De economie van het algemeen welzijn
Hoe ver reikt de verdorvenheid van het kapitalisme, welke tegenkrachten roept dit systeem op? Een jaar geleden schreef iemand: Door deze lachende vrouw stierven gewone mensen op het strand in Tunesië.
Waarom stierven die mensen gisteren op het strand bij Sousse? Ze stierven er omdat ze dachten dat ze er veilig waren.
...
... De tientallen die stierven op dat strand gisteren, volstrekt weerloos, machteloos, stierven omdat hen een wereldbeeld is aangesmeerd dat in werkelijkheid niet bestaat. Veiligheid. Vrijheid. Vertrouwen. Democratie.
Deze introducerende woorden zijn van Joost Niemöller. Het gaat om de aanslag destijds in Tunesië waar niets vermoedende toeristen afgeslacht werden door terroristen en waar de blogger Hillary Clinton verantwoordelijk voor stelde.
Ik vind de vergelijking te ver gaan. Zelf zou ik zeggen dat je als toerist die naar goedkope zonbestemmingen zoekt verantwoordelijk bent voor je keuze en temeer als je weet dat er een Arabische lente woedt die niet geheel geweldloos verloopt. In de kapitalistische wereld gaat het om prijzen en om waarde en om markten van vraag en aanbod. Maar vooral ook om risico's die niet altijd iedereen begrijpt en ziet.
En juist dat begrip risico ontbreekt in het verhaal van Christian Felber: de economie van het algemeen welzijn, of in het Duits die Gemeinwohl-Ökonomie: waarvan het zwaartepunt ligt bij psychologie en sociologie, en om waarden, vooral om menselijke waardigheid, gelijkheid en vertrouwen.
Felber heeft Psychologie, sociologie en politicologie gestudeerd, maar schrijft uiteindelijk over economie en over anti-globalisatie. Economen, verwacht ik, zullen dus ook weinig interessants vinden in zijn project, dat hij naast het boek ook met de organisatie ATTAC ondersteunt. Als buitenstaander weet hij hoe het anders moet en richt zich daarbij op één mechanisme.
De paradox van deze onderneming is dat hij stelt dat competitie niet de beste manier is om welzijn te verkrijgen voor het grootst aantal mensen. Hij stelt dit als antwoord op de onzichtbare hand van Adam Smith die stelt dat egoïsme de drijfveer is die tot rijkdom van naties leidt (het is niet door de goedwillendheid van de slager dat wij ons avondmaaltijd nuttigen maar puur zijn eigen interesse).
Natuurlijk heeft het kapitalisme tot uitbundigheid geleid waardoor alle verhoudingen kwijt zijn. Maar onlangs heeft Piketty hier nog een semi-wetenschappelijk werk aan besteedt en de stelling dat door kapitaalrendement de ongelijkheid groter is geworden in de wereld was toch moeilijk te onderbouwen. Niemand heeft het meer over Piketty. Maar Felber besteedt weinig aan onderbouwing, hij schrijft een normatieve theorie vanuit psychologisch en sociologisch standpunt en verkoopt die op de economische vrije markt. En met succes wat er zijn al 700 bedrijven die aan zijn initiatief mee doen.
Ook interessant is zijn visie dat het kapitalisme door twee emoties wordt gestuurd. Aan "de achterkant" door de angst (om een baan te verliezen, e.d.) en aan de voorkant door het verlangen - desire - (om de triomf, om beter te zijn dan de andere, de wens om status en erbij te horen, e.d.). Beide zijn irrationeel of niet rationeel. En het grappige is dat iedereen dit weet; desire is bekend ook van het AIDA-acroniem in marketing (Attention, Interest, Desire en ACTION). Het aardige van al de zelfhulpboeken is om die angsten te overwinnen. You can do it, is de kapitalistische leus aan diegenen die ontslagen zijn en daar dankbaar voor moeten zijn. Zo is de kapitalistische cirkel weer rond. Maar Felber schrijft geen zelfhulpboek maar een ons-help-boek: wij kunnen en moeten het anders en beter doen!
In de kapitalistische wereld worden mensen alleen nog maar extern gemotiveerd (wat heeft de ander dat ik nog niet heb) en we moeten toe naar een samenleving van interne motivatie, schrijft hij. Maar de motivatie van zijn eigen boek en over het waarom hij een alternatief wil vinden blijft onduidelijk, wel gaat hij mee met het kapitalistische systeem van persoonlijk profileren en doet hij mee met de publiciteit door persoonlijke interviews te geven. Maar vooral laat hij buiten beschouwing hoe de motivatie verloopt in de economie van het algemeen welzijn. Hij geeft wel een voorbeeld dat coöperatief gedrag - in diverse onderzoeken - als effectiever werkt vooral binnen organisaties, maar wat is de drijfveer en welke emoties spelen daarbij een rol?
Zijn centrale stelling is dat in het dagelijks leven samenwerken en waardigheid een veel grotere rol speelt terwijl dit in het kapitalisme wordt uitgebannen. Iemand vertrouwt zijn vrienden, zo schrijft hij, maar dat er ook vijanden zijn lees ik niet.
Heel veel ideeën zijn niet onredelijk, bijvoorbeeld om bedrijven meer sociaal verantwoordelijk te laten ondernemen. En in de huidige context is dat een haast onmogelijk opgave. Markten mogen blijven bestaan net als handel, maar ... en daar gaat hij m.i. de mist in, een soort handel wordt afgeschaft.
En dat is die waarop de economie is gebaseerd. Het zijn de gewone boeren die in de middeleeuwen hun oogst begonnen te verkopen op de termijnmarkt. Dat had alles met emotie te maken, ze waren onzeker en bang - inderdaad - dat ze hun oogst niet voor een goede prijs in de toekomst konden afgeven. De hele termijnmarkt is gebaseerd op emotie en dat is niet direct slecht. De zekerheid die je als (kleine) ondernemer kan krijgen door op voorhand iets in de toekomst te verkopen geeft rust. Tegenover de angst van de boer staat de speculatieve houding van de trader / ondernemer zonder wie de boer geen termijnhandel heeft.
De emotionele analyse van Felber schiet te kort, want hij verbiedt alle speculatie en termijnhandel. En zonder speculatie is er geen termijnhandel, en zonder termijnhandel is er geen economie. Daar zal een psycholoog niets aan veranderen. Dit schrijft hij in het derde hoofdstuk over een democratische bank.
Er zijn veel initiatieven om zaken anders te doen, maar wanneer je ze ziet blijken het toch geïsoleerde gevallen, zoals die ondernemer Ricardo Semler in Brazilië. Natuurlijk kan het anders en zijn er coöperaties die werken, maar zelfs de hele collaboratieve diensten die zich nu ontwikkelen (bla-bla car, airbnb) neigen naar puur kapitalisme.
Diegene die een geloofwaardig alternatief voor het kapitalisme ontwerpt moet denk ik nog geboren worden. We blijven achter met een handvol initiatieven die wat kantjes afschaven, belasting heffen op kapitaalstromen (zoals ATTAC wil met de Tobin-belasting), microkredieten en nog wat ideeën. Maar echt fundamenteel zal het weinig veranderen aan de huidige economische orde.
Ook is de vraag hoe de wereld van Felber eruit ziet; is er nog sport en hoe krijgt het competitie-element hier in een rol. Zijn er nog voetbal ligas? Of sport men puur op basis van spel zonder profijt bij winnen of bij verlies? Verdwijnen de podium en staan 1,2 en 3 op dezelfde hoogte?
Of denk eens aan de literatuur*, Arturo Pérez Reverte schreef onlangs: "ik schrijf altijd over de eenzame wolf, nooit over een groep schapen." De literatuur bestaat bij gratie van de held, de kapitalistische held. Van lamme schapen wordt niemand warm.
Of denk aan de religies, die zijn ook allemaal competitief georganiseerd: van elke godsdienst is er wel een afgeleide sekte die rivaliseert met de "mainstream" variant.
Je mag je wel afvragen of het kapitalisme is uitgegroeid tot een excessief monster doordat de instituties (grote organisaties en bedrijven) er wel mee varen of door het gedrag van haar spelers. Is het de structuur die aanleiding geeft tot excessen of is het gedrag van de mens het probleem, met als resultaat de situatie waarin we nu zitten: rijkdom voor weinigen en werkloosheid voor velen?
Natuurlijk moeten investeringsbanken gescheiden worden van nutsbanken, maar waarom gebeurt dat niet? En is het nu zo moeilijk om Apple wat meer belasting te laten betalen en waarom is de Deutsche Bank - een entiteit uit het Rijnlandse model - toch uitgegroeid tot een financieel monster dat nu de markt en regeringen gijzelt door hoor roekeloze omvang?
Als het goed is komt er straks een nieuwe crisis die omvangrijker is dan die vn 2008 en dat komt waarschijnlijk omdat er sinds de crisis van 2008 nauwelijks iets aan de kapitalistische structuur is veranderd. Dat is wel zorgwekkend.
Het boek en initiatief van Felber kan wel degelijk tot een nieuwe stroming leiden, maar niet voordat er van alles aan verandert. En dan moet het overleven in een kapitalistische wereld. Dat is best een uitdaging.
Zelf roept hij op tot actie en geeft hij voorbeelden van bedrijven die al volgens dit algemeen welzijns-principe werken, zoals op de eerste plaats hetSpaanse Baskische Mondragon. Bij "zijn" organisatie ATTAC zijn op moment van schrijven 700 bedrijven aangesloten. Zien hoe zich dat ontwikkelt.
De ideeën gaan natuurlijk veel verder dan de ingrediënten die ik er hier uitpluk. Op deze website is precies te zien wat de voorstanders van zijn theorie precies voor ogen hebben:
https://www.attac.org/
De grote vraag blijft hoe de wereld verandert richting dit coöperatieve idee, want er zijn vele initiatieven die min of meer hetzelfde prediken (zoals de cradle-to-cradle gedachte dat ook centraal staat en waar niet precies duidelijk is wie daar nu de uitvinder van is). Zelf spreekt Felber over zijn eigen verandering dat hij ook een sportman was, maar dat hij zich niet kon vinden in de competitieve wereld die alsmaar harder werd en waar het spelelement, de vreugde en liefde verdween. Dus, zo schrijft hij is hij maar gaan dansen. Daar zien je nog echte liefde en wat het doet met mensen. Heb je ooit een dansend paar gezien dat met elkaar rivaliseert?
En daar zit denk ik het probleem van deze veranderingsmethode. Niet iedereen wil maar zijn voorkeurssport opgeven en veranderen in iets anders zoals dansen puur omdat hij het niet eens is met de manier van doen. Naast intrinsieke en extrinsieke motivatie is er op gebied van veranderen, het veranderen van binnenuit of van buitenaf. Felber kiest de laatste methode, en laat zijn ideeën en acties met de huidige rivaliseren. Zien wat daarvan terecht komt. En wie met de eer gaat strijken als er echt een anti-kapitalistische doorbraak komt, of is dat old-school-thinking?
* -
Robyn Penrose, ... holds that “character” is a bourgeois myth, an illusion created to
reinforce the ideology of capitalism. As evidence for this assertion
she will point to the fact that the rise of the novel (the literary
genre of “character"par excellence) in the eighteenth century
coincided with the rise of capitalism; and that the modernist and
postmodernist deconstruction of the classic novel in the twentieth
century has coincided with the terminal crisis of capitalism.
... Why the classic novel should have collaborated with the spirit of capitalism is perfectly obvious to Robyn. Both are expressions of secularized Protestant ethic, both dependent on the idea of an autonomous individual self who is responsible for and in control of his/her own destiny, seeking happiness and fortune in competition with other selves... the novelist is the capitalist of the imagination... The first mayor English novelist, Daniel Defoe was a merchant... the novel was the first mass-produced cutural artefact. Nice Work, David Lodge
--
2016/08/winners-take-all
2015/07/de-motor-van-het-kapitalisme
2011/10/innovatieprijs-2011-de-wasmachine-van de toekomst
... De tientallen die stierven op dat strand gisteren, volstrekt weerloos, machteloos, stierven omdat hen een wereldbeeld is aangesmeerd dat in werkelijkheid niet bestaat. Veiligheid. Vrijheid. Vertrouwen. Democratie.
Deze introducerende woorden zijn van Joost Niemöller. Het gaat om de aanslag destijds in Tunesië waar niets vermoedende toeristen afgeslacht werden door terroristen en waar de blogger Hillary Clinton verantwoordelijk voor stelde.
Ik vind de vergelijking te ver gaan. Zelf zou ik zeggen dat je als toerist die naar goedkope zonbestemmingen zoekt verantwoordelijk bent voor je keuze en temeer als je weet dat er een Arabische lente woedt die niet geheel geweldloos verloopt. In de kapitalistische wereld gaat het om prijzen en om waarde en om markten van vraag en aanbod. Maar vooral ook om risico's die niet altijd iedereen begrijpt en ziet.
En juist dat begrip risico ontbreekt in het verhaal van Christian Felber: de economie van het algemeen welzijn, of in het Duits die Gemeinwohl-Ökonomie: waarvan het zwaartepunt ligt bij psychologie en sociologie, en om waarden, vooral om menselijke waardigheid, gelijkheid en vertrouwen.
Felber heeft Psychologie, sociologie en politicologie gestudeerd, maar schrijft uiteindelijk over economie en over anti-globalisatie. Economen, verwacht ik, zullen dus ook weinig interessants vinden in zijn project, dat hij naast het boek ook met de organisatie ATTAC ondersteunt. Als buitenstaander weet hij hoe het anders moet en richt zich daarbij op één mechanisme.
De paradox van deze onderneming is dat hij stelt dat competitie niet de beste manier is om welzijn te verkrijgen voor het grootst aantal mensen. Hij stelt dit als antwoord op de onzichtbare hand van Adam Smith die stelt dat egoïsme de drijfveer is die tot rijkdom van naties leidt (het is niet door de goedwillendheid van de slager dat wij ons avondmaaltijd nuttigen maar puur zijn eigen interesse).
Natuurlijk heeft het kapitalisme tot uitbundigheid geleid waardoor alle verhoudingen kwijt zijn. Maar onlangs heeft Piketty hier nog een semi-wetenschappelijk werk aan besteedt en de stelling dat door kapitaalrendement de ongelijkheid groter is geworden in de wereld was toch moeilijk te onderbouwen. Niemand heeft het meer over Piketty. Maar Felber besteedt weinig aan onderbouwing, hij schrijft een normatieve theorie vanuit psychologisch en sociologisch standpunt en verkoopt die op de economische vrije markt. En met succes wat er zijn al 700 bedrijven die aan zijn initiatief mee doen.
Ook interessant is zijn visie dat het kapitalisme door twee emoties wordt gestuurd. Aan "de achterkant" door de angst (om een baan te verliezen, e.d.) en aan de voorkant door het verlangen - desire - (om de triomf, om beter te zijn dan de andere, de wens om status en erbij te horen, e.d.). Beide zijn irrationeel of niet rationeel. En het grappige is dat iedereen dit weet; desire is bekend ook van het AIDA-acroniem in marketing (Attention, Interest, Desire en ACTION). Het aardige van al de zelfhulpboeken is om die angsten te overwinnen. You can do it, is de kapitalistische leus aan diegenen die ontslagen zijn en daar dankbaar voor moeten zijn. Zo is de kapitalistische cirkel weer rond. Maar Felber schrijft geen zelfhulpboek maar een ons-help-boek: wij kunnen en moeten het anders en beter doen!
In de kapitalistische wereld worden mensen alleen nog maar extern gemotiveerd (wat heeft de ander dat ik nog niet heb) en we moeten toe naar een samenleving van interne motivatie, schrijft hij. Maar de motivatie van zijn eigen boek en over het waarom hij een alternatief wil vinden blijft onduidelijk, wel gaat hij mee met het kapitalistische systeem van persoonlijk profileren en doet hij mee met de publiciteit door persoonlijke interviews te geven. Maar vooral laat hij buiten beschouwing hoe de motivatie verloopt in de economie van het algemeen welzijn. Hij geeft wel een voorbeeld dat coöperatief gedrag - in diverse onderzoeken - als effectiever werkt vooral binnen organisaties, maar wat is de drijfveer en welke emoties spelen daarbij een rol?
Zijn centrale stelling is dat in het dagelijks leven samenwerken en waardigheid een veel grotere rol speelt terwijl dit in het kapitalisme wordt uitgebannen. Iemand vertrouwt zijn vrienden, zo schrijft hij, maar dat er ook vijanden zijn lees ik niet.
Heel veel ideeën zijn niet onredelijk, bijvoorbeeld om bedrijven meer sociaal verantwoordelijk te laten ondernemen. En in de huidige context is dat een haast onmogelijk opgave. Markten mogen blijven bestaan net als handel, maar ... en daar gaat hij m.i. de mist in, een soort handel wordt afgeschaft.
En dat is die waarop de economie is gebaseerd. Het zijn de gewone boeren die in de middeleeuwen hun oogst begonnen te verkopen op de termijnmarkt. Dat had alles met emotie te maken, ze waren onzeker en bang - inderdaad - dat ze hun oogst niet voor een goede prijs in de toekomst konden afgeven. De hele termijnmarkt is gebaseerd op emotie en dat is niet direct slecht. De zekerheid die je als (kleine) ondernemer kan krijgen door op voorhand iets in de toekomst te verkopen geeft rust. Tegenover de angst van de boer staat de speculatieve houding van de trader / ondernemer zonder wie de boer geen termijnhandel heeft.
De emotionele analyse van Felber schiet te kort, want hij verbiedt alle speculatie en termijnhandel. En zonder speculatie is er geen termijnhandel, en zonder termijnhandel is er geen economie. Daar zal een psycholoog niets aan veranderen. Dit schrijft hij in het derde hoofdstuk over een democratische bank.
Er zijn veel initiatieven om zaken anders te doen, maar wanneer je ze ziet blijken het toch geïsoleerde gevallen, zoals die ondernemer Ricardo Semler in Brazilië. Natuurlijk kan het anders en zijn er coöperaties die werken, maar zelfs de hele collaboratieve diensten die zich nu ontwikkelen (bla-bla car, airbnb) neigen naar puur kapitalisme.
Diegene die een geloofwaardig alternatief voor het kapitalisme ontwerpt moet denk ik nog geboren worden. We blijven achter met een handvol initiatieven die wat kantjes afschaven, belasting heffen op kapitaalstromen (zoals ATTAC wil met de Tobin-belasting), microkredieten en nog wat ideeën. Maar echt fundamenteel zal het weinig veranderen aan de huidige economische orde.
Ook is de vraag hoe de wereld van Felber eruit ziet; is er nog sport en hoe krijgt het competitie-element hier in een rol. Zijn er nog voetbal ligas? Of sport men puur op basis van spel zonder profijt bij winnen of bij verlies? Verdwijnen de podium en staan 1,2 en 3 op dezelfde hoogte?
Of denk eens aan de literatuur*, Arturo Pérez Reverte schreef onlangs: "ik schrijf altijd over de eenzame wolf, nooit over een groep schapen." De literatuur bestaat bij gratie van de held, de kapitalistische held. Van lamme schapen wordt niemand warm.
Of denk aan de religies, die zijn ook allemaal competitief georganiseerd: van elke godsdienst is er wel een afgeleide sekte die rivaliseert met de "mainstream" variant.
Je mag je wel afvragen of het kapitalisme is uitgegroeid tot een excessief monster doordat de instituties (grote organisaties en bedrijven) er wel mee varen of door het gedrag van haar spelers. Is het de structuur die aanleiding geeft tot excessen of is het gedrag van de mens het probleem, met als resultaat de situatie waarin we nu zitten: rijkdom voor weinigen en werkloosheid voor velen?
Natuurlijk moeten investeringsbanken gescheiden worden van nutsbanken, maar waarom gebeurt dat niet? En is het nu zo moeilijk om Apple wat meer belasting te laten betalen en waarom is de Deutsche Bank - een entiteit uit het Rijnlandse model - toch uitgegroeid tot een financieel monster dat nu de markt en regeringen gijzelt door hoor roekeloze omvang?
Als het goed is komt er straks een nieuwe crisis die omvangrijker is dan die vn 2008 en dat komt waarschijnlijk omdat er sinds de crisis van 2008 nauwelijks iets aan de kapitalistische structuur is veranderd. Dat is wel zorgwekkend.
Het boek en initiatief van Felber kan wel degelijk tot een nieuwe stroming leiden, maar niet voordat er van alles aan verandert. En dan moet het overleven in een kapitalistische wereld. Dat is best een uitdaging.
Zelf roept hij op tot actie en geeft hij voorbeelden van bedrijven die al volgens dit algemeen welzijns-principe werken, zoals op de eerste plaats het
De ideeën gaan natuurlijk veel verder dan de ingrediënten die ik er hier uitpluk. Op deze website is precies te zien wat de voorstanders van zijn theorie precies voor ogen hebben:
https://www.attac.org/
De grote vraag blijft hoe de wereld verandert richting dit coöperatieve idee, want er zijn vele initiatieven die min of meer hetzelfde prediken (zoals de cradle-to-cradle gedachte dat ook centraal staat en waar niet precies duidelijk is wie daar nu de uitvinder van is). Zelf spreekt Felber over zijn eigen verandering dat hij ook een sportman was, maar dat hij zich niet kon vinden in de competitieve wereld die alsmaar harder werd en waar het spelelement, de vreugde en liefde verdween. Dus, zo schrijft hij is hij maar gaan dansen. Daar zien je nog echte liefde en wat het doet met mensen. Heb je ooit een dansend paar gezien dat met elkaar rivaliseert?
En daar zit denk ik het probleem van deze veranderingsmethode. Niet iedereen wil maar zijn voorkeurssport opgeven en veranderen in iets anders zoals dansen puur omdat hij het niet eens is met de manier van doen. Naast intrinsieke en extrinsieke motivatie is er op gebied van veranderen, het veranderen van binnenuit of van buitenaf. Felber kiest de laatste methode, en laat zijn ideeën en acties met de huidige rivaliseren. Zien wat daarvan terecht komt. En wie met de eer gaat strijken als er echt een anti-kapitalistische doorbraak komt, of is dat old-school-thinking?
* -
... Why the classic novel should have collaborated with the spirit of capitalism is perfectly obvious to Robyn. Both are expressions of secularized Protestant ethic, both dependent on the idea of an autonomous individual self who is responsible for and in control of his/her own destiny, seeking happiness and fortune in competition with other selves... the novelist is the capitalist of the imagination... The first mayor English novelist, Daniel Defoe was a merchant... the novel was the first mass-produced cutural artefact. Nice Work, David Lodge
--
2016/08/winners-take-all
2015/07/de-motor-van-het-kapitalisme
2011/10/innovatieprijs-2011-de-wasmachine-van de toekomst
-- Meer over Cristian Felber bij de VPRO, waar hij een bedrijfsbalans heeft ontworpen voor een eerlijkere economie:
https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/lees/artikelen/2021/deze-econoom-slaat-een-brug-naar-een-betere-wereld.html
Reacties