De monnik en de filosoof
Dit is een boek uit 1998 (de vertaling). Ik weet niet meer precies wanneer (maar wel in hetzelfde jaar dat het uitkwam) en in welke context (op vakantie?) dit boek heb gelezen, maar ik herinner me wel een aantal zaken, o.a. dat ik destijds de woorden van de monnik meer ten harte nam. Nu sta ik neutraler ten opzichte van dit werk. Ik las het opnieuw door twee redenen. Ik kwam het hier in Spanje in de bibliotheek tegen en dat betekent dat of wel Spanje na twintig jaar een nieuwe markt is voor het boek, dat ze hier destijds nog niet klaar waren voor deze discussie, of dat er opnieuw een marketing campagne voor het werk in het algemeen is.
Het thema - westerse filosofie versus oosterse spiritualiteit - is redelijk tijdloos. En dat blijkt ook wel na het herlezen. Het boek houdt zijn waarde en de argumenten zijn zeker niet passé.
Het verhaal van de monnik - Matthieu Ricard - is wel bekend of anders uitgebreid te vinden op het internet. Jean François Revel is veel minder "bekend" op het internet, want wanneer je Google-trends loslaat op beide namen krijgt deze laatste geen enkele resultaten. Het is vooral de monnik die door het succes van het boek populair is geworden. Bijzonder.
Het boek doorloopt een aantal thema's zoals dat van religie versus filosofie, om de ware aard van en het verschil te vinden tussen het Boeddhisme en de westerse filosofie. In die zin is het boek eenzijdig al bespreekt de filosoof bijzonder veel thema's uit de filosofie, soms als een continue aanval op het boeddhisme die deze aanval weet te overleven.
De rol van het oosterse denken en het belang voor de westerse maatschappij komt ook veel aan de orde. Hier is het typische zoals beiden affirmeren dat er een leegte is in het westerse denken die door het boeddhisme opgevuld kan worden, en dat heeft veel te maken met een centrale idee in deze leer namelijk die van het lijden, waar in het westen geen duidelijk antwoord op is. Ook is de filosofie in de westerse traditie zich steeds meer gaan richten op kennis zonder dat deze zich nog met in de praktijk brengen van deze kennis heeft bezig gehouden. Hierdoor zijn filosofen in het westen gewone mensen die niet meer doorgroeien door hun eigen leer, terwijl de monnik een spiritueel leider kan worden.
Een groot deel van het boek gaat - door de antwoorden van de monnik - over mediteren en dat vooral houdt het werk actueel, want meditatie blijft een thema dat nu weer bijzonder in de belangstelling staat. Het begrip mindfulness was er nog niet en komt dus ook niet voor. Aansluitend hierop is er veel ruimte in het boek voor psychologie (over waar het bewustzijn zetelt of wat het inhoudt) en over een thema als psychoanalyse, een tak die in het westen in verval is geraakt, maar waar de monnik nu juist een parallel ziet met het boeddhisme, omdat het individu er zo'n grote rol in speelt.
Een belangrijke vraag in het boek is hoe de wereld nu verbetert dan wel verandert en wat de rol van de monnik dan wel de filosoof hierbij is. De hedendaagse filosofie heeft het idee van moraal wat laten varen en dit thema ligt nu in de politiek opgesloten, of is er door overgenomen. Over politiek komt het boek ook te spreken o.a. over de rol van de Chinese bezetting van Tibet. Een feit dat ik me niet wist te herinneren was dat er in het land meer Chinezen wonen dan Tibetanen.
Een interessant boek, dat enkel al blijkt uit het nalezen en de projectie van het onderwerp op onze maatschappij.
Op het internet las ik over de monnik die dus beroemd is geworden door dit boek en meereist met de Dalai Lama om deze bij te staan (o.a. als vertaler) in het verspreiden van de boodschap. De Dalai Lama nodigt altijd alle religieuze leiders uit, zo stelt Matthieu omdat het boeddhisme niet wil concurreren met andere religies, maar enkel haar ervaringen wil verspreiden over de wereld. Er zijn bijzonder veel mensen uit het westen - veel vrouwen las ik ook - die bij de monnik of andere monniken gaan mediteren, maar wanneer je goed leest blijft er onder de westerlingen een afgunst aanwezig voor diegene die het dichtste bij de Dalai Lama weet te komen. Het boeddhisme mag dan vooral verkondigen dat ieder een boeddha in zich draagt die echter verborgen blijft, in de praktijk zoekt men toch een leider op. In die zin is het echt een religie, waar leiders nodig zijn, meer dan bij de filosofie.
Meer dan toen ik destijds het boek las denk ik nu aan het boeddhisme in haar oosterse omgeving. Ergens in een bergdorp in Tibet leeft het boeddhisme, maar een groot exportproduct is het niet geworden, niet te vergelijken met de Islam bijvoorbeeld. Die vraag stelde me ik destijds niet. Waardoor komt dit?
De leegte en het gat in het westerse denken waar het boeddhisme in past is even groot als destijds, maar los van wat mindfulness-initiatieven verandert daar weinig mee. Meditatie is in het westen populair als exotisch fenomeen, maar de essentie van het westen (en niet alleen in het westen) ligt toch in het materialisme. Even mediteren is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat als het gaat om onthechten waar het boeddhisme over spreekt. Dat lukt je niet zomaar.
Desondanks blijft het haar aantrekkingskracht wel houden als een soort koninklijk ideaal. Waar vervolgens een willekeurige sterkere macht zoals de Chinezen in het religieuze Tibet de macht overnemen. De boeddhisten hebben het nakijken.
Ik zet het boek weer terug in de kast.
--
2018/07/hebben-en-zijn
Het thema - westerse filosofie versus oosterse spiritualiteit - is redelijk tijdloos. En dat blijkt ook wel na het herlezen. Het boek houdt zijn waarde en de argumenten zijn zeker niet passé.
Het verhaal van de monnik - Matthieu Ricard - is wel bekend of anders uitgebreid te vinden op het internet. Jean François Revel is veel minder "bekend" op het internet, want wanneer je Google-trends loslaat op beide namen krijgt deze laatste geen enkele resultaten. Het is vooral de monnik die door het succes van het boek populair is geworden. Bijzonder.
Het boek doorloopt een aantal thema's zoals dat van religie versus filosofie, om de ware aard van en het verschil te vinden tussen het Boeddhisme en de westerse filosofie. In die zin is het boek eenzijdig al bespreekt de filosoof bijzonder veel thema's uit de filosofie, soms als een continue aanval op het boeddhisme die deze aanval weet te overleven.
De rol van het oosterse denken en het belang voor de westerse maatschappij komt ook veel aan de orde. Hier is het typische zoals beiden affirmeren dat er een leegte is in het westerse denken die door het boeddhisme opgevuld kan worden, en dat heeft veel te maken met een centrale idee in deze leer namelijk die van het lijden, waar in het westen geen duidelijk antwoord op is. Ook is de filosofie in de westerse traditie zich steeds meer gaan richten op kennis zonder dat deze zich nog met in de praktijk brengen van deze kennis heeft bezig gehouden. Hierdoor zijn filosofen in het westen gewone mensen die niet meer doorgroeien door hun eigen leer, terwijl de monnik een spiritueel leider kan worden.
Een groot deel van het boek gaat - door de antwoorden van de monnik - over mediteren en dat vooral houdt het werk actueel, want meditatie blijft een thema dat nu weer bijzonder in de belangstelling staat. Het begrip mindfulness was er nog niet en komt dus ook niet voor. Aansluitend hierop is er veel ruimte in het boek voor psychologie (over waar het bewustzijn zetelt of wat het inhoudt) en over een thema als psychoanalyse, een tak die in het westen in verval is geraakt, maar waar de monnik nu juist een parallel ziet met het boeddhisme, omdat het individu er zo'n grote rol in speelt.
Een belangrijke vraag in het boek is hoe de wereld nu verbetert dan wel verandert en wat de rol van de monnik dan wel de filosoof hierbij is. De hedendaagse filosofie heeft het idee van moraal wat laten varen en dit thema ligt nu in de politiek opgesloten, of is er door overgenomen. Over politiek komt het boek ook te spreken o.a. over de rol van de Chinese bezetting van Tibet. Een feit dat ik me niet wist te herinneren was dat er in het land meer Chinezen wonen dan Tibetanen.
Een interessant boek, dat enkel al blijkt uit het nalezen en de projectie van het onderwerp op onze maatschappij.
Op het internet las ik over de monnik die dus beroemd is geworden door dit boek en meereist met de Dalai Lama om deze bij te staan (o.a. als vertaler) in het verspreiden van de boodschap. De Dalai Lama nodigt altijd alle religieuze leiders uit, zo stelt Matthieu omdat het boeddhisme niet wil concurreren met andere religies, maar enkel haar ervaringen wil verspreiden over de wereld. Er zijn bijzonder veel mensen uit het westen - veel vrouwen las ik ook - die bij de monnik of andere monniken gaan mediteren, maar wanneer je goed leest blijft er onder de westerlingen een afgunst aanwezig voor diegene die het dichtste bij de Dalai Lama weet te komen. Het boeddhisme mag dan vooral verkondigen dat ieder een boeddha in zich draagt die echter verborgen blijft, in de praktijk zoekt men toch een leider op. In die zin is het echt een religie, waar leiders nodig zijn, meer dan bij de filosofie.
Meer dan toen ik destijds het boek las denk ik nu aan het boeddhisme in haar oosterse omgeving. Ergens in een bergdorp in Tibet leeft het boeddhisme, maar een groot exportproduct is het niet geworden, niet te vergelijken met de Islam bijvoorbeeld. Die vraag stelde me ik destijds niet. Waardoor komt dit?
De leegte en het gat in het westerse denken waar het boeddhisme in past is even groot als destijds, maar los van wat mindfulness-initiatieven verandert daar weinig mee. Meditatie is in het westen populair als exotisch fenomeen, maar de essentie van het westen (en niet alleen in het westen) ligt toch in het materialisme. Even mediteren is natuurlijk een druppel op een gloeiende plaat als het gaat om onthechten waar het boeddhisme over spreekt. Dat lukt je niet zomaar.
Desondanks blijft het haar aantrekkingskracht wel houden als een soort koninklijk ideaal. Waar vervolgens een willekeurige sterkere macht zoals de Chinezen in het religieuze Tibet de macht overnemen. De boeddhisten hebben het nakijken.
Ik zet het boek weer terug in de kast.
--
2018/07/hebben-en-zijn
Reacties