klanten gek te maken met een IPO van een schoenen
Ook dat element is zowel actueel (de nieuwe beurshype) als tijdloos. Jordan Belfort moet nu de opbrengst van zijn boek afstaan om de klanten die hij gedupeerd heeft te compenseren.
Een grote vraag waar je dan mee uit de zaal loopt is deze: wat is er nu veranderd en waar ligt de schuld van dit alles. Als iemand je 5% hogere rente aanbiedt bij een bank in IJsland, terwijl de Rabo maar 2% biedt, wie heeft dan het probleem? En waarom doet diezelfde Rabo mee met de libor-afspraken?
De film over het leven van Madoff moet nog uitkomen maar ik verwacht een soortgelijk verhaal met een soortgelijke problematiek. Er zijn kopers en verkopers, maar de context is voornamelijk dezelfde: een cultuur van het snelle geld, high-finance, glamour en de grote merken waar "iedereen" toch bij wil horen.
En, ... dan natuurlijk ook dit: willen we allemaal niet het onmogelijke? Dromen we daar niet van. The American dream?
De film eindigt met een fragment in een wegrijdende metro. De FBI-agent kijkt wazig voor zich uit. We zien hem denken...
Reacties