Verloren connecties

Wat kan een boek over depressie ons leren over de cultuur van onze samenleving? Een bekend antwoord hierop gaat over de rol die de farmaceutische industrie speelt in onze maatschappij, en een ander antwoord heeft te maken met hoe we  de aansluiting verliezen met de rest van de wereld om ons heen. Dat is in feite de vertaling van Lost Connections: Uncovering the Rea
l Causes of Depression – and the Unexpected Solutions. Het is een boek van Johann Hari uit 2018.

Op de website die voor het boek is uitgebracht, thelostconnections.com staat een kleine quiz, met onder andere de volgende vraag:
One scientific study has asked Americans for decades how many close friends they have who they can call on in a crisis. When they began the study, the most common answer was five. What is the most common answer now?
  • Answer: A. None. Western culture is the loneliest society ever – and there is strong evidence that loneliness increases depression.
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel (the crack in the old story) gaat over de misvatting dat
depressie te wijten is aan een chemische onevenwichtigheid in de hersenen. Deze "Claim" komt voornamelijk van de farmaceutische industrie, waar medicijnen zoals SSRI (selective serotonin reuptake inhibitors) dit evenwicht zouden kunnen herstellen. Maar zoals uit eigen onderzoek van de schrijver die al op jonge leeftijd dit soort medicijnen kreeg voorgeschreven bleek dat zelfs naarmate de dosis werd verhoogt, de depressie niet afnam. "Er is slechts een beperkte opleving te merken wanneer je net met het medicijn begint, maar het effect ebt vrij snel weg." Toen Hari dertig was en nog steeds depressief begon hij een speurtocht naar de echte oorsprong van deze ziekte. Zijn eigen leven werd een motief. [paradox: hij weet uit de depressie te komen juist door zijn ziekte, een verhaal dat niet direct in het boek ter sprake komt]. De focus op de medicatie leidt tot zijn stelling dat het effect van antidepressiva puur het resultaat is van een placebo-effect. Hij geeft hiertoe een aantal voorbeelden zoals dat van een dokter in de wereldoorlog die patiënten placebo's toediende omdat er geen morfine meer was, en toch iets wilde doen tegen de pijn. Deze creatieve oplossing bleek effectief.
In zijn studie komt de schrijver op belangrijke onderzoeken die aangeven dat depressie voornamelijk door sociale en psychologische oorzaken komt, terwijl de geneesmiddelenindustrie blijft hameren op het effect van neurotransmitters.

Deel twee gaat in op de negen oorzaken van een depressie. De eerste daarvan is "the disconnect" , het verlies van - zinvol werk. Opvallend is hier de uitkomst van een onderzoek waarin naar voren komt dat slechts 13% van de werknemers zich betrokken / enagaged voelt bij zijn baan en of bedrijf. Mensen die minder controle hebben over hun werk, bijvoorbeeld diegene die steeds weer een kleurmiddel moet toevoegen aan de verf, om zo het resultaat voor de klant te krijgen - steeds weer hetzelfde patroon dus - het snelst depressief worden. Oplossingen hiervoor zijn er ook, door medewerkers democratisch te laten mee denken en stemmen over hun werk (Baltimore Bike Works).

De tweede, niet hiërarchisch gekozen, factor van verlies aan verbondenheid is die van mensen. De cultuur in de VS is sterk individualistisch en deze cultuur wordt versterkt door huidige richtlijnen om jezelf te helpen. "Niemand anders kan dat doen." Eenzaamheid (loneliness) zorgt voor meer stress. Mensen die eenzaamheid trekken zich terug en die houding versterkt het effect, ook op nervositeit / angst (anxiety) - een term en "ziekte" die niet in de titel van het boek terug te vinden is, maar wel in elk hoofdstuk gelijke aandacht krijgt als depressie, dat door een psychiatrische catalogus als DSM een ziekte beeld betreft. Die duale focus op deze twee mentale problemen is bijzonder, omdat over nervositeit geen typische studie gedaan is, laat staan een duidelijke definitie te vinden is.
Maar dat DSM-systeem werkt niet volgens Hari, omdat iemand die een groot verlies te verwerken heeft, mag daar maar een beperkte tijd over doen; wanneer het verlies na een jaar nog niet verwerkt is, krijgt deze het label depressie.

Ontkoppeling van belangrijke waarden is de derde oorzaak. Hier nodigt de schrijver uit om te denken aan onze consumptie maatschappij en de negatieve reclameuitingen die ons voorschotelen dat er altijd iets mis met ons is. Er zijn twee soorten waarden, intrinsieke en extrinsieke waarden, waar deze laatste door onze omgeving "opgedrongen" worden en die de stress veroorzaken: hoe meer consumer-minded en (dus) meer extrinsiek gefocust, hoe mee de neiging toevalt aan depressiviteit. Waarom zijn we zo blij met een nieuwe iPhone?
Trauma - totaal tegen de filosofie van Adler in - is een belangrijke depressie-factor. In het boek komt een voorbeeld uit over de parallel tussen misbruik en obesitas: vrouwen die misbruikt zijn zien hun toevlucht in obesitas omdat "overgewicht over het hoofd gezien wordt," men krijgt geen aandacht en dat is precies de uitsluiting die mensen die getraumatiseerd zijn zoeken.

Status en respect (het verlies daarvan) is de vijfde factor. De schrijver onderzocht hier het gedrag van mensapen en de hiërarchie: zij die het laagst in de sociale ladder leven, ondervinden het meeste stress. De verwijzing naar Bonobo's komen terug in de factor zes - disconnect from nature. Het blijkt volgens onderzoek dat apen wanneer deze uit hun natuurlijke omgeving gehaald worden, depressief gedrag vertonen. En die lijn van studie trekt de schrijver door naar depressie van mensen die opgesloten zitten in hun eigen omgeving en eigen ego. "Er komt geen lucht van buiten meer binnen." Ook komt in dit hoofdstuk een studie van E.O. Wilson terug over het fenomeen: biophilia.
Ook de onzekerheid over de toekomst (factor zeven) en genetische aanleg (acht) zijn factoren, waarbij deze laatste zeker niet erg belangrijk is, maar wel meespeelt. Neuroplasticiteit - de verandering van de hersenen - speelt daarnaast een rol: je hersenen zijn altijd aan het veranderen en je gewoontes en manier van doen, beïnvloeden je denken als een cyclus die zich terug voedt. Maar omdat het meestal
eenvoudiger is om biologische factoren op te voeren als argument (en de sociale omgeving) is het belang van genetische oorzaken overtrokken. Slechts 37% van de gevallen van depressie hebben te maken met genen, volgens onderzoek.

Deel drie geeft vervolgens oplossingen, en het ligt voor de hand om te denken aan reconnection: hoe kom je weer in contact met alles en iedereen om je heen? Over elk hoofdstuk en elke factor is dan iets te zeggen, maar hoofdstuk 20 sprak me in het bijzonder aan: Reconnection Five: Sympathetic Joy, and Overcoming Addiction to the Self. Deze laatste term is van psycholoog Fred Barrett en die meent dat we zo met ons zelf bezig zijn en daarom geen uitweg zien. We zijn verblind door ons ego en ons gevoel van self-importance, i.e: eigenbelang? Hier zit een referentie naar het hoofdstuk over het verlies van de connectie naar de natuur, waar  het gevangen in eigen ego al werd genoemd.

Interessante theorie en een boek dat veel duiding geeft over de thema's die in deze tijd een rol spelen, zoals individualiteit versus het groepsgevoel en groepsproces. Inzicht in onze tijdgeest dus. Nervositeit valt wat buiten het kennisdomein van de schrijver meen ik als amateur, want volgens mij zijn depressie en nervositeit twee verschillende probleemgebieden. maar dat is wellicht een detail.

Na het lezen kijk ik dan naar twee voorbeelden van beide schrijvers (een schrijver, en een literair criticus) in onze cultuur en probeer me in te denken het boek daar een antwoord op geeft. Daar ben ik nog niet uit.

--
2015/09/ziekte-norm-en-uitzonderingen

Reacties

Populaire posts van deze blog

Typisch Spaans: Balay

Economie - Teveel wiskunde, te weinig geschiedenis?

Begraven of cremeren?